Zodra het maart is begint het bij mij te kriebelen.
Net of ik weer wakker word na een lange winterslaap. Mijn innerlijke batterijen laden zich op en ik krijg weer zin. Zin om van alles te ondernemen.
Lekker naar buiten, die tuin in. De borders ontdoen van hun winterdekje en ontdekken dat van alles voorzichtig de kopjes boven de grond uitsteekt, zoekend naar licht.
Stiekem kijk ik nog wat verder naar voren. De zwaardere winterkost, hoe lekker ook, wuif ik een vrolijk tot ziens toe en wentel me in het vooruitzicht van de asperges. Goed, ik moet nog even geduld hebben maar de voorpret doet ook al veel niet waar.
Om het voorjaar feestelijk af te trappen deze heerlijke lichte salade met een beetje pit en wat vrolijke krakers.
Rijstnoedels met gemarineerde rundvleesreepjes, pinda's, krokante uitjes en de Vietnamese dipper nuóc chãm.
Heel simpel om te maken en ook nog eens zo klaar!
Je hebt nodig voor 3 personen:
220 gram rijstnoedels (te koop bij de toko maar ook in de meeste supermarkten) - 350 gram bieflappen - 2 stengels citroengras - 2 knoflookteentjes - 2 el vissaus - 2 el arachide- of zonnebloemolie - 1 flinke ui - peper en zout - gemengde sla naar keuze - ongezouten pinda's - gebakken uitjes (potje/bakje toko of supermarkt of zelf maken ;-)) - blaadjes basilicum - voor de liefhebbers wat ringetjes rode peper.
Voor de dressing:
1 Spaanse peper zonder zaadjes - 1 teentje knoflook - 3 el suiker - 5 el vissaus -1 el rijstazijn -125 ml water - 1 limoen - vijzel
We maken eerst de dressing:
De Spaanse peper is relatief mild, je kunt natuurlijk ook de veel vlammendere Thaise gebruiken, een Santaka of andere soort.
Hak de peper grof evenals het teentje knoflook. Vijzel het tot een smeuïge pasta. Bij gebrek aan vijzel kun je ook de staafmixer gebruiken.
Voeg de suiker toe en stamp door tot de suiker helemaal rood is.
Breng het water aan de kook, voeg de pasta , vissaus en rijstazijn toe en roer het lekker door. Laat nu een paar minuten zachtjes inkoken. Pas op dat het niet te stroperig wordt.
Voeg het sap van een halve tot driekwart limoen toe. Even proeven wat je zelf het lekkerste vindt. Zet op zij en laat afkoelen.
Verder met de salade.
Snijd de bieflappen in dunne reepjes. Hak het wit van 1 citroengrasstengel fijn plus het andere knoflookteentje. Hevel de stukjes vlees over in een kom samen met citroengras en knoflook. Giet er 2 eetlepels vissaus bij en hussel de boel goed door. dek het af en laat een half uurtje staan.
Vul een flinke pan met water, breng aan de kook. Mik de rijstnoedels erin, roer door en zet het vuur meteen uit. Een paar minuten later zijn de noedels zacht. Giet ze in een vergiet en spoel meteen af met koud water om te voorkomen dat het een papperige toestand wordt.
Laat ze uitlekken in het vergiet.
Snijd de ui in dunne ringen, hak het wit van de andere stengel citroengras en snipper een teentje knoflook.
Verhit 2 el olie en roerbak hierin de ui, citroengras en knoflook een seconde of tien. Dan het gemarineerde vlees erbij. Bak op hoog vuur al omscheppend een minuut of vijf tot het vlees rondom bruin is Doordat het vlees dun is gesneden is het nu ook meteen klaar en nog lekker sappig. Bestrooi met peper en zout.
Pak een paar kommen of diepe borden. Verdeel er sla over, leg dan de rijstnoedels erop. Besprenkel met wat dressing. Top af met de reepjes rundvlees. Vergeet de meegebakken ui en citroengras niet.
Strooi er pinda's en de krokante uitjes over, wat in stukjes gescheurde blaadjes basilicum, ringetjes rode peper of wat ook lekker is stukjes lenteui.
Zet de rest van de dressing op tafel samen met nog wat pinda's en gebakken uitjes.
Eet smakelijk.
Bron: Hanoi Street Food/ Tom Vandenberghe en Luk Thys
Posts tonen met het label Rijst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rijst. Alle posts tonen
woensdag 4 maart 2015
Salade met rijstnoedels, rundvlees en nuoc cham
Labels:
Aziatisch,
Boekenkast,
Dip,
Dressing,
Kookboek,
Limoen,
Recept,
Rijst,
Rundvlees,
Salade,
Wereldkeuken
maandag 12 januari 2015
Gebakken rijst met snijbonen
Snijbonen zijn op bonengebied stiekem onze favoriet. Daarmee wil ik de sperzieboon, de sugar snap, de haricot vert en de peul echt niks tekort doen, zij sieren óók frequent onze dis.
Was het vroeger in het ouderlijk huis de vaste begeleider van de pieper en gehaktbal, ik serveer ze regelmatig bij Aziatisch aandoende maaltijden. Samen met wat sambal of een rode peper, een scheutje ketjap en wat gebakken uitjes bijvoorbeeld, gesnipperd sjalotje erdoor en klaar is je onhollandse snijboon. Dit doe ik overigens ook met de sperzieboon.
Maar wat ook niet te versmaden is om de kort voorgekookte snijboon door de gebakken rijst te husselen.
Kijk, het is geen recept van ohlalala wat zijn we heerlijk vernieuwend bezig. Nee, het is gewoon een ideetje, iets anders dan anders. Want wie van jullie schept wel eens snijbonen door zijn rijst? Nou?
Dat dacht ik al :-)
Het geheim van goede gebakken rijst is niet zo bijzonder ingewikkeld. Je moet er gewoon voor zorgen dat je de rijst ruim van tevoren kookt en af laat koelen. Gebakken rijst is in veel landen immers niks meer of minder dan een restjesverwerker. Wij eten niet iedere dag rijst dus moeten we wat eerder aan de bak.
Zelf gebruik ik hiervoor altijd Surinaamse rijst, een langkorrelige soort. Die wordt mooi droog, in ieder geval via de absorptiemethode . Ook dat is een fluitje van een cent.
1 kopje rijst = 1 1/2 kopje water. Je brengt rijst en water samen langzaam aan de kook, vijf minuutjes pruttelen, uitzetten. De deksel vooral op de pan laten zitten, niet stiekem koekeloeren, dat mag na een minuut of 20. Met een vork losroeren en opscheppen maar. Behalve als je nasi goreng wil maken, gebakken rijst dus. Dan laat je het helemaal afkoelen tot koud.
Je hebt nodig voor 3 personen:
200 gram rijst - 400 gram snijbonen - 2 eieren - 1 banaansjalot - 1 flinke teen knoflook, anders 2 - stukje verse gember, ongeveer 1/2 cm - 1 tl sambal manis - 1 el ketjap manis - 1 el ketjap asin - 1/2 tl sriracha ( saus op basis van pepers en knoflook, te koop bij supermarkt en toko) - zonnebloem- of arachideolie
Zo maak je het:
Kook de rijst gaar via bovenstaande methode en laat koud worden.
Snijd de snijbonen in smalle stukjes, kook ze een minuut of 8 in weinig water. Laat uitlekken.
Snipper de sjalot, knoflook en gember.
Roer de eieren los met een snufje zout en wat zwarte peper. Bak hier in een scheutje olie op niet al te hoog vuur een omelet van. Je hoeft het maar aan 1 kant te bakken. Zodra de bovenkant gestold is, laat je de omelet op een bord glijden en rol je het op.
Verhit in een wok een scheutje olie, fruit hierin de sjalot en gember. Voeg dan pas de knoflook toe om aanbranden te voorkomen. Sambal erbij en weer goed omscheppen. Kieper de rijst erbij en scheppen maar weer. Ketjap manis, ketjap asin, sriracha toevoegen, husselen met die hap.
Nu mogen de snijbonen de wok in, vermeng alles goed.
De omelet in smalle reepjes snijden en toevoegen. Nog even lekker doorwarmen en klaar is Kees.
Geef er gebakken uitjes bij en/of seroendeng
Was het vroeger in het ouderlijk huis de vaste begeleider van de pieper en gehaktbal, ik serveer ze regelmatig bij Aziatisch aandoende maaltijden. Samen met wat sambal of een rode peper, een scheutje ketjap en wat gebakken uitjes bijvoorbeeld, gesnipperd sjalotje erdoor en klaar is je onhollandse snijboon. Dit doe ik overigens ook met de sperzieboon.
Maar wat ook niet te versmaden is om de kort voorgekookte snijboon door de gebakken rijst te husselen.
Kijk, het is geen recept van ohlalala wat zijn we heerlijk vernieuwend bezig. Nee, het is gewoon een ideetje, iets anders dan anders. Want wie van jullie schept wel eens snijbonen door zijn rijst? Nou?
Dat dacht ik al :-)
Het geheim van goede gebakken rijst is niet zo bijzonder ingewikkeld. Je moet er gewoon voor zorgen dat je de rijst ruim van tevoren kookt en af laat koelen. Gebakken rijst is in veel landen immers niks meer of minder dan een restjesverwerker. Wij eten niet iedere dag rijst dus moeten we wat eerder aan de bak.
Zelf gebruik ik hiervoor altijd Surinaamse rijst, een langkorrelige soort. Die wordt mooi droog, in ieder geval via de absorptiemethode . Ook dat is een fluitje van een cent.
1 kopje rijst = 1 1/2 kopje water. Je brengt rijst en water samen langzaam aan de kook, vijf minuutjes pruttelen, uitzetten. De deksel vooral op de pan laten zitten, niet stiekem koekeloeren, dat mag na een minuut of 20. Met een vork losroeren en opscheppen maar. Behalve als je nasi goreng wil maken, gebakken rijst dus. Dan laat je het helemaal afkoelen tot koud.
Je hebt nodig voor 3 personen:
200 gram rijst - 400 gram snijbonen - 2 eieren - 1 banaansjalot - 1 flinke teen knoflook, anders 2 - stukje verse gember, ongeveer 1/2 cm - 1 tl sambal manis - 1 el ketjap manis - 1 el ketjap asin - 1/2 tl sriracha ( saus op basis van pepers en knoflook, te koop bij supermarkt en toko) - zonnebloem- of arachideolie
Zo maak je het:
Kook de rijst gaar via bovenstaande methode en laat koud worden.
Snijd de snijbonen in smalle stukjes, kook ze een minuut of 8 in weinig water. Laat uitlekken.
Snipper de sjalot, knoflook en gember.
Roer de eieren los met een snufje zout en wat zwarte peper. Bak hier in een scheutje olie op niet al te hoog vuur een omelet van. Je hoeft het maar aan 1 kant te bakken. Zodra de bovenkant gestold is, laat je de omelet op een bord glijden en rol je het op.
Verhit in een wok een scheutje olie, fruit hierin de sjalot en gember. Voeg dan pas de knoflook toe om aanbranden te voorkomen. Sambal erbij en weer goed omscheppen. Kieper de rijst erbij en scheppen maar weer. Ketjap manis, ketjap asin, sriracha toevoegen, husselen met die hap.
Nu mogen de snijbonen de wok in, vermeng alles goed.
De omelet in smalle reepjes snijden en toevoegen. Nog even lekker doorwarmen en klaar is Kees.
Geef er gebakken uitjes bij en/of seroendeng
Labels:
Aziatisch,
ei,
Peulvruchten,
Recept,
Rijst,
Rijsttafel,
Snijbonen,
Spicy,
Vegetarisch,
Wereldkeuken
dinsdag 8 juli 2014
Garnalen in luchtig beslag met prei en rode peper
Zin in garnalen. Daar heb ik regelmatig last van. Zeker zo in de zomer wanneer je lekker buiten kunt eten. Gebakken of gegrild met flink wat knoflook, rode peper, een gulle scheut olijfolie en kruidige limoen. Brood erbij, bak sla, je krijgt me zo snel tevreden.
Nu is het dan wel zomer maar om gisteren ons maaltje in de buitenlucht op te peuzelen was niet zo uitnodigend. Maar die garnalen moesten er komen.
Dus maakte ik een beslag zo licht als een veertje. Pelde garnalen en sneed geurige prei in hupse repen.
Greep wat vrolijke pepers uit de mand om ze fluitend fijn te hakken. Als je nu niet zo dol bent op dit pittige gedoe, vervang de rode peper dan gerust door een rode (punt)paprika.
Smaakt er niet minder om alleen anders. En trouwens, de hitte van de Spaanse peper zit voornamelijk in het zaad, verder valt het best mee. Neigt zelfs naar wat zoet. Of we zijn inmiddels immuun dat kan ook.
Voor 2 à 3 personen heb je nodig:
18 grote rauwe garnalen - 3 prei - 3 Spaanse rode pepers - 1 teentje knoflook - stukje gember van ongeveer een cm - 2 el sojasaus - 1 el azijn - 1 eiwit - 1 el plus een beetje maizena - 1 el witte wijn of water - arachide of zonnebloemolie
Zo maak je het:
Pel de garnalen en maak een inkeping over de lengte van de rug. Trek de darmkanaaltjes eruit. Gaat heel gemakkelijk door er even de punt van je mes onder te zetten.
Dep de garnalen goed droog. Helemaal als je garnalen uit de diepvries hebt gebruikt. Leg ze afgedekt tussen twee laagjes keukenpapier op een bord in de koelkast tot gebruik.
Maak de prei schoon. Verwijder een beetje afhankelijk van de dikte de buitenste twee lagen. Snijd iedere stengel in 4 stukken. Halveer ze overlangs. Spoel onder koud water om zandresten te verwijderen en laat uitlekken in een vergiet. Dep ook de prei daarna goed droog.
De pepers mogen ook gehalveerd worden. Zaad eruit halen. Eventueel wat laten liggen voor extra pit.
Teentje knoflook snipperen. Stukje gember even schillen en vervolgens fijnhakken.
Klop het eiwit goed schuimig met de maizena en de witte wijn cq het water.
Verhit in een niet te grote pan een centimeter of twee olie tot 180 graden. Haal de garnalen met chopsticks of een vork door het beslag en bak ze goudbruin. Als je een vork gebruikt, niet in de garnalen prikken maar de vork als een lepel gebruiken. Het overtollige beslag kan er zo ook gemakkelijk af lopen.
Laat ze uitlekken op wat keukenpapier.
Voor de prei een wok of koekenpan goed heet laten worden en dan pas een scheutje olie toevoegen. Roerbak hierin de prei, pepers, knoflook en gember. Blus af met sojasaus en azijn. Garnalen erbij, nog even snel door elkaar husselen en tot slot in een schaal laten glijden.
Serveren met rijst.
Nu is het dan wel zomer maar om gisteren ons maaltje in de buitenlucht op te peuzelen was niet zo uitnodigend. Maar die garnalen moesten er komen.
Dus maakte ik een beslag zo licht als een veertje. Pelde garnalen en sneed geurige prei in hupse repen.
Greep wat vrolijke pepers uit de mand om ze fluitend fijn te hakken. Als je nu niet zo dol bent op dit pittige gedoe, vervang de rode peper dan gerust door een rode (punt)paprika.
Smaakt er niet minder om alleen anders. En trouwens, de hitte van de Spaanse peper zit voornamelijk in het zaad, verder valt het best mee. Neigt zelfs naar wat zoet. Of we zijn inmiddels immuun dat kan ook.
Voor 2 à 3 personen heb je nodig:
18 grote rauwe garnalen - 3 prei - 3 Spaanse rode pepers - 1 teentje knoflook - stukje gember van ongeveer een cm - 2 el sojasaus - 1 el azijn - 1 eiwit - 1 el plus een beetje maizena - 1 el witte wijn of water - arachide of zonnebloemolie
Zo maak je het:
Pel de garnalen en maak een inkeping over de lengte van de rug. Trek de darmkanaaltjes eruit. Gaat heel gemakkelijk door er even de punt van je mes onder te zetten.
Dep de garnalen goed droog. Helemaal als je garnalen uit de diepvries hebt gebruikt. Leg ze afgedekt tussen twee laagjes keukenpapier op een bord in de koelkast tot gebruik.
Maak de prei schoon. Verwijder een beetje afhankelijk van de dikte de buitenste twee lagen. Snijd iedere stengel in 4 stukken. Halveer ze overlangs. Spoel onder koud water om zandresten te verwijderen en laat uitlekken in een vergiet. Dep ook de prei daarna goed droog.
De pepers mogen ook gehalveerd worden. Zaad eruit halen. Eventueel wat laten liggen voor extra pit.
Teentje knoflook snipperen. Stukje gember even schillen en vervolgens fijnhakken.
Klop het eiwit goed schuimig met de maizena en de witte wijn cq het water.
Verhit in een niet te grote pan een centimeter of twee olie tot 180 graden. Haal de garnalen met chopsticks of een vork door het beslag en bak ze goudbruin. Als je een vork gebruikt, niet in de garnalen prikken maar de vork als een lepel gebruiken. Het overtollige beslag kan er zo ook gemakkelijk af lopen.
Laat ze uitlekken op wat keukenpapier.
Voor de prei een wok of koekenpan goed heet laten worden en dan pas een scheutje olie toevoegen. Roerbak hierin de prei, pepers, knoflook en gember. Blus af met sojasaus en azijn. Garnalen erbij, nog even snel door elkaar husselen en tot slot in een schaal laten glijden.
Serveren met rijst.
dinsdag 28 januari 2014
Pad Thai met garnalen (Foodblogswap januari 2014)
De afgelopen weken was ik regelmatig in Los Angeles, heb er genoten zeg! Een afstand van niets in deze moderne tijden. Daarnaast luilekkerland voor lekkerbekken. Van Nederlandse pot, Amerikaanse ontbijtjes tot Aziatische keuken en snacks voor bij de buis terwijl je gebiologeerd naar de Super Bowl staart.
Ah, ik wil zo terug.
En.. dat kan. Jij ook! Zomaar vanuit je stoel kun jij iedere dag een graantje LA meepikken en wel via Ellen van het blog In my Red Kitchen. Ellen woont namelijk in LA en ze laat je graag meekijken met haar belevenissen aldaar. Ze schrijft in het Nederlands en sinds ze daar woont ook in het Engels. Klaar om de VS te veroveren.
Vaste bezoekers hebben het wellicht al in de gaten. Het is weer tijd voor de foodblogswap. Het afleggen van een virtueel bezoekje aan een medeblogger, recept zoeken, koken, foto, schrijven en publiceren.
Ik vind het geweldig leuk om te doen. Toen ik zag dat dit blog mij was toebedeeld maakte mijn hart een sprongetje. Ellen weet wel wat lekker is namelijk
Het was lastig kiezen maar uiteindelijk koos ik Pad Thai met garnalen. Omdat een garnaal er altijd wel ingaat en het volgens mij een eeuwigheid geleden was dat ik Pad Thai maakte. Het enige wat ik wel achterwege liet was, het zal u niet verbazen, de koriander.
Deze hoeveelheid is voldoende voor 2 personen
Je hebt nodig voor de saus:
3/4 el tamarindepasta - 50 ml warm water - 2 el vissaus - 2 el bruine suiker - 1 1/2 tlsambal oelek - een draai zwarte peper.
Vermeng de tamarindepasta met het warme water tot één geheel. Roer er vervolgens de vissaus, bruine suiker en sambal door. Voeg een beetje zwarte peper toe en zet vervolgens weg tot gebruik.
Verder heb je nodig:
150 gram rijstnoedels of rijststicks - 12 gepelde grote garnalen (vers of diepvries) - 1 el sojasaus - scheutje zonnebloemolie - 2 eieren - 4 bosuitjes - 75 gram taugé - 1 ui - 2 teentjes knoflook - 2 el pinda's - 1 el gebakken uitjes -2 partjes limoen - koriander naar smaak.
Maken:
Ontdooi de garnalen als je diepvries gebruikt, dep ze droog en marineer vervolgens in de sojasaus.
Breng water aan de kook in een flinke pan. Mik de rijstnoedels erin, zet het vuur laag en laat ze wellen. Dat duurt maar een minuut of 3. Blijf er dus bij en controleer de gaarheid. Ook mogen ze nog iets van een bite hebben aangezien ze hierna nog de wok in gaan.
Spoel de rijstnoedels onder de koude kraan, doe ze in een vergiet en zet weg tot gebruik.
Halveer de ui en snijd in mooie dunne plakjes. Drie bosuitjes snijd je in schuine stukken van een centimeter of 3. Het andere bosuitjes in fijne ringetjes. Knoflook snipperen.
De pinda's hak je grof, ik gebruik hiervoor de vijzel dat gaat lekker snel.
Kluts de eieren door elkaar. Verhit in een wok wat zonnebloemolie en maak hierin al roerende een roerei. Dit gaat razendsnel, zodra het gestold is maar nog wel mooi glimmend haal je ze uit de pan.
Bak de ui en in schuine stukken bosui in een nieuw scheutje olie op matig vuur tot de ui glazig is. Voeg dan een handvol taugé toe plus de gesnipperde knoflook. Haal de garnalen uit de marinade en leg ze erbij. Zodra de garnalen iets gaan verkleuren maar zeker nog niet gaar zijn mogen de koude rijstnoedels erbij samen met de saus.
Schep alles goed om en blijf omscheppen. Zo worden de noedels warm, garen de garnalen verder en wordt de saus opgenomen door de rijstnoedels. Nu mag het roerei er weer bij. warm nog een minuutje mee.
Verdeel over 2 borden of kommen en garneer met wat gehakte pinda's, gebakken uitjes, een partje limoen, de in kleine ringetjes gesneden bosui en nog wat taugé
Het is die combinatie van pittig, een zuurtje, dat beetje zoet samen met alle crunch en die extra limoen die ik zo aantrekkelijk vind. Harmonie en balans, zonder storende botsingen. Het lijkt wel een perfect huwelijk.
Alhoewel, onder ons gezegd en gezwegen, af en toe wat vuurwerk is helemaal niet verkeerd voor de verstandhouding. Zo blijft het lekker fris en fruitig niet waar.
Ellen bedankt voor je gastvrijheid, ik heb heerlijk bij je geneusd. Veel succes in zonnig L.A!
Van mijn blog werd er ook gekookt. Eslem van Mijn Mixed Kitchen bakte de Duitse uienplaattaart en gaf er een Turkse draai aan en verving de spekjes door gerookte zalm.. Kijk dat vind ik nou leuk! Hier kun je haar bevindingen lezen.
Ah, ik wil zo terug.
En.. dat kan. Jij ook! Zomaar vanuit je stoel kun jij iedere dag een graantje LA meepikken en wel via Ellen van het blog In my Red Kitchen. Ellen woont namelijk in LA en ze laat je graag meekijken met haar belevenissen aldaar. Ze schrijft in het Nederlands en sinds ze daar woont ook in het Engels. Klaar om de VS te veroveren.
Vaste bezoekers hebben het wellicht al in de gaten. Het is weer tijd voor de foodblogswap. Het afleggen van een virtueel bezoekje aan een medeblogger, recept zoeken, koken, foto, schrijven en publiceren.
Ik vind het geweldig leuk om te doen. Toen ik zag dat dit blog mij was toebedeeld maakte mijn hart een sprongetje. Ellen weet wel wat lekker is namelijk
Het was lastig kiezen maar uiteindelijk koos ik Pad Thai met garnalen. Omdat een garnaal er altijd wel ingaat en het volgens mij een eeuwigheid geleden was dat ik Pad Thai maakte. Het enige wat ik wel achterwege liet was, het zal u niet verbazen, de koriander.
Deze hoeveelheid is voldoende voor 2 personen
Je hebt nodig voor de saus:
3/4 el tamarindepasta - 50 ml warm water - 2 el vissaus - 2 el bruine suiker - 1 1/2 tlsambal oelek - een draai zwarte peper.
Vermeng de tamarindepasta met het warme water tot één geheel. Roer er vervolgens de vissaus, bruine suiker en sambal door. Voeg een beetje zwarte peper toe en zet vervolgens weg tot gebruik.
Verder heb je nodig:
150 gram rijstnoedels of rijststicks - 12 gepelde grote garnalen (vers of diepvries) - 1 el sojasaus - scheutje zonnebloemolie - 2 eieren - 4 bosuitjes - 75 gram taugé - 1 ui - 2 teentjes knoflook - 2 el pinda's - 1 el gebakken uitjes -2 partjes limoen - koriander naar smaak.
Maken:
Ontdooi de garnalen als je diepvries gebruikt, dep ze droog en marineer vervolgens in de sojasaus.
Breng water aan de kook in een flinke pan. Mik de rijstnoedels erin, zet het vuur laag en laat ze wellen. Dat duurt maar een minuut of 3. Blijf er dus bij en controleer de gaarheid. Ook mogen ze nog iets van een bite hebben aangezien ze hierna nog de wok in gaan.
Spoel de rijstnoedels onder de koude kraan, doe ze in een vergiet en zet weg tot gebruik.
Halveer de ui en snijd in mooie dunne plakjes. Drie bosuitjes snijd je in schuine stukken van een centimeter of 3. Het andere bosuitjes in fijne ringetjes. Knoflook snipperen.
De pinda's hak je grof, ik gebruik hiervoor de vijzel dat gaat lekker snel.
Kluts de eieren door elkaar. Verhit in een wok wat zonnebloemolie en maak hierin al roerende een roerei. Dit gaat razendsnel, zodra het gestold is maar nog wel mooi glimmend haal je ze uit de pan.
Bak de ui en in schuine stukken bosui in een nieuw scheutje olie op matig vuur tot de ui glazig is. Voeg dan een handvol taugé toe plus de gesnipperde knoflook. Haal de garnalen uit de marinade en leg ze erbij. Zodra de garnalen iets gaan verkleuren maar zeker nog niet gaar zijn mogen de koude rijstnoedels erbij samen met de saus.
Schep alles goed om en blijf omscheppen. Zo worden de noedels warm, garen de garnalen verder en wordt de saus opgenomen door de rijstnoedels. Nu mag het roerei er weer bij. warm nog een minuutje mee.
Verdeel over 2 borden of kommen en garneer met wat gehakte pinda's, gebakken uitjes, een partje limoen, de in kleine ringetjes gesneden bosui en nog wat taugé
Het is die combinatie van pittig, een zuurtje, dat beetje zoet samen met alle crunch en die extra limoen die ik zo aantrekkelijk vind. Harmonie en balans, zonder storende botsingen. Het lijkt wel een perfect huwelijk.
Alhoewel, onder ons gezegd en gezwegen, af en toe wat vuurwerk is helemaal niet verkeerd voor de verstandhouding. Zo blijft het lekker fris en fruitig niet waar.
Ellen bedankt voor je gastvrijheid, ik heb heerlijk bij je geneusd. Veel succes in zonnig L.A!
Van mijn blog werd er ook gekookt. Eslem van Mijn Mixed Kitchen bakte de Duitse uienplaattaart en gaf er een Turkse draai aan en verving de spekjes door gerookte zalm.. Kijk dat vind ik nou leuk! Hier kun je haar bevindingen lezen.
Labels:
Aziatisch,
ei,
Foodblogswap,
Recept,
Rijst,
schaal en schelpdieren,
Spicy,
Wereldkeuken
woensdag 8 januari 2014
Kip in sojasaus
Het klinkt wat karig, kip in sojasaus. Wees gerust, er komen nog andere ingrediënten bij kijken. Zuur, zout, zoet, pit, ideale combinatie toch? Met drumsticks, snel gaar en ideaal voor een doordeweekse maaltijd. Je komt afgeknoedeld van je werk en dan moet je ook nog een maaltijd in elkaar draaien. Daar zit je ook niet altijd op te wachten. Terwijl dit kippetje in de saus pruttelt kun je fijn even de krant lezen, wat naar de tv staren, een glaasje drinken en rijst koken. Vergeet dat vooral niet.
Je hebt nodig voor 4 personen:
8 drumsticks - 3 el bruine suiker - 50 ml sojasaus (kikkoman) - 1 el vissaus- 200 ml water - 2 el azijn - 1 el limoensap - stukje gember van ongeveer 5 cm- 1 rode peper - 2 teentjes knoflook - 1 ui - zout naar smaak - bieslook - 2 el arachideolie
Zo maak je het:
Meng de sojasaus, vissaus, water, azijn en limoensap door elkaar en zet apart tot gebruik.
Snipper de ui en knoflook. Schil de gember en snijd het piepklein, raspen kan ook. Verwijder de zaadlijsten uit de rode peper en hak de peper in stukjes.
Verhit in een wok of braadpan de olie en bak de drumsticks op hoog vuur bruin. Haal ze uit de pan. Zet het vuur laag.
Nu moet je even snel handelen. Mik de bruine suiker in de pan en roer als een malle tot het gesmolten is. Dit is in pakweg 10 seconden voor de bakker. Giet nu het sojamengsel erop en roeren! Door de toevoeging van het vocht zal de suiker karameliseren, door goed te roeren lost het weer op.
Kip erbij plus de knoflook, rode peper, gember en ui. Leg er een deksel half op en laat een half uurtje zachtjes pruttelen. De kip wordt gaar en mals, het vocht verdampt gedeeltelijk. Wil je de saus graag nog wat dikker hebben dan haal je de kip zodra het gaar is uit de pan en laat je de saus op hoog vuur zonder deksel nog even inkoken. Maar pas op, het moet niet te stroperig worden.
De kip voeg je op het laatst weer even toe .
Leg de kip op een schaal, giet de saus erover en bestrooi met fijngeknipte bieslook. Heerlijk met rijst natuurlijk. Ik heb er gewokte paksoi, sugarsnaps en champignons bij gemaakt en op smaak gebracht met wat soja, chilivlokken en een scheutje gembersiroop.
Je hebt nodig voor 4 personen:
8 drumsticks - 3 el bruine suiker - 50 ml sojasaus (kikkoman) - 1 el vissaus- 200 ml water - 2 el azijn - 1 el limoensap - stukje gember van ongeveer 5 cm- 1 rode peper - 2 teentjes knoflook - 1 ui - zout naar smaak - bieslook - 2 el arachideolie
Zo maak je het:
Meng de sojasaus, vissaus, water, azijn en limoensap door elkaar en zet apart tot gebruik.
Snipper de ui en knoflook. Schil de gember en snijd het piepklein, raspen kan ook. Verwijder de zaadlijsten uit de rode peper en hak de peper in stukjes.
Verhit in een wok of braadpan de olie en bak de drumsticks op hoog vuur bruin. Haal ze uit de pan. Zet het vuur laag.
Nu moet je even snel handelen. Mik de bruine suiker in de pan en roer als een malle tot het gesmolten is. Dit is in pakweg 10 seconden voor de bakker. Giet nu het sojamengsel erop en roeren! Door de toevoeging van het vocht zal de suiker karameliseren, door goed te roeren lost het weer op.
Kip erbij plus de knoflook, rode peper, gember en ui. Leg er een deksel half op en laat een half uurtje zachtjes pruttelen. De kip wordt gaar en mals, het vocht verdampt gedeeltelijk. Wil je de saus graag nog wat dikker hebben dan haal je de kip zodra het gaar is uit de pan en laat je de saus op hoog vuur zonder deksel nog even inkoken. Maar pas op, het moet niet te stroperig worden.
De kip voeg je op het laatst weer even toe .
Leg de kip op een schaal, giet de saus erover en bestrooi met fijngeknipte bieslook. Heerlijk met rijst natuurlijk. Ik heb er gewokte paksoi, sugarsnaps en champignons bij gemaakt en op smaak gebracht met wat soja, chilivlokken en een scheutje gembersiroop.
Labels:
Aziatisch,
Kip,
Recept,
Rijst,
Spicy,
Stoofpotje,
Wereldkeuken
maandag 9 december 2013
Stoofpotje met rundvlees, paprika en chorizo
Ja hoor daar is ze weer met een stoverijtje, een sudderpotje, een geurenverspreider. Husband liep gisteren om half 1 al te watertanden en dan moet je nog zes uur wachten. Een kwelling, een marteling maar je geduld wordt beloond met boterzacht vlees omhuld door een saus zo vol smaak dat je het wachten met liefde hebt doorstaan.
En zo barstensvol ingrediënten zit het niet eens kun je nagaan. Deze drukke maand roept op zijn tijd ook om onthaasting. Uurtjes waarin je het kerstmenu kunt verzinnen, lijstjes schrijft, wat online bestellingen plaatst, een boek leest of eindelijk die immer te dikke zaterdagkrant uitpluist. En ondertussen pruttelt en stooft het in de keuken dat het een lieve lust is. Wat hebben we het dan toch goed!
Deze hoeveelheid is voldoende voor 2 personen of drie kleinere eters of 2 volwassenen en 1 kind. Door iets meer vlees toe te voegen plus een extra paprika, wat wortel en ui maak je het al snel geschikt voor vier personen. Verder hoef je niets te veranderen aan het recept.
Je hebt nodig:
450 gram stoofvlees (riblap, sucade, hacheevlees) - 1 rode paprika - 1 gele paprika - stuk of vier waspenen ( of een halve winterwortel) -2 uien - 2 teentjes knoflook - stukje chorizo van ongeveer 100 gram - 1 el tomatenpuree - 1 el milde paprikapoeder - 800 ml rundvleesbouilon - 2 el balsamicoazijn ( beetje afhankelijk van het merk dat je gebruikt, begin met 1 eetlepel en voeg zonodig de andere toe) - 3 el gehakte peterselie - peper en zout- boter
Zo maak je het:
Snijd het vlees in hapklare brokken. Bestrooi met zout en peper.
Verwijder de zaadlijsten uit de paprika's en verdeel de paprika's in grove stukken. De uien van hun jasjes ontdoen en eveneens in flinke stukken snijden. Schrap de worteltjes en verdeel in plakjes.
Knoflook snipperen.
Verhit in een braadpan wat boter en bak hierin het vlees rondom bruin. Bestrooi met paprikapoeder en schep het goed om. Voeg de paprika's, worteltjes en uien toe, laat even meebakken. Dan mag de knoflook erbij.
Roer de tomatenpuree erdoor, laat het een minuutje of drie zachtjes meebakken.
Giet de bouillon erover, roer alles door elkaar, deksel erop, hittebron zo laag mogelijk en sudderen maar.
Je kunt het ook in een oven van 100 graden zetten.
Sudderen, sudderen, urenlang sudderen. Geniet van de rust, maak je hoofd leeg en kijk af en toe in de pan.
Schep het een keer of wat door. Op het moment dat het vlees uit elkaar begint te vallen is het goed. Het vocht is nu voor zeker de helft verdampt.
Nu moet je nog even de chorizo in kleine stukjes snijden en in een droge koekenpan bruin bakken.
Roer de balsamico door het stoofpotje, vergeet niet te proeven en voeg zonodig wat meer toe. Het is een echte oppepper. Dan de chorizo erbij plus de peterselie en laat nog tien minuutjes stoven.
Rijst past er prima bij maar ook puree of een gekookte pieper, pasta, aardappelkroketjes. Net waar je zin in hebt.
En zo barstensvol ingrediënten zit het niet eens kun je nagaan. Deze drukke maand roept op zijn tijd ook om onthaasting. Uurtjes waarin je het kerstmenu kunt verzinnen, lijstjes schrijft, wat online bestellingen plaatst, een boek leest of eindelijk die immer te dikke zaterdagkrant uitpluist. En ondertussen pruttelt en stooft het in de keuken dat het een lieve lust is. Wat hebben we het dan toch goed!
Deze hoeveelheid is voldoende voor 2 personen of drie kleinere eters of 2 volwassenen en 1 kind. Door iets meer vlees toe te voegen plus een extra paprika, wat wortel en ui maak je het al snel geschikt voor vier personen. Verder hoef je niets te veranderen aan het recept.
Je hebt nodig:
450 gram stoofvlees (riblap, sucade, hacheevlees) - 1 rode paprika - 1 gele paprika - stuk of vier waspenen ( of een halve winterwortel) -2 uien - 2 teentjes knoflook - stukje chorizo van ongeveer 100 gram - 1 el tomatenpuree - 1 el milde paprikapoeder - 800 ml rundvleesbouilon - 2 el balsamicoazijn ( beetje afhankelijk van het merk dat je gebruikt, begin met 1 eetlepel en voeg zonodig de andere toe) - 3 el gehakte peterselie - peper en zout- boter
Zo maak je het:
Snijd het vlees in hapklare brokken. Bestrooi met zout en peper.
Verwijder de zaadlijsten uit de paprika's en verdeel de paprika's in grove stukken. De uien van hun jasjes ontdoen en eveneens in flinke stukken snijden. Schrap de worteltjes en verdeel in plakjes.
Knoflook snipperen.
Verhit in een braadpan wat boter en bak hierin het vlees rondom bruin. Bestrooi met paprikapoeder en schep het goed om. Voeg de paprika's, worteltjes en uien toe, laat even meebakken. Dan mag de knoflook erbij.
Roer de tomatenpuree erdoor, laat het een minuutje of drie zachtjes meebakken.
Giet de bouillon erover, roer alles door elkaar, deksel erop, hittebron zo laag mogelijk en sudderen maar.
Je kunt het ook in een oven van 100 graden zetten.
Sudderen, sudderen, urenlang sudderen. Geniet van de rust, maak je hoofd leeg en kijk af en toe in de pan.
Schep het een keer of wat door. Op het moment dat het vlees uit elkaar begint te vallen is het goed. Het vocht is nu voor zeker de helft verdampt.
Nu moet je nog even de chorizo in kleine stukjes snijden en in een droge koekenpan bruin bakken.
Roer de balsamico door het stoofpotje, vergeet niet te proeven en voeg zonodig wat meer toe. Het is een echte oppepper. Dan de chorizo erbij plus de peterselie en laat nog tien minuutjes stoven.
Rijst past er prima bij maar ook puree of een gekookte pieper, pasta, aardappelkroketjes. Net waar je zin in hebt.
woensdag 27 november 2013
Stoofpotje paprika, kidneybonen en rookworst
Het kan je zomaar ineens overkomen. Iets zien, er niet meteen de vinger op kunnen leggen om vervolgens jaren terug geworpen te worden. Heel vreemd.
Zoals zo vaak neusde ik in kookboeken op zoek naar het welbekende 'iets'. Iets van inspiratie, iets van een briljant idee, een gewone iets om te maken voor 's avonds. Het liet nogal lang op zich wachten gisteren.
Mijn oog viel op een recept. Frankfurters met rode peper. Knakworsten. Mijn hart sloeg er niet sneller van. Het boek schoof ik opzij en opeens was het er. Iets. Iets verscheen op mijn netvlies, iets wat al minstens dertig jaar uit het laatje met herinneringen was verdwenen.
Een pan verscheen voor me, een koekenpan waarin mijn vader plakjes rookworst stond te bakken met kerrie, ketjap en sambal. En die plakjes verdwenen in een andere pan met tomaten, bruine bonen en uien. Geen flauw idee wat er verder inzat. Paprika's eind jaren zestig, begin jaren zeventig was dat al gemeengoed? Ik kan het me niet herinneren.Het is geen chili en geen BB met R, een creatieve ingeving van vaders denk ik.
Het Iets was gevonden, aan de slag.
Deze hoeveelheid is voldoende voor 3 personen. Grote eters moeten misschien maar extra bonen of paprika toevoegen of geef er nog een ander bijgerechtje naast.
Ik heb gebruikt:
1 rookworst van 250 gram - 1 blik tomatenblokjes - 1 blik kidneybonen - 1 rode paprika - 1 groene paprika - 2 uien - 1 rode peper - 1 flinke teen knoflook ( of 2 kleinere) - 1 koffielepel gemalen koriander - 1 koffielepel gemalen komijn - 2 el ketjap manis - 1/2 koffielepel kerrie - 1/2 koffielepel sambal oelek - 1/2 blokje groentenbouillon - zonnebloem of arachideolie.
Zo maak je het:
Halveer de paprika's, verwijder de zaadlijsten en snijd de paprika's in dunne reepjes. De uien in vieren snijden en mogen in grove stukken verdeeld worden. Haal de zaadjes uit de rode peper, snijd fijn evenals de knoflook.
Verwarm in een braadpan een scheutje olie. Fruit hierin de ui, paprika en rode peper tot de paprika een beetje zacht begint te worden. Voeg dan de knoflook toe en laat zachtjes even meebakken.
Komijn en koriander erdoor roeren.. Tomatenblokjes erbij plus een half blokje groentenbouillon, de boel omscheppen en 10 minuutjes zachtjes laten pruttelen. De kidneybonen zonder het vocht erbij doen, nogmaals door elkaar scheppen en verder laten pruttelen.
De rookworst in plakjes snijden. Verhit een beetje olie in een koekenpan en bak de plakjes lichtjes aan. Voeg kerrie, 1 el ketjap en sambal toe. Een minuut of 10 heel zachtjes bakken, de smaken trekken nu lekker in de rookworst.
De worst mag nu de andere pan in samen met de andere eetlepel ketjap, laat het nog zo'n 5 à 10 minuten meestoven en klaar is Kees.
De rookworst behoudt zijn pittige smaak en geeft het tegelijkertijd ook weer af aan het stoofpotje.
Geef er witte rijst bij
Zoals zo vaak neusde ik in kookboeken op zoek naar het welbekende 'iets'. Iets van inspiratie, iets van een briljant idee, een gewone iets om te maken voor 's avonds. Het liet nogal lang op zich wachten gisteren.
Mijn oog viel op een recept. Frankfurters met rode peper. Knakworsten. Mijn hart sloeg er niet sneller van. Het boek schoof ik opzij en opeens was het er. Iets. Iets verscheen op mijn netvlies, iets wat al minstens dertig jaar uit het laatje met herinneringen was verdwenen.
Een pan verscheen voor me, een koekenpan waarin mijn vader plakjes rookworst stond te bakken met kerrie, ketjap en sambal. En die plakjes verdwenen in een andere pan met tomaten, bruine bonen en uien. Geen flauw idee wat er verder inzat. Paprika's eind jaren zestig, begin jaren zeventig was dat al gemeengoed? Ik kan het me niet herinneren.Het is geen chili en geen BB met R, een creatieve ingeving van vaders denk ik.
Het Iets was gevonden, aan de slag.
Deze hoeveelheid is voldoende voor 3 personen. Grote eters moeten misschien maar extra bonen of paprika toevoegen of geef er nog een ander bijgerechtje naast.
Ik heb gebruikt:
1 rookworst van 250 gram - 1 blik tomatenblokjes - 1 blik kidneybonen - 1 rode paprika - 1 groene paprika - 2 uien - 1 rode peper - 1 flinke teen knoflook ( of 2 kleinere) - 1 koffielepel gemalen koriander - 1 koffielepel gemalen komijn - 2 el ketjap manis - 1/2 koffielepel kerrie - 1/2 koffielepel sambal oelek - 1/2 blokje groentenbouillon - zonnebloem of arachideolie.
Zo maak je het:
Halveer de paprika's, verwijder de zaadlijsten en snijd de paprika's in dunne reepjes. De uien in vieren snijden en mogen in grove stukken verdeeld worden. Haal de zaadjes uit de rode peper, snijd fijn evenals de knoflook.
Verwarm in een braadpan een scheutje olie. Fruit hierin de ui, paprika en rode peper tot de paprika een beetje zacht begint te worden. Voeg dan de knoflook toe en laat zachtjes even meebakken.
Komijn en koriander erdoor roeren.. Tomatenblokjes erbij plus een half blokje groentenbouillon, de boel omscheppen en 10 minuutjes zachtjes laten pruttelen. De kidneybonen zonder het vocht erbij doen, nogmaals door elkaar scheppen en verder laten pruttelen.
De rookworst in plakjes snijden. Verhit een beetje olie in een koekenpan en bak de plakjes lichtjes aan. Voeg kerrie, 1 el ketjap en sambal toe. Een minuut of 10 heel zachtjes bakken, de smaken trekken nu lekker in de rookworst.
De worst mag nu de andere pan in samen met de andere eetlepel ketjap, laat het nog zo'n 5 à 10 minuten meestoven en klaar is Kees.
De rookworst behoudt zijn pittige smaak en geeft het tegelijkertijd ook weer af aan het stoofpotje.
Geef er witte rijst bij
dinsdag 19 november 2013
Rijst met kabeljauw, garnalen en cajunkruiden
Hebben jullie een potje cajunkruiden klaar staan? Zo niet, kijk dan even hier hoe je dat snel en gemakkelijk voor elkaar krijgt. Nee, niet naar de supermarkt rennen!
Volgens mij heb ik wel eens verteld dat de husband de combi rijst en vis maar zozo vindt. Enigszins sceptisch werd er dan ook wel naar deze visschotel gekeken. Misschien diep van binnen een zucht en denkend 'Ze weet toch dat...' Het gezicht klaarde na een paar happen helemaal op. Missie geslaagd, rijst met vis is wel lekker zolang er een goede saus bij zit dus.
Houd er bij het maken rekening mee dat het nog 10 minuutjes de oven in gaat, bak de kabeljauw vooral niet te lang. Droge vis is echt niet te pruimen.
Je hebt nodig voor 4 personen:
500 gram kabeljauwfilet - 20 rauwe middelgrote garnalen - 200 gram rijst - 1 flinke el cajunkruiden - 1 tl mosterdzaad - 6 lenteuitjes - een stuk of 6 bospeentjes - 1/2 tl paprikapoeder - 250 ml slagroom - 1 tl gedroogde basilicum - 150 ml droge witte wijn - olie - boter - zout (eventueel)
Zo maak je het:
Schrap de worteltjes en snijd in plakjes. De lenteui in ringetjes.
Kook alvast de rijst gaar.
Verwarm de oven voor op 200 graden of 180 als je hetelucht gebruikt.
Pel de garnalen en verwijder de darmkanaaltjes door over de rug met een scherp mesje een snede te maken, trek het er vervolgens met de punt van je mes uit. Is even klusje maar het zijn maar 20 garnalen en eten wat de garnaal ook naar binnen heeft gewerkt wil je niet neem ik aan.
Dep de kabeljauw droog en wrijf het in met een halve el cajunkruiden,wat mosterdzaad en eventueel een beetje zout..
Zet garnalen en kabeljauw koel weg tot gebruik.
Verhit in een koekenpan 25 gram boter en fruit hierin eerst 5 minuten de wortel, voeg lenteui toe en fruit nog een minuutje. Een halve eetlepel cajunkruiden erbij plus de basilicum en paprikapoede. Goed omscheppen.
Afblussen met de witte wijn. Even laten uitbruisen en een minuut of drie koken.
Tijd voor de room. Schenk het er langzaam en al roerend bij. Laat het een kleine tien minuten zachtjes koken maar let op dat het niet teveel indikt.
Voeg na zeven minuten de garnalen toe. Schep om. Ze hoeven niet helemaal gaar te worden aangezien het nog de oven ingaat.
Verhit in een andere koekenpan boter en olie. Bak hierin de filets ongeveer 2 minuten aan beide kanten. Goed checken, ze mogen nog wat rauw zijn van binnen. De oven maakt het werk af.
Verdeel de gekookte rijst over het midden van een ovenschaal. Snijd de kabeljauw in stukken en verdeel het erover. Schenk de saus met de garnalen erover en schuif het geheel nog 10 minuten in de oven.
Door de room misschien niet de allergezondste maaltijd maar lekker! Ook door het pitje van de cajunkruiden. Geef er bijvoorbeeld nog sugar snaps bij of boontjes voor voldoende groente.
Het recept zat in één van mijn mappen, herkomst??? Wie het weet mag het zeggen :)
Volgens mij heb ik wel eens verteld dat de husband de combi rijst en vis maar zozo vindt. Enigszins sceptisch werd er dan ook wel naar deze visschotel gekeken. Misschien diep van binnen een zucht en denkend 'Ze weet toch dat...' Het gezicht klaarde na een paar happen helemaal op. Missie geslaagd, rijst met vis is wel lekker zolang er een goede saus bij zit dus.
Houd er bij het maken rekening mee dat het nog 10 minuutjes de oven in gaat, bak de kabeljauw vooral niet te lang. Droge vis is echt niet te pruimen.
Je hebt nodig voor 4 personen:
500 gram kabeljauwfilet - 20 rauwe middelgrote garnalen - 200 gram rijst - 1 flinke el cajunkruiden - 1 tl mosterdzaad - 6 lenteuitjes - een stuk of 6 bospeentjes - 1/2 tl paprikapoeder - 250 ml slagroom - 1 tl gedroogde basilicum - 150 ml droge witte wijn - olie - boter - zout (eventueel)
Zo maak je het:
Schrap de worteltjes en snijd in plakjes. De lenteui in ringetjes.
Kook alvast de rijst gaar.
Verwarm de oven voor op 200 graden of 180 als je hetelucht gebruikt.
Pel de garnalen en verwijder de darmkanaaltjes door over de rug met een scherp mesje een snede te maken, trek het er vervolgens met de punt van je mes uit. Is even klusje maar het zijn maar 20 garnalen en eten wat de garnaal ook naar binnen heeft gewerkt wil je niet neem ik aan.
Dep de kabeljauw droog en wrijf het in met een halve el cajunkruiden,wat mosterdzaad en eventueel een beetje zout..
Zet garnalen en kabeljauw koel weg tot gebruik.
Verhit in een koekenpan 25 gram boter en fruit hierin eerst 5 minuten de wortel, voeg lenteui toe en fruit nog een minuutje. Een halve eetlepel cajunkruiden erbij plus de basilicum en paprikapoede. Goed omscheppen.
Afblussen met de witte wijn. Even laten uitbruisen en een minuut of drie koken.
Tijd voor de room. Schenk het er langzaam en al roerend bij. Laat het een kleine tien minuten zachtjes koken maar let op dat het niet teveel indikt.
Voeg na zeven minuten de garnalen toe. Schep om. Ze hoeven niet helemaal gaar te worden aangezien het nog de oven ingaat.
Verhit in een andere koekenpan boter en olie. Bak hierin de filets ongeveer 2 minuten aan beide kanten. Goed checken, ze mogen nog wat rauw zijn van binnen. De oven maakt het werk af.
Verdeel de gekookte rijst over het midden van een ovenschaal. Snijd de kabeljauw in stukken en verdeel het erover. Schenk de saus met de garnalen erover en schuif het geheel nog 10 minuten in de oven.
Door de room misschien niet de allergezondste maaltijd maar lekker! Ook door het pitje van de cajunkruiden. Geef er bijvoorbeeld nog sugar snaps bij of boontjes voor voldoende groente.
Het recept zat in één van mijn mappen, herkomst??? Wie het weet mag het zeggen :)
vrijdag 8 november 2013
Kofta Curry uit Pakistan
Sappige, malse gehaktballetjes bedekt door een sausdekentje. Die je smaakpapillen verbazen, doen opveren van vreugde om vervolgens een enthousiaste rondedans te beginnen.
Dit zijn geweldige ballen! Kruidig, pittig, warm alles komt samen door de vele specerijen en kruiden.
Net als alle ballen heb je ze in schier oneindige samenstellingen, iedere streek zijn bal, net als hier.
Deze hebben een Pakistaanse achtergrond en heb ik uit de 'Currybijbel' geplukt, het boek waar ik al eerder over schreef en helaas nog maar zo slecht verkrijgbaar is. Een extra druk kan ik de uitgever van harte aanbevelen want er is vraag naar heb ik gemerkt.
Gelukkig verscheen er onlangs het kookboek 'Uit India' van Kumar en Suba Mahadevan. Zelf heb ik het (nog) niet in de boekenkast staan maar als ik het zo eens bekijk lijkt het me een prima aankoop.
Essentieel voor de smaak van de balletjes is ze minstens 6 uur in de koelkast te laten rusten. Langer mag uiteraard ook.
Herkenbaar zal wel zijn dat je denkt alles in huis te hebben en op het moment suprême zoek je je wezenloos naar in mijn geval kardemompeulen. Ik weet toch zeker dat... Wel poeder. Nou ja, er is weer wat veranderd aan het recept.
Kaneel, laurier en kruidnagels (plus kardemompeulen die ik niet had) dien je in een stukje stof te vouwen, dichtbinden en mee trekken in de saus. In de kast liggen van die theezakjes die je zelf kunt vullen met een mengsel naar keuze. Ping! Werkt super! Kruiden erin, dichtbinden met wat keukentouw, over de rand van je pan hangen en vastknopen aan je pan.
Je hebt nodig voor 4 personen:
Voor de balletjes:
600 gram runder-of lamsgehakt - 2 à 3 teentjes knoflook, ik heb van die reuze gevallen dus dan is 2 wel genoeg - 1 ui - 1 1/2 el gemalen koriander - 3/4 el gemalen komijn - 5 cm gember - 1 1/2 tl cayennepeper - 2 tl zout - 3 el peterselie ( oorspronkelijk koriander maar zoals u weet houd ik niet van verse koriander) - 1 ei - peper uit de molen.
Snipper ui en knoflook heel fijn. Schil de gember en rasp het. Vermeng vervolgens alle ingrediënten goed door elkaar. Kneed gerust een paar minuten, het komt de smaak en structuur van de balletjes alleen maar ten goede, Draai er vervolgens balletjes ter grootte van een walnoot van. Dek af en zet minstens 6 uur in de koelkast.
Voor de saus:
2 à 3 teentjes knoflook - 3 groene pepers - 5cm gember - 2 uien - 3 tomaten - 1 el tomatenpuree - 1 el gemalen koriander (ketoembar) - 1 tl kurkuma - 1 tl gemalen kardemom- 1 1/2 tl cayennepeper - 2 kaneelstokjes - 2 laurierblaadjes - 6 kruidnagels - stuk of 8 zwarte peperkorrels - 125 ml gezeefde tomaten - 4 el zonnebloemolie- 1 liter water of runderbouillon. Ik heb bouillon gebruikt, je hoeft dan geen extra zout te gebruiken. Gebruik je water voeg dan 1 tl zout toe en verder naar smaak. Of half water, half bouillon.
Hak de knoflook, evenals de pepers. Verwijder eventueel de zaadjes uit de pepers. Schil de gember en snijd in stukjes. Doe deze drie met 3 el water in de blender en draai er een sausje van.
Snipper de uien en bak ze een aantal minuten in de olie tot ze lichtbruin kleuren. Giet er dan de inhoud uit de blender bij en bak 2 minuten. Doe 2 eetlepels water in de blender, zet hem nog even aan en giet het vervolgens in de pan. Zo benut je ook wat onderin is blijven hangen optimaal.
Snijd de tomaten in stukken en voeg ze toe. Bak ze tot ze zacht zijn, dit duurt ongeveer tien minuten. Tomatenpuree erbij, roeren, minuutje fruiten.
Cayennepeper, kurkuma, kardemom en koriander toevoegen en omscheppen. Water of bouillon erbij plus de gezeefde tomaten, roeren en zachtjes aan de kook laten komen.
Stop intussen in een builtje de kaneel, kruidnagels, laurier en zwarte peperkorrels. Bind goed vast en hang het in de pan.
Laat de saus met deksel half op de pan 30 minuten zachtjes pruttelen.
Nu mogen dan eindelijk die balletjes erbij. Zet je hittebron zo laag mogelijk, eventueel een plaatje eronder als dat kan en stoof ze tot ze gaar zijn. Houd de saus een beetje in de gaten, wordt het te dik voeg dan wat water toe. Vind je het te dun vis de balletjes dan uit de pan zodra ze gaar zijn en kook de saus wat verder in.
Haal het zakje met specerijen uit de pan.
Schep de balletjes met de saus in een schaal of verdeel het over borden. Geef er rijst bij, komkommer met wat yoghurt, chutney ( maak deze tomaten-appelchutney eens!) en naan is natuurlijk ook nooit weg.
Dit zijn geweldige ballen! Kruidig, pittig, warm alles komt samen door de vele specerijen en kruiden.
Net als alle ballen heb je ze in schier oneindige samenstellingen, iedere streek zijn bal, net als hier.
Deze hebben een Pakistaanse achtergrond en heb ik uit de 'Currybijbel' geplukt, het boek waar ik al eerder over schreef en helaas nog maar zo slecht verkrijgbaar is. Een extra druk kan ik de uitgever van harte aanbevelen want er is vraag naar heb ik gemerkt.
Gelukkig verscheen er onlangs het kookboek 'Uit India' van Kumar en Suba Mahadevan. Zelf heb ik het (nog) niet in de boekenkast staan maar als ik het zo eens bekijk lijkt het me een prima aankoop.
Essentieel voor de smaak van de balletjes is ze minstens 6 uur in de koelkast te laten rusten. Langer mag uiteraard ook.
Herkenbaar zal wel zijn dat je denkt alles in huis te hebben en op het moment suprême zoek je je wezenloos naar in mijn geval kardemompeulen. Ik weet toch zeker dat... Wel poeder. Nou ja, er is weer wat veranderd aan het recept.
Kaneel, laurier en kruidnagels (plus kardemompeulen die ik niet had) dien je in een stukje stof te vouwen, dichtbinden en mee trekken in de saus. In de kast liggen van die theezakjes die je zelf kunt vullen met een mengsel naar keuze. Ping! Werkt super! Kruiden erin, dichtbinden met wat keukentouw, over de rand van je pan hangen en vastknopen aan je pan.
Je hebt nodig voor 4 personen:
Voor de balletjes:
600 gram runder-of lamsgehakt - 2 à 3 teentjes knoflook, ik heb van die reuze gevallen dus dan is 2 wel genoeg - 1 ui - 1 1/2 el gemalen koriander - 3/4 el gemalen komijn - 5 cm gember - 1 1/2 tl cayennepeper - 2 tl zout - 3 el peterselie ( oorspronkelijk koriander maar zoals u weet houd ik niet van verse koriander) - 1 ei - peper uit de molen.
Snipper ui en knoflook heel fijn. Schil de gember en rasp het. Vermeng vervolgens alle ingrediënten goed door elkaar. Kneed gerust een paar minuten, het komt de smaak en structuur van de balletjes alleen maar ten goede, Draai er vervolgens balletjes ter grootte van een walnoot van. Dek af en zet minstens 6 uur in de koelkast.
Voor de saus:
2 à 3 teentjes knoflook - 3 groene pepers - 5cm gember - 2 uien - 3 tomaten - 1 el tomatenpuree - 1 el gemalen koriander (ketoembar) - 1 tl kurkuma - 1 tl gemalen kardemom- 1 1/2 tl cayennepeper - 2 kaneelstokjes - 2 laurierblaadjes - 6 kruidnagels - stuk of 8 zwarte peperkorrels - 125 ml gezeefde tomaten - 4 el zonnebloemolie- 1 liter water of runderbouillon. Ik heb bouillon gebruikt, je hoeft dan geen extra zout te gebruiken. Gebruik je water voeg dan 1 tl zout toe en verder naar smaak. Of half water, half bouillon.
Hak de knoflook, evenals de pepers. Verwijder eventueel de zaadjes uit de pepers. Schil de gember en snijd in stukjes. Doe deze drie met 3 el water in de blender en draai er een sausje van.
Snipper de uien en bak ze een aantal minuten in de olie tot ze lichtbruin kleuren. Giet er dan de inhoud uit de blender bij en bak 2 minuten. Doe 2 eetlepels water in de blender, zet hem nog even aan en giet het vervolgens in de pan. Zo benut je ook wat onderin is blijven hangen optimaal.
Snijd de tomaten in stukken en voeg ze toe. Bak ze tot ze zacht zijn, dit duurt ongeveer tien minuten. Tomatenpuree erbij, roeren, minuutje fruiten.
Cayennepeper, kurkuma, kardemom en koriander toevoegen en omscheppen. Water of bouillon erbij plus de gezeefde tomaten, roeren en zachtjes aan de kook laten komen.
Stop intussen in een builtje de kaneel, kruidnagels, laurier en zwarte peperkorrels. Bind goed vast en hang het in de pan.
Laat de saus met deksel half op de pan 30 minuten zachtjes pruttelen.
Nu mogen dan eindelijk die balletjes erbij. Zet je hittebron zo laag mogelijk, eventueel een plaatje eronder als dat kan en stoof ze tot ze gaar zijn. Houd de saus een beetje in de gaten, wordt het te dik voeg dan wat water toe. Vind je het te dun vis de balletjes dan uit de pan zodra ze gaar zijn en kook de saus wat verder in.
Haal het zakje met specerijen uit de pan.
Schep de balletjes met de saus in een schaal of verdeel het over borden. Geef er rijst bij, komkommer met wat yoghurt, chutney ( maak deze tomaten-appelchutney eens!) en naan is natuurlijk ook nooit weg.
Labels:
Curry,
gehakt,
Kookboek,
kruiden,
Recept,
Rijst,
Rundvlees,
Spicy,
Stoofpotje,
Tomaat,
Wereldkeuken
vrijdag 25 oktober 2013
Risottokoekjes met paddenstoelen uit de oven
Er zijn mensen die niet van risotto houden, echt ze bestaan. Ik snap dat niet, het staat bij mij hoog in de top 10. Als er iets in de categorie comfortfood valt is het smeuïge risotto. Mijn echtgenoot denkt daar anders over helaas. Die vindt er niks aan. Dus als de man eens van huis is dan danst de risotto hier op tafel. Of lamsvlees.
Nu ben ik al niet zo'n ster in het op maat koken, risotto klaarmaken voor je eentje is al helemaal onmogelijk.
Gelukkig bestaan er arancini, risottoballetjes die je eerst een jas aantrekt en vervolgens frituurt of bakt.
Ik stopte ze in de oven en dat gaat ook uitstekend.
Mijn favoriet is eigenlijk wel met paddenstoelen en porcini oftewel eekhoorntjesbrood mag zeker niet ontbreken. Zoveel smaak als die afgeven, ik schreef het al eerder. Aangezien ik nog wat spekblokjes had liggen, heb ik die ook maar gebruikt maar meestal maak ik het helemaal vega.
Risotto maken is helemaal niet moeilijk, je moet alleen wel bij je pan blijven en een beetje geduld hebben. Dat is niet zo lastig op te brengen voor zoveel lekkers.
Ik heb gebruikt voor de risotto:
250 gram arboriorijst - 1 ui - 1 sjalotje -1 teentje knoflook - 250 gram kastanjechampignons - bakje gedroogde porcini (30 gram) - 1 takje rozemarijn - 100 gram spekblokjes - 1 glas droge witte wijn - 750 ml groente, paddenstoelen of kippenbouillon - 2 el olijfolie - 25 gram roomboter - 75 gram geraspte Parmezaanse kaas - 2 el fijngeknipte peterselie - spriets citroensap - peper uit de molen.
Zo maak je het:
Voor het paddenstoelenmengsel week je de porcini in een bakje met heet water gedurende 10 à 15 minuten. De champignons en eventuele andere soorten veeg je indien nodig schoon en snijd je in plakjes die je weer halveert.
Giet de porcini af in een zeef en druk er wat vocht uit. Snijd vervolgens ook in kleine stukjes.
Snipper het sjalotje.
Bak in een koekenpan de spekblokjes, ze hoeven niet krokant te zijn. Voeg sjalotje, paddenstoelen en fijngehakte rozemarijnnaaldjes toe. Draai er peper boven en bak zachtjes gedurende een minuut of tien. Zet weg tot gebruik.
De risotto:
Snipper de ui en knoflook.
Pak een pan met dikke bodem en verhit 2 eetlepels olijfolie. Fruit hierin de ui en knoflook op niet al te hoog vuur tot de ui glazig is.
Voeg de rijst toe, schep goed door. De rijstkorrels moeten bedekt zijn met een glanzend laagje.
De wijn erbij, roeren tot het bijna verdampt is en dat is snel. Nu twee grote soeplepels bouillon in de pan scheppen, roeren tot de rijst het vocht bijna heeft opgenomen.
Wederom twee grote soeplepels bouillon en zo ga je door tot de rijst gaar is. Een kwestie van veel tusendoor proeven. In tegenstelling tot hoe wij de rijst meestal koken, deze mag absoluut niet droogkoken. Het moet vochtig zijn anders krijg je nooit een smeuïg geheel.
Goed, de rijst is gaar, nu schep je het paddenstoelenmengsel erdoor plus een klont boter. Mascarpone wordt ook wel gebruikt, ook lekker! Geraspte Parmezaan erbij, de peterselie, een goede spriets citroensap om het geheel wat op te frissen. Door elkaar scheppen en gloeiendheet opdienen met op tafel nog extra Parmezaan om er zelf overheen te raspen.
En... smaakte de risotto? Mooi, gaan we nu verder met de risottokoekjes. Zoals gezegd, ik at in mijn eentje dus nog meer dan genoeg over voor de koekjes.
Zo maak je ze:
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Laat de risotto helemaal afkoelen. In de praktijk betekent dat de ene dag risotto eten, de andere dag de koekjes maken.
Schep een flinke eetlepel afgekoelde risotto uit de pan en vorm het tot kleine, vrij dikke hamburgertjes
Klop 2 middelgrote eieren los met een scheutje water. Strooi op een bord bloem en op een ander bord paneermeel.
Wentel ze eerst door de bloem, dan door het ei en vervolgens door de paneermeel. Zorg ervoor dat ze aan alle kanten goed bedekt zijn, ook de zijkanten.
Leg ze op de bakplaat en laat even rusten. Nu de oven in gedurende 30 à 45 minuten tot de koekjes knapperige korstjes hebben. Halverwege een keertje omdraaien.
Verrukkelijk met citroenmayo of een tomatensaus. Maak de volgende keer dus extra risotto en ga de dag erop aan de slag met deze risottokoekjes.
Je kunt er ook balletjes van maken en in het midden een beetje vulling stoppen als dikke tomatensaus of wat kaas dan zijn het echte arancini en vervolgens frituren of bakken. Maak de ballen dan wel groter.
Natuurlijk kun je hiervoor gewoon je eigen risottorecept gebruiken . Draai ballen of maak burgertjes met die ingrediënten die jij het allerlekkerste vindt
En..ze doen het geweldig op feestjes.
Nu ben ik al niet zo'n ster in het op maat koken, risotto klaarmaken voor je eentje is al helemaal onmogelijk.
Gelukkig bestaan er arancini, risottoballetjes die je eerst een jas aantrekt en vervolgens frituurt of bakt.
Ik stopte ze in de oven en dat gaat ook uitstekend.
Mijn favoriet is eigenlijk wel met paddenstoelen en porcini oftewel eekhoorntjesbrood mag zeker niet ontbreken. Zoveel smaak als die afgeven, ik schreef het al eerder. Aangezien ik nog wat spekblokjes had liggen, heb ik die ook maar gebruikt maar meestal maak ik het helemaal vega.
Risotto maken is helemaal niet moeilijk, je moet alleen wel bij je pan blijven en een beetje geduld hebben. Dat is niet zo lastig op te brengen voor zoveel lekkers.
Ik heb gebruikt voor de risotto:
250 gram arboriorijst - 1 ui - 1 sjalotje -1 teentje knoflook - 250 gram kastanjechampignons - bakje gedroogde porcini (30 gram) - 1 takje rozemarijn - 100 gram spekblokjes - 1 glas droge witte wijn - 750 ml groente, paddenstoelen of kippenbouillon - 2 el olijfolie - 25 gram roomboter - 75 gram geraspte Parmezaanse kaas - 2 el fijngeknipte peterselie - spriets citroensap - peper uit de molen.
Zo maak je het:
Voor het paddenstoelenmengsel week je de porcini in een bakje met heet water gedurende 10 à 15 minuten. De champignons en eventuele andere soorten veeg je indien nodig schoon en snijd je in plakjes die je weer halveert.
Giet de porcini af in een zeef en druk er wat vocht uit. Snijd vervolgens ook in kleine stukjes.
Snipper het sjalotje.
Bak in een koekenpan de spekblokjes, ze hoeven niet krokant te zijn. Voeg sjalotje, paddenstoelen en fijngehakte rozemarijnnaaldjes toe. Draai er peper boven en bak zachtjes gedurende een minuut of tien. Zet weg tot gebruik.
De risotto:
Snipper de ui en knoflook.
Pak een pan met dikke bodem en verhit 2 eetlepels olijfolie. Fruit hierin de ui en knoflook op niet al te hoog vuur tot de ui glazig is.
Voeg de rijst toe, schep goed door. De rijstkorrels moeten bedekt zijn met een glanzend laagje.
De wijn erbij, roeren tot het bijna verdampt is en dat is snel. Nu twee grote soeplepels bouillon in de pan scheppen, roeren tot de rijst het vocht bijna heeft opgenomen.
Wederom twee grote soeplepels bouillon en zo ga je door tot de rijst gaar is. Een kwestie van veel tusendoor proeven. In tegenstelling tot hoe wij de rijst meestal koken, deze mag absoluut niet droogkoken. Het moet vochtig zijn anders krijg je nooit een smeuïg geheel.
Goed, de rijst is gaar, nu schep je het paddenstoelenmengsel erdoor plus een klont boter. Mascarpone wordt ook wel gebruikt, ook lekker! Geraspte Parmezaan erbij, de peterselie, een goede spriets citroensap om het geheel wat op te frissen. Door elkaar scheppen en gloeiendheet opdienen met op tafel nog extra Parmezaan om er zelf overheen te raspen.
En... smaakte de risotto? Mooi, gaan we nu verder met de risottokoekjes. Zoals gezegd, ik at in mijn eentje dus nog meer dan genoeg over voor de koekjes.
Zo maak je ze:
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Laat de risotto helemaal afkoelen. In de praktijk betekent dat de ene dag risotto eten, de andere dag de koekjes maken.
Schep een flinke eetlepel afgekoelde risotto uit de pan en vorm het tot kleine, vrij dikke hamburgertjes
Klop 2 middelgrote eieren los met een scheutje water. Strooi op een bord bloem en op een ander bord paneermeel.
Wentel ze eerst door de bloem, dan door het ei en vervolgens door de paneermeel. Zorg ervoor dat ze aan alle kanten goed bedekt zijn, ook de zijkanten.
Leg ze op de bakplaat en laat even rusten. Nu de oven in gedurende 30 à 45 minuten tot de koekjes knapperige korstjes hebben. Halverwege een keertje omdraaien.
Verrukkelijk met citroenmayo of een tomatensaus. Maak de volgende keer dus extra risotto en ga de dag erop aan de slag met deze risottokoekjes.
Je kunt er ook balletjes van maken en in het midden een beetje vulling stoppen als dikke tomatensaus of wat kaas dan zijn het echte arancini en vervolgens frituren of bakken. Maak de ballen dan wel groter.
Natuurlijk kun je hiervoor gewoon je eigen risottorecept gebruiken . Draai ballen of maak burgertjes met die ingrediënten die jij het allerlekkerste vindt
En..ze doen het geweldig op feestjes.
Labels:
Feest,
Hapjes,
Oven,
paddestoelen,
Recept,
Rijst,
Voorgerecht
woensdag 2 oktober 2013
Garnalen in zoete chili-tomatensaus
Garnalen kan ik elke week wel eten, net als mosselen, ook zoiets. Altijd al gehad. Variaties zijn er genoeg te bedenken zodat het nooit verveelt. Gisteren was het weer zover. Aan de ene kant trek in pasta, aan de andere kreeg ik die garnalen niet uit mijn hoofd. Het zal duidelijk zijn, de laatsten hebben gewonnen.
Maak ik vandaag gewoon pasta. Denk ik.
Hebben jullie dat ook wel eens? 's Ochtends bedenken wat je die dag gaat eten en iets geheel anders op tafel zetten. Het overkomt mij regelmatig. Trek je die koelkast open en zie je een paar tomaten of paprika's liggen waar je echt iets mee moet voor ze overlijden zeg maar.
Deze jongens heb ik zoals de titel al verklapt laten garen in een chili-tomatensaus met flink wat gember, knoflook en als extraatje een paar piri-piripepers uit eigen tuin. Wie bang is dat het een wel heel pittige bedoening wordt, vrees niet het valt reuze mee! Natuurlijk past rijst hier uitstekend bij. Ik heb aan de rijst wat geraspte limoenschil toegevoegd voor ik het ging koken. Vlak voor het opscheppen nog een flinke spriets sap erdoor, prima combinatie met de ietwat pittige garnalen.
Je hebt nodig:
600 gram grote garnalen (vers of uit de diepvries) - scheutje zonnebloem of arachideolie - 2 knoflooktenen - 2 cm gember - 2 sjalotjes - 2 of 3 chilipepers/Spaanse pepers - 1 limoen - 100 ml gezeefde tomaten (pakje) - 4 à 5 el zoete chilisaus, zelfgemaakt of zelf gekocht - 125 ml water - zout - 1 koffielepel gula djawa oftewel palmsuiker (te koop bij de Toko maar de Jumbo heeft het in ieder geval ook)
Zo maak je het:
Laat de garnalen ontdooien in de koelkast of onder koud stromend water. Verwijder hun jasjes. De darmkanaaltjes zijn vaak al grotendeels verwijderd maar check het toch maar even. Zie je een duidelijke grijze draad lopen, even over de lengte insnijden en met een scherp mesje eruit trekken. Gaat meestal heel gemakkelijk.
Dep de garnalen goed droog en leg ze tot gebruik in de koelkast.
Hak de sjalotjes, knoflook, gember en chilipepers fijn. Je kunt het zaad uit de pepers verwijderen voor een mildere smaak. Of bij de ene wel en de andere niet. It's up to you!
Rasp de palmsuiker. Je koopt het meestal als dikke schijven. Ze blijven eeuwen goed zolang je ze maar luchtdicht opbergt. Anders worden ze keihard.
Verhit een scheutje olie en fruit hierin de knoflook, gember, chili en sjalotjes vijf minuten op een laag vuur.
Voeg gezeefde tomaten, zoete chilisaus, sap van een halve limoen en water toe. Laat 5 minuten pruttelen. Proef en voeg indien nodig wat zout toe.
Leg de garnalen erin en hussel het om.
Deksel op de pan en vijf minuten op laag vuur laten garen. Meer hebben ze niet nodig.
Serveren met de limoenrijst en wat komkommer.
Extra: Gebruik dit garnalenrecept eens om lepelhapjes te maken en uit te delen als amuse. Of rooster (stok)brood, leg er wat garnalen op met een lik saus en wat limoenzest.
Als onderdeel van je tapasavondje met knapperig brood.
Maak er een garnalencocktail anders dan anders van, koud zijn ze namelijk ook heerlijk!
Zo zie je maar weer, je kunt alle kanten op met de garnaal.
Maak ik vandaag gewoon pasta. Denk ik.
Hebben jullie dat ook wel eens? 's Ochtends bedenken wat je die dag gaat eten en iets geheel anders op tafel zetten. Het overkomt mij regelmatig. Trek je die koelkast open en zie je een paar tomaten of paprika's liggen waar je echt iets mee moet voor ze overlijden zeg maar.
Deze jongens heb ik zoals de titel al verklapt laten garen in een chili-tomatensaus met flink wat gember, knoflook en als extraatje een paar piri-piripepers uit eigen tuin. Wie bang is dat het een wel heel pittige bedoening wordt, vrees niet het valt reuze mee! Natuurlijk past rijst hier uitstekend bij. Ik heb aan de rijst wat geraspte limoenschil toegevoegd voor ik het ging koken. Vlak voor het opscheppen nog een flinke spriets sap erdoor, prima combinatie met de ietwat pittige garnalen.
Je hebt nodig:
600 gram grote garnalen (vers of uit de diepvries) - scheutje zonnebloem of arachideolie - 2 knoflooktenen - 2 cm gember - 2 sjalotjes - 2 of 3 chilipepers/Spaanse pepers - 1 limoen - 100 ml gezeefde tomaten (pakje) - 4 à 5 el zoete chilisaus, zelfgemaakt of zelf gekocht - 125 ml water - zout - 1 koffielepel gula djawa oftewel palmsuiker (te koop bij de Toko maar de Jumbo heeft het in ieder geval ook)
Zo maak je het:
Laat de garnalen ontdooien in de koelkast of onder koud stromend water. Verwijder hun jasjes. De darmkanaaltjes zijn vaak al grotendeels verwijderd maar check het toch maar even. Zie je een duidelijke grijze draad lopen, even over de lengte insnijden en met een scherp mesje eruit trekken. Gaat meestal heel gemakkelijk.
Dep de garnalen goed droog en leg ze tot gebruik in de koelkast.
Hak de sjalotjes, knoflook, gember en chilipepers fijn. Je kunt het zaad uit de pepers verwijderen voor een mildere smaak. Of bij de ene wel en de andere niet. It's up to you!
Rasp de palmsuiker. Je koopt het meestal als dikke schijven. Ze blijven eeuwen goed zolang je ze maar luchtdicht opbergt. Anders worden ze keihard.
Verhit een scheutje olie en fruit hierin de knoflook, gember, chili en sjalotjes vijf minuten op een laag vuur.
Voeg gezeefde tomaten, zoete chilisaus, sap van een halve limoen en water toe. Laat 5 minuten pruttelen. Proef en voeg indien nodig wat zout toe.
Leg de garnalen erin en hussel het om.
Deksel op de pan en vijf minuten op laag vuur laten garen. Meer hebben ze niet nodig.
Serveren met de limoenrijst en wat komkommer.
Extra: Gebruik dit garnalenrecept eens om lepelhapjes te maken en uit te delen als amuse. Of rooster (stok)brood, leg er wat garnalen op met een lik saus en wat limoenzest.
Als onderdeel van je tapasavondje met knapperig brood.
Maak er een garnalencocktail anders dan anders van, koud zijn ze namelijk ook heerlijk!
Zo zie je maar weer, je kunt alle kanten op met de garnaal.
dinsdag 25 juni 2013
Maaike's Kedgeree met kip en citroen (Foodblogswap juni 2013)
Het was weer zo ver, er 'moest' gekookt worden van andermans blog. De maand mei sloeg ik deze o zo leuke foodblogswap over in verband met andere ook heel leuke maar tijdrovende activiteiten. Deze maand echter schreef ik me weer met een vol verwachting kloppend hart in.
Bij wie, o bij wie mocht ik op bezoek? Het bleek een oude bekende te zijn; MiCook oftewel Maaike, we volgen elkaar via de diverse kanalen al een hele tijd en in het prefoodblogswaptijdperk maakte ik al eens haar overheerlijke knapperige kletskoppen.
Het blog van Maaike is overzichtelijk en ze schrijft reuzegezellig. Dol op quinoa maar dat is nu juist iets wat ik in Huize Eetlust niet gemakkelijk kan slijten, zeg maar gewoon niet kan slijten. Gelukkig zijn er tal van andere mogelijkheden. Ga maar eens op haar blog neuzen, ik weet zeker dat je er genoeg recepten vindt om eens mee aan de slag te gaan.
Mijn oog viel op kedgeree met kip en citroen. Citroen! Happy me. Zelf heeft ze wat gesleuteld aan het originele recept en ik op mijn beurt ook weer. Het is een gewoonte die je er niet zomaar uit krijgt.
Deze rijst met groenten en/of peulvruchten komt oorspronkelijk uit India. De Engelsen vervingen de linzen door (gerookte) vis, hardgekookt eitje erbij en gaven er zo een eigen draai aan. Inmiddels staat het daar te boek als een 'traditional British breakfast' .In Engeland terecht gekomen nadat Britse kolonialen terug naar huis keerden. Een ander verhaal vertelt juist dat het door Schotse troepen naar India is gebracht.
Net als Maaike kom ik tot de conclusie dat dit eigenlijk helemaal geen kedgeree is. Ik zou het eerder een pilav noemen. Al met al is het een smakelijk gerecht. We hebben heerlijk gegeten en de yoghurtsaus die erbij hoort maakt het lekker fris. Een volgende keer voeg ik nog wel wat gesnipperde ui toe en een rood pepertje voor iets meer pit. Op het laatst lenteui of bieslook toevoegen geeft het ook net dat beetje extra.
Aan de slag!
Je hebt nodig voor 4 personen:
300 gram basmatirijst - 1 liter kippen- of groentebouillon - 250 gram wortel - 250 gram (diepvries)doperwten - 1 rode paprika - 200 gram gerookte kipfilet - 1 flinke citroen (zest en sap) - 1 el olie om in te bakken - 200 ml yoghurt - 2 el gehakte peterselie - 1 el bieslook - beetje zout - peper - chilivlokken uit de molen (optioneel)
Zo maak je het:
Schrap de wortel(s) en halveer overlangs om er vervolgens blokjes van te snijden. Verwijder de zaadlijsten uit de paprika en snij eveneens in blokjes.
Verhit wat olie in een grote pan en bak hierin de wortel en paprika een minuut of vijf. Voeg de rijst toe, schep even om en giet de bouillon erbij.
Breng aan de kook, zet het vuur dan laag en laat het met een deksel op de pan ongeveer 10 minuten zachtjes pruttelen.
In de tussentijd was je de citroen onder heet water, hierdoor kun je de schil gemakkelijker raspen. Zorg er wel voor dat je alleen het buitenste laagje raspt en niet het bittere wit eronder. Pers de citroen daarna uit.
Snij de gerookte kipfilet in smalle reepjes.
Voeg nu de (diepvries)doperwtjes plus de citroenrasp en sap toe aan de rijst. Lekker verder laten sudderen tot de rijst gaar is.
Voeg een aantal minuten voor het einde de kipreepjes toe en laat ze meewarmen.
Maak een sausje van de yoghurt, peterselie en bieslook. Breng op smaak met een beetje zout, peper en gemalen chilivlokken. Dat laatste hoeft niet hoor , als je het verder toch niet gebruikt zou ik het ook vooral niet speciaal kopen.
Als alles klaar is schep je de rijst op borden en strooi je er nog wat peterselie en eventueel wat bieslook over.
Ik heb doperwten uit de diepvries gebruikt omdat ik ze uit een blik of pot niet te.... vind. Altijd al zo geweest. Alleen als ik surinaamse pasteitjes maak koop ik een blik, weet niet waarom maar alleen dan vind ik het lekker. Slaat ongetwijfeld helemaal nergens op maar ja wat tussen de oren zit en zo...
Maaike, bedankt voor je heerlijke recept, het was leuk om weer eens bij je op bezoek te zijn!
Ook van mijn blog werd er gekookt en wel door Ageeth van Ageeth eet en kookt en zij maakte dit
Nieuwsgierig naar haar interpretatie van mijn rundvlees met gember? Ga dan vooral even bij haar kijken en ga meteen op ontdekkingstocht!
Bij wie, o bij wie mocht ik op bezoek? Het bleek een oude bekende te zijn; MiCook oftewel Maaike, we volgen elkaar via de diverse kanalen al een hele tijd en in het prefoodblogswaptijdperk maakte ik al eens haar overheerlijke knapperige kletskoppen.
Het blog van Maaike is overzichtelijk en ze schrijft reuzegezellig. Dol op quinoa maar dat is nu juist iets wat ik in Huize Eetlust niet gemakkelijk kan slijten, zeg maar gewoon niet kan slijten. Gelukkig zijn er tal van andere mogelijkheden. Ga maar eens op haar blog neuzen, ik weet zeker dat je er genoeg recepten vindt om eens mee aan de slag te gaan.
Mijn oog viel op kedgeree met kip en citroen. Citroen! Happy me. Zelf heeft ze wat gesleuteld aan het originele recept en ik op mijn beurt ook weer. Het is een gewoonte die je er niet zomaar uit krijgt.
Deze rijst met groenten en/of peulvruchten komt oorspronkelijk uit India. De Engelsen vervingen de linzen door (gerookte) vis, hardgekookt eitje erbij en gaven er zo een eigen draai aan. Inmiddels staat het daar te boek als een 'traditional British breakfast' .In Engeland terecht gekomen nadat Britse kolonialen terug naar huis keerden. Een ander verhaal vertelt juist dat het door Schotse troepen naar India is gebracht.
Net als Maaike kom ik tot de conclusie dat dit eigenlijk helemaal geen kedgeree is. Ik zou het eerder een pilav noemen. Al met al is het een smakelijk gerecht. We hebben heerlijk gegeten en de yoghurtsaus die erbij hoort maakt het lekker fris. Een volgende keer voeg ik nog wel wat gesnipperde ui toe en een rood pepertje voor iets meer pit. Op het laatst lenteui of bieslook toevoegen geeft het ook net dat beetje extra.
Aan de slag!
Je hebt nodig voor 4 personen:
300 gram basmatirijst - 1 liter kippen- of groentebouillon - 250 gram wortel - 250 gram (diepvries)doperwten - 1 rode paprika - 200 gram gerookte kipfilet - 1 flinke citroen (zest en sap) - 1 el olie om in te bakken - 200 ml yoghurt - 2 el gehakte peterselie - 1 el bieslook - beetje zout - peper - chilivlokken uit de molen (optioneel)
Zo maak je het:
Schrap de wortel(s) en halveer overlangs om er vervolgens blokjes van te snijden. Verwijder de zaadlijsten uit de paprika en snij eveneens in blokjes.
Verhit wat olie in een grote pan en bak hierin de wortel en paprika een minuut of vijf. Voeg de rijst toe, schep even om en giet de bouillon erbij.
Breng aan de kook, zet het vuur dan laag en laat het met een deksel op de pan ongeveer 10 minuten zachtjes pruttelen.
In de tussentijd was je de citroen onder heet water, hierdoor kun je de schil gemakkelijker raspen. Zorg er wel voor dat je alleen het buitenste laagje raspt en niet het bittere wit eronder. Pers de citroen daarna uit.
Snij de gerookte kipfilet in smalle reepjes.
Voeg nu de (diepvries)doperwtjes plus de citroenrasp en sap toe aan de rijst. Lekker verder laten sudderen tot de rijst gaar is.
Voeg een aantal minuten voor het einde de kipreepjes toe en laat ze meewarmen.
Maak een sausje van de yoghurt, peterselie en bieslook. Breng op smaak met een beetje zout, peper en gemalen chilivlokken. Dat laatste hoeft niet hoor , als je het verder toch niet gebruikt zou ik het ook vooral niet speciaal kopen.
Als alles klaar is schep je de rijst op borden en strooi je er nog wat peterselie en eventueel wat bieslook over.
Ik heb doperwten uit de diepvries gebruikt omdat ik ze uit een blik of pot niet te.... vind. Altijd al zo geweest. Alleen als ik surinaamse pasteitjes maak koop ik een blik, weet niet waarom maar alleen dan vind ik het lekker. Slaat ongetwijfeld helemaal nergens op maar ja wat tussen de oren zit en zo...
Maaike, bedankt voor je heerlijke recept, het was leuk om weer eens bij je op bezoek te zijn!
Ook van mijn blog werd er gekookt en wel door Ageeth van Ageeth eet en kookt en zij maakte dit
Nieuwsgierig naar haar interpretatie van mijn rundvlees met gember? Ga dan vooral even bij haar kijken en ga meteen op ontdekkingstocht!
zondag 23 juni 2013
Kerriesoep met rijst en gehaktballetjes
Eens in de twee weken eet ik in het huis waar de man die ik al zo'n jaar of dertig mijn vader noem woont. Hij bewoont er een gezellig appartementje maar koken doet hij niet meer. Nu was dat in tegenstelling tot lekker eten toch al niet zijn grootste hobby, hij heeft het vast geen dag gemist.
Iedere dag stapt hij zo tegen twaalven naar beneden om samen met de andere bewoners en buurtgenoten van het middagmaal te genieten. Iedere dag keus uit twee soepen, twee vlees en/of visbereidingen, diverse groente, aardappel of rijst, een hele riedel toetjes. Nee, het is er zo slecht nog niet.
Ter variatie zo af en toe eens bami, in de winter stamppotjes, hazepeper en snert en nu in de zomer aardappelsalade met allerlei lekkers ernaast. Deze laatste heb ik een paar weken geleden daar gegeten, ik kon daarna geen pap meer zeggen.
Eten van vroeger met her en der een tintje van nu. Hoe zal het er uitzien als ik over de tachtig ben? De vraag is dan ook nog eens of dergelijke huizen nog bestaan.
Maar goed, een enkele keer staat er daar kerriesoep op het menu en dat is voor mij ook echt de smaak van vroeger. Beetje dikkig, rijst erin, lichtzoet door ronddrijvende rozijntjes en ongetwijfeld uit een pakje. blik of zak maar dat kan me af en toe niks bommen. Ik vind het gewoon lekker, zo af en toe. Mijn vader niet, die vraagt iedere keer: "Lust jij dat? " "Ja, dat lust ik" De gekookte vis die hij nog wel eens neemt lust ik dan weer niet, ook de smaak van vroeger maar je hoeft niet met alles in het verleden te duiken.. toch?
Door het ietwat vreemde weer van de afgelopen dagen raakte mijn kookgemoedstoestand in de war. Zomers, niet zomers, half zomers, warm eten, koud eten, lauw, ik wist het even niet meer. Maar soep... soep kan altijd, ik zeg het maar weer eens.
Het lampje ging branden... kerriesoep. Licht pittig, lichtzoet en ja met de rozijntjes. Vind je dat nou echt geen combinatie, laat het er lekker uit. Ook kinderen weten deze soep vast te waarderen.
De hoeveelheid is voldoende voor 4 kommen
Dit heb ik gebruikt:
1 liter rundvleesbouillon - 200 ml kokosmelk - 1 el zonnebloemolie - 2 el garam masala (kerrie) - 2 el gembersiroop - 1 ui -1/2 teentje knoflook - 1/2 rode paprika - 1/2 winterwortel - 1 el rozijntjes - 30 gram rijst - 200 gram rundergehakt - 1 koffielepel sambal brandal (andere kan ook) - peper - zout - 1/2 el ketjap manis - 1/4 tl ketoembar - 1/4 tl paprikapoeder - 1/4 tl djahé (gemberpoeder) - handje taugé
Zo maak je het:
Vermeng het gehakt met de sambal, ketjap, gemberpoeder, paprikapoeder, ketoembar, peper en zout. Draai er kleine gehaktballetjes van, iets groter als de standaard soepballetjes.
Snipper de ui en knoflook. Snij de paprika en winterwortel in kleine blokjes.
Verhit 1 el olie in een pan en fruit hierin, ui, knoflook, wortel en paprika. Rijst erbij en strooi de garam masala erover en roer snel door elkaar. Laat kerrie nooit te lang bakken daar wordt het bitter van. Voeg de gembersiroop toe en wederom even roeren.
Giet de bouillon in de pan en breng het aan de kook. Zet dan het vuur weer lager, mik de rozijntjes erin en laat zachtjes pruttelen.
Zodra de rijst gaar is voeg je de kokosmelk en gehaktballetjes toe.
De balletjes zijn gaar zodra ze boven komen drijven. Check de gaarheid even door er eentje te proeven.
Proef de soep sowieso en voeg eventueel nog wat gembersiroop toe zoals ik deed.
Schep de soep in kommen of diepe borden, leg er wat taugé op en smullen maar van dit retrosoepje!
Iedere dag stapt hij zo tegen twaalven naar beneden om samen met de andere bewoners en buurtgenoten van het middagmaal te genieten. Iedere dag keus uit twee soepen, twee vlees en/of visbereidingen, diverse groente, aardappel of rijst, een hele riedel toetjes. Nee, het is er zo slecht nog niet.
Ter variatie zo af en toe eens bami, in de winter stamppotjes, hazepeper en snert en nu in de zomer aardappelsalade met allerlei lekkers ernaast. Deze laatste heb ik een paar weken geleden daar gegeten, ik kon daarna geen pap meer zeggen.
Eten van vroeger met her en der een tintje van nu. Hoe zal het er uitzien als ik over de tachtig ben? De vraag is dan ook nog eens of dergelijke huizen nog bestaan.
Maar goed, een enkele keer staat er daar kerriesoep op het menu en dat is voor mij ook echt de smaak van vroeger. Beetje dikkig, rijst erin, lichtzoet door ronddrijvende rozijntjes en ongetwijfeld uit een pakje. blik of zak maar dat kan me af en toe niks bommen. Ik vind het gewoon lekker, zo af en toe. Mijn vader niet, die vraagt iedere keer: "Lust jij dat? " "Ja, dat lust ik" De gekookte vis die hij nog wel eens neemt lust ik dan weer niet, ook de smaak van vroeger maar je hoeft niet met alles in het verleden te duiken.. toch?
Door het ietwat vreemde weer van de afgelopen dagen raakte mijn kookgemoedstoestand in de war. Zomers, niet zomers, half zomers, warm eten, koud eten, lauw, ik wist het even niet meer. Maar soep... soep kan altijd, ik zeg het maar weer eens.
Het lampje ging branden... kerriesoep. Licht pittig, lichtzoet en ja met de rozijntjes. Vind je dat nou echt geen combinatie, laat het er lekker uit. Ook kinderen weten deze soep vast te waarderen.
De hoeveelheid is voldoende voor 4 kommen
Dit heb ik gebruikt:
1 liter rundvleesbouillon - 200 ml kokosmelk - 1 el zonnebloemolie - 2 el garam masala (kerrie) - 2 el gembersiroop - 1 ui -1/2 teentje knoflook - 1/2 rode paprika - 1/2 winterwortel - 1 el rozijntjes - 30 gram rijst - 200 gram rundergehakt - 1 koffielepel sambal brandal (andere kan ook) - peper - zout - 1/2 el ketjap manis - 1/4 tl ketoembar - 1/4 tl paprikapoeder - 1/4 tl djahé (gemberpoeder) - handje taugé
Zo maak je het:
Vermeng het gehakt met de sambal, ketjap, gemberpoeder, paprikapoeder, ketoembar, peper en zout. Draai er kleine gehaktballetjes van, iets groter als de standaard soepballetjes.
Snipper de ui en knoflook. Snij de paprika en winterwortel in kleine blokjes.
Verhit 1 el olie in een pan en fruit hierin, ui, knoflook, wortel en paprika. Rijst erbij en strooi de garam masala erover en roer snel door elkaar. Laat kerrie nooit te lang bakken daar wordt het bitter van. Voeg de gembersiroop toe en wederom even roeren.
Giet de bouillon in de pan en breng het aan de kook. Zet dan het vuur weer lager, mik de rozijntjes erin en laat zachtjes pruttelen.
Zodra de rijst gaar is voeg je de kokosmelk en gehaktballetjes toe.
De balletjes zijn gaar zodra ze boven komen drijven. Check de gaarheid even door er eentje te proeven.
Proef de soep sowieso en voeg eventueel nog wat gembersiroop toe zoals ik deed.
Schep de soep in kommen of diepe borden, leg er wat taugé op en smullen maar van dit retrosoepje!
vrijdag 22 februari 2013
Foodblogevent: Stofoe metie voor opa
Het foodblogevent van deze maand, februari dus, wordt gehost door Gereon de Leeuw . Gereon bedacht een mooi thema 'Wat deel je aan tafel en met wie?' Samen eten heeft al van oudsher een sociale functie. Het is de gelegenheid om bij te praten, de dag te delen, verbonden te sluiten en bijzondere gebeurtenissen te vieren. Het thema vormde een grote uitdaging, er zijn zoveel mensen met wie je eens een maaltijd zou willen delen. Toch hoefde ik zoals je hieronder kunt lezen niet heel lang na te denken.
Het was me snel duidelijk met wie ik graag eens aan tafel wilde zitten al had ik geen idee of de goede man het er mee eens zou zijn. We hebben elkaar nooit ontmoet, nooit gezien, hij heeft zelfs nog nooit van mij gehoord. Lang voor ik op de wereld kwam overleed hij al. Hij leefde in een mij onbekende wereld, de wereld van sepia foto's, nog bijna autoloze straten. Een wereld van mannen in witte tropenpakken en hoe 'heurt' het, houten huizen met veranda, de landing van Charles Lindbergh de straten deed volstromen en koningin Wilhelmina in 1907 op staatsbezoek kwam.
Maar ook een tijd waar de herinnering aan de slaventijd nog vers en pijnlijk in ieders gedachte en hart gegrift stond. Misschien weggeduwd werd, er was immers een nieuw Suriname al bestond dat voor een deel ook uit schone schijn.
Een tijd waar je er een eeuwigheid over deed om de plantage te bezoeken waar de naam van je familie geboren was. De plantage waar zijn moeder tot 1863 alleen uit voornaam bestond. Met hem, deze wat statige grootvader wil ik jaren overbruggen en hopelijk antwoorden krijgen op de vele vragen die ik heb. Hiaten opvullen om zo de stamboom waar velen zo nieuwsgierig naar zijn eindelijk compleet te maken. En hij heeft de antwoorden.
Hij kan me vertellen over de mensen en het leven in het Suriname van zo lang geleden, mij een beeld geven bij de voor mij onbekende namen. Die kennis deel ik op mijn beurt weer met mijn kinderen en diegenen in de familie die ook zo naarstig speuren. Bij een volgende gelegenheid zak ik wellicht nog verder af in de tijd, naar de tijd van vóór 1863. Maar eerst gaan we samen eten en kook ik met liefde mijn eerste maal voor hem.
Ik dek de tafel voor ons en vertel hem dat ik graag roti met kip masala voor hem had gemaakt maar het is zo ongezellig als ik in de keuken roti sta te rollen en bakken. Pom, ook zoiets dat eet je niet met zijn tweeën maar met de hele familie. Daarom maak ik stofoe metie voor ons, stoofvlees. Met rijst en kousenband met tomaat en ui.
Suriname is een smeltkroes van culturen en achtergronden, uiteraard door de slavernij maar ook door de komst van contractarbeiders. Zij kwamen uit China, van Java en uit wat toen nog Brits-Indië heette. Al deze invloeden hebben hun weg gevonden in de Surinaamse keuken. Het stoofvlees wat ik maak heeft Javaanse invloeden. Misschien zegt grootvader wel: "Kind,je hebt goed je best gedaan hoor maar in mijn herinnering smaakte het toch net wat anders." Het zou mij niet verbazen...
Je hebt nodig:
500 gram runderstoofvlees - zout - zwarte peper - 1 flinke ui - 4 teentjes knoflook - 1 flinke tomaar - 1 stengel sereh (citroengras) - 1 dikke schijf citroen - stukje laos van ongeveer 1 cm - 3 blaadjes daon salam (laurier mag ook) - 1 of 2 rode peper(s) - 2 el pindakaas - 1/4 liter warm water - 2 el zonnebloem of arachideolie - 1 maggiblokje - klein scheutje ketjap ( hier zou grootvader het beslist niet mee eens zijn)
Zo maak je het:
Snijd het stoofvlees in niet te kleine stukken. Je kunt ook goulashvlees gebruiken trouwens.Bestrooi het vlees met zout en maal er zwarte peper over
Snipper de ui en hak de teentjes knoflook fijn. Verwijder de zaadjes uit de peper(s) en hak ze eveneens fijn.
Schil het stukje laos. De tomaat snij je in stukjes.
Verwijder het bovenste gedeelte van de stengel sereh dat gebruik je niet. Maak een inkeping in de lengte in het onderste zachtere gedeelte
Verhit in een braadpan de olie en bak hierin het vlees rondom bruin. Voeg ui, rode peper en knoflook toe en bak het even mee.
Nu mag de laos erbij, evenals de sereh, daon salam, de stukjes tomaat, een dikke plak citroen, een verkruimeld maggiblokje en 2 el pindakaas.
Giet er het warme water bij en roer alles goed door. Laat nu met deksel op de pan een uur of 3 zachtjes stoven.
Af en toe even kijken, roeren en eventueel nog een scheutje water toevoegen.
Zodra het vlees gaar is vis je de sereh, de citroen en de blaadjes daon salam eruit. Van de citroen heb je nu alleen nog de schil over. Giet een klein scheutje ketjap bij het vlees, roeren en nog een paar minuutjes stoven.
Serveer met rijst en boontjes. De boontjes stoof je met een gesnipperde ui, een teentje knoflook en een tomaat in stukjes in zoveel water dat het net niet onderstaat. Eventueel wat zout toevoegen of een maggiblokje.
Het beste past hier eigenlijk een Parbobiertje bij maar in het kader van deze bijzondere ontmoeting misstaat een glas Riesling of Pinot Gris ook niet, beide kunnen wel op tegen dit kruidige gerecht.
Njang swietie!
Het was me snel duidelijk met wie ik graag eens aan tafel wilde zitten al had ik geen idee of de goede man het er mee eens zou zijn. We hebben elkaar nooit ontmoet, nooit gezien, hij heeft zelfs nog nooit van mij gehoord. Lang voor ik op de wereld kwam overleed hij al. Hij leefde in een mij onbekende wereld, de wereld van sepia foto's, nog bijna autoloze straten. Een wereld van mannen in witte tropenpakken en hoe 'heurt' het, houten huizen met veranda, de landing van Charles Lindbergh de straten deed volstromen en koningin Wilhelmina in 1907 op staatsbezoek kwam.
Maar ook een tijd waar de herinnering aan de slaventijd nog vers en pijnlijk in ieders gedachte en hart gegrift stond. Misschien weggeduwd werd, er was immers een nieuw Suriname al bestond dat voor een deel ook uit schone schijn.
Een tijd waar je er een eeuwigheid over deed om de plantage te bezoeken waar de naam van je familie geboren was. De plantage waar zijn moeder tot 1863 alleen uit voornaam bestond. Met hem, deze wat statige grootvader wil ik jaren overbruggen en hopelijk antwoorden krijgen op de vele vragen die ik heb. Hiaten opvullen om zo de stamboom waar velen zo nieuwsgierig naar zijn eindelijk compleet te maken. En hij heeft de antwoorden.
Hij kan me vertellen over de mensen en het leven in het Suriname van zo lang geleden, mij een beeld geven bij de voor mij onbekende namen. Die kennis deel ik op mijn beurt weer met mijn kinderen en diegenen in de familie die ook zo naarstig speuren. Bij een volgende gelegenheid zak ik wellicht nog verder af in de tijd, naar de tijd van vóór 1863. Maar eerst gaan we samen eten en kook ik met liefde mijn eerste maal voor hem.
Ik dek de tafel voor ons en vertel hem dat ik graag roti met kip masala voor hem had gemaakt maar het is zo ongezellig als ik in de keuken roti sta te rollen en bakken. Pom, ook zoiets dat eet je niet met zijn tweeën maar met de hele familie. Daarom maak ik stofoe metie voor ons, stoofvlees. Met rijst en kousenband met tomaat en ui.
Suriname is een smeltkroes van culturen en achtergronden, uiteraard door de slavernij maar ook door de komst van contractarbeiders. Zij kwamen uit China, van Java en uit wat toen nog Brits-Indië heette. Al deze invloeden hebben hun weg gevonden in de Surinaamse keuken. Het stoofvlees wat ik maak heeft Javaanse invloeden. Misschien zegt grootvader wel: "Kind,je hebt goed je best gedaan hoor maar in mijn herinnering smaakte het toch net wat anders." Het zou mij niet verbazen...
500 gram runderstoofvlees - zout - zwarte peper - 1 flinke ui - 4 teentjes knoflook - 1 flinke tomaar - 1 stengel sereh (citroengras) - 1 dikke schijf citroen - stukje laos van ongeveer 1 cm - 3 blaadjes daon salam (laurier mag ook) - 1 of 2 rode peper(s) - 2 el pindakaas - 1/4 liter warm water - 2 el zonnebloem of arachideolie - 1 maggiblokje - klein scheutje ketjap ( hier zou grootvader het beslist niet mee eens zijn)
Zo maak je het:
Snijd het stoofvlees in niet te kleine stukken. Je kunt ook goulashvlees gebruiken trouwens.Bestrooi het vlees met zout en maal er zwarte peper over
Snipper de ui en hak de teentjes knoflook fijn. Verwijder de zaadjes uit de peper(s) en hak ze eveneens fijn.
Schil het stukje laos. De tomaat snij je in stukjes.
Verwijder het bovenste gedeelte van de stengel sereh dat gebruik je niet. Maak een inkeping in de lengte in het onderste zachtere gedeelte
Verhit in een braadpan de olie en bak hierin het vlees rondom bruin. Voeg ui, rode peper en knoflook toe en bak het even mee.
Nu mag de laos erbij, evenals de sereh, daon salam, de stukjes tomaat, een dikke plak citroen, een verkruimeld maggiblokje en 2 el pindakaas.
Giet er het warme water bij en roer alles goed door. Laat nu met deksel op de pan een uur of 3 zachtjes stoven.
Af en toe even kijken, roeren en eventueel nog een scheutje water toevoegen.
Zodra het vlees gaar is vis je de sereh, de citroen en de blaadjes daon salam eruit. Van de citroen heb je nu alleen nog de schil over. Giet een klein scheutje ketjap bij het vlees, roeren en nog een paar minuutjes stoven.
Serveer met rijst en boontjes. De boontjes stoof je met een gesnipperde ui, een teentje knoflook en een tomaat in stukjes in zoveel water dat het net niet onderstaat. Eventueel wat zout toevoegen of een maggiblokje.
Het beste past hier eigenlijk een Parbobiertje bij maar in het kader van deze bijzondere ontmoeting misstaat een glas Riesling of Pinot Gris ook niet, beide kunnen wel op tegen dit kruidige gerecht.
Njang swietie!
Labels:
Foodblogevent,
groente,
Recept,
Rijst,
Stoofpotje,
Wereldkeuken
vrijdag 1 februari 2013
Curry met makreel en garnalen
Iedere maand ploft 'Foodies' in de brievenbus, dat betekent weer even lekker lezen en ideeën opdoen. Niet altijd , sommige thema's of producten staan wat minder aan of roepen een dat kennen we nu wel reactie op. Dat valt ook niet te voorkomen behalve door je abonnement op te zeggen en die losse nummers te kopen die wel in de smaak vallen.
Maar goed, deze maand India in Foodies en dan weet ik wel wat er binnen de kortste keren op tafel staat.
Een viscurry, al houdt de husband niet zo van de combinatie vis en rijst maar dat lossen we op door er een combinatie vis en garnalen van te maken. In de hoop dat...
Het wordt voortaan toch alleen garnalen dus.Daarnaast is het een hele milde curry, fijn voor mensen die niet zo van pittig eten houden maar als ik dit recept weer eens maak gaan er rode pepers in. Ook vind ik 200 ml kokosmelk voor 4 personen wel erg weinig, Deze hoeveelheid gebruikte ik namelijk al voor ons tweetjes.
Voor 2 personen heb je nodig:
2 makreelfilets - 150 gram grote garnalen - 200 ml kokosmelk - 2 tl garam massala - 1 à 2 groene of rode pepers - 1 ui - 1 teentje knoflook - stukje gember van ongeveer 10 cm - 2 tl bruine basterdsuiker - 1 tl tamarindepasta - 2 tomaten- zout - 1 el olie -koriander of in mijn geval peterselie.
Zo maak je het:
Snipper de ui en de knoflook. Schil het stukje gember en rasp het fijn. Maal deze 3 tot een pasta in je keukenmachine, met de staafmixer of vijzel.
Verdeel de filets in niet te kleine stukken. Pel de garnalen en verwijder de darmkanaaltjes.
De tomaten mogen in plakjes en dan nog een keer doormidden. Verwijder de zaadjes van de pepers en snij ze in ringetjes
Verhit de olie en fruit hierin de uienpasta gedurende een minuut of vijf. Voeg dan de pepers plus tomaten toe en fruit ook even mee.
Roer de garam massala erdoor, niet te lang meebakken want dan wordt het bitter en is echt niet lekker. Blus af met de kokosmelk, roer goed door en voeg vervolgens, vis en garnalen toe
Doe een deksel op de pan en laar het op heel laag vuur 5 à 10 minuten zachtjes sudderen tot de vis en garnalen gaar zijn.
Schep er de basterdsuiker en tamarindepasta door en breng op smaak met zout.
Het recept schreef 1 el basterdsuiker voor, vond ik veel zeker omdat de curry niet scherp is, het wordt er alleen maar zoet van.
Knip er koriander over of peterselie dus en serveer met rijst, komkommersalade en naan of papadums
Bron: Foodies februari 2013
Maar goed, deze maand India in Foodies en dan weet ik wel wat er binnen de kortste keren op tafel staat.
Een viscurry, al houdt de husband niet zo van de combinatie vis en rijst maar dat lossen we op door er een combinatie vis en garnalen van te maken. In de hoop dat...
Het wordt voortaan toch alleen garnalen dus.Daarnaast is het een hele milde curry, fijn voor mensen die niet zo van pittig eten houden maar als ik dit recept weer eens maak gaan er rode pepers in. Ook vind ik 200 ml kokosmelk voor 4 personen wel erg weinig, Deze hoeveelheid gebruikte ik namelijk al voor ons tweetjes.
Voor 2 personen heb je nodig:
2 makreelfilets - 150 gram grote garnalen - 200 ml kokosmelk - 2 tl garam massala - 1 à 2 groene of rode pepers - 1 ui - 1 teentje knoflook - stukje gember van ongeveer 10 cm - 2 tl bruine basterdsuiker - 1 tl tamarindepasta - 2 tomaten- zout - 1 el olie -koriander of in mijn geval peterselie.
Zo maak je het:
Snipper de ui en de knoflook. Schil het stukje gember en rasp het fijn. Maal deze 3 tot een pasta in je keukenmachine, met de staafmixer of vijzel.
Verdeel de filets in niet te kleine stukken. Pel de garnalen en verwijder de darmkanaaltjes.
De tomaten mogen in plakjes en dan nog een keer doormidden. Verwijder de zaadjes van de pepers en snij ze in ringetjes
Verhit de olie en fruit hierin de uienpasta gedurende een minuut of vijf. Voeg dan de pepers plus tomaten toe en fruit ook even mee.
Roer de garam massala erdoor, niet te lang meebakken want dan wordt het bitter en is echt niet lekker. Blus af met de kokosmelk, roer goed door en voeg vervolgens, vis en garnalen toe
Doe een deksel op de pan en laar het op heel laag vuur 5 à 10 minuten zachtjes sudderen tot de vis en garnalen gaar zijn.
Schep er de basterdsuiker en tamarindepasta door en breng op smaak met zout.
Het recept schreef 1 el basterdsuiker voor, vond ik veel zeker omdat de curry niet scherp is, het wordt er alleen maar zoet van.
Knip er koriander over of peterselie dus en serveer met rijst, komkommersalade en naan of papadums
Bron: Foodies februari 2013
Labels:
Curry,
Recept,
Rijst,
schaal en schelpdieren,
Vis,
Wereldkeuken
donderdag 25 oktober 2012
Pittig gekruid gehakt 'Asian Style'
Zo, over de titel heb ik al een paar minuten na zitten denken. Soms is het zo lastig om iets te bedenken wat de lading dekt! Kort en bondig blijft het fijnste anders werd het een riedel in de trant van pittig gekruid gehakt met sesamolie, sojasaus, gember, rode peper en... en... Dat schiet ook niet echt op.
Dit is een ideaal recept op dagen dat je wat minder tijd hebt. Heerlijk met rijst en zoetzure komkommer.
Voor 4 personen heb je nodig:
500 gram rundergehakt - 3 teentjes knoflook - 2 spaanse pepers - 8 el sojasaus (geen ketjap) - 2 flinke el bruine suiker - stukje gember van ongeveer 3 cm - 1/2 el sesamolie - zonnebloemolie - peper - eventueel nog wat zout - 6 stengels lenteui - 1 flinke ui.
Zo maak je het:
Dit is een ideaal recept op dagen dat je wat minder tijd hebt. Heerlijk met rijst en zoetzure komkommer.
Voor 4 personen heb je nodig:
500 gram rundergehakt - 3 teentjes knoflook - 2 spaanse pepers - 8 el sojasaus (geen ketjap) - 2 flinke el bruine suiker - stukje gember van ongeveer 3 cm - 1/2 el sesamolie - zonnebloemolie - peper - eventueel nog wat zout - 6 stengels lenteui - 1 flinke ui.
Zo maak je het:
- Kook rijst op de manier zoals jij gewend bent
- Snipper de ui, hak de knoflook fijn, ontdoe de pepers van hun zaadjes en snijd ze fijn.
- Schil en rasp de gember.
- Snijd de lenteui in ringetjes en zet apart.
- Verhit in een koekenpan 1 el zonnebloemolie en rul hierin het gehakt.
- Voeg ui, knoflook, gember en spaanse peper toe en bak even mee tot de ui zacht is.
- Schep nu de bruine suiker, sesamolie en sojasaus erdoor. Laat 10 minuutjes zachtjes pruttelen.
- Voeg de helft van de lenteui toe, schep het erdoor, bak nog even mee.
- Verdeel rijst over vier borden, schep het gehanktmengsel ernaast en verdeel de overgebleven lenteui erover.
vrijdag 5 oktober 2012
Risotto met pompoen, spinazie en gorgonzola
Je kunt er bijna niet omheen, het is pompoenentijd! De enorme joekels die je in supermarkten ziet liggen laat ik daar ook liggen, leuk ter decoratie maar ze smaken meestal naar niks. Flespompoen is vaak al lekker zoet, heel geschikt voor puree maar ook om koekjes mee te bakken, taart, cake, brood...
Pompoen gebruiken we veel te vaak alleen voor soep en dat terwijl je er zoveel meer mee kunt doen. Snuffel maar eens rond op Amerikaanse sites en de recepten vliegen je om de oren. De komende tijd zul je ook wat van dit soort recepten op mijn blog aantreffen aangezien ik druk aan het experimenteren ben!
Risotto mag je me in alle seizoenen voorschotelen, je mag me er bijna wakker voor maken. Risotto is als een warme deken, voeten in het zand, geliefd gezelschap, een goed boek. De laatste hap extra genietend in je opnemen. Risotto is comfort!
Voor dit recept heb ik niet de flespompoen gebruikt maar een deel van een hokkaido.
Het recept is voldoende voor 2 personen. Doordat Dieuwertje van Kookboek.nl dit recept maakte voor de foodblogswap kwam ik erachter dat ik helemaal vergeten was het aantal personen te noemen. Bij deze.. voor 2 dus! Zo zie je maar, zo'n swap heeft nut:)
Je hebt nodig:
125 gram arborio rijst - 1 banaansjalot of kleine ui - 250 gram schoongemaakte pompoen - 2 handenvol verse spinazie - 700 ml hete groentebouillon - 1 glas droge witte wijn - 3 el olijfolie - 1 takje tijm - 10 naaldjes verse rozemarijn - ongeveer 50 gram geraspte parmezaanse kaas - ongeveer 50 gram gorgonzola.
Zo maak je het:
Pompoen gebruiken we veel te vaak alleen voor soep en dat terwijl je er zoveel meer mee kunt doen. Snuffel maar eens rond op Amerikaanse sites en de recepten vliegen je om de oren. De komende tijd zul je ook wat van dit soort recepten op mijn blog aantreffen aangezien ik druk aan het experimenteren ben!

Voor dit recept heb ik niet de flespompoen gebruikt maar een deel van een hokkaido.
Het recept is voldoende voor 2 personen. Doordat Dieuwertje van Kookboek.nl dit recept maakte voor de foodblogswap kwam ik erachter dat ik helemaal vergeten was het aantal personen te noemen. Bij deze.. voor 2 dus! Zo zie je maar, zo'n swap heeft nut:)
Je hebt nodig:
125 gram arborio rijst - 1 banaansjalot of kleine ui - 250 gram schoongemaakte pompoen - 2 handenvol verse spinazie - 700 ml hete groentebouillon - 1 glas droge witte wijn - 3 el olijfolie - 1 takje tijm - 10 naaldjes verse rozemarijn - ongeveer 50 gram geraspte parmezaanse kaas - ongeveer 50 gram gorgonzola.
Zo maak je het:
- Snipper de banaansjalot en snijd de pompoen in kleine stukjes.
- Verhit in een ruime pan de olijfolie. Fruit hierin de sjalot, pompoen, geriste tijmblaadjes en fijngeknipte rozemarijnnaaldjes een minuut of. Schep goed om en om.
- Voeg de rijst toe, schep goed door. De rijst moet een glanzend laagje krijgen.
- Blus af met de witte wijn, roer goed door en laat de rijst en pompoen de wijn grotendeels opnemen.
- Voeg dan scheutje voor scheutje de bouillon toe. Roer regelmatig en check regelmatig of de rijst gaar is. Zelf had ik zo'n 600 ml bouillon nodig.
- Zodra de rijst en pompoen gaar zijn en als het goed is loopt dat mooi synchroon, roer je er de parmezaanse kaas door.
- Schep vervolgens de spinazie er door. Laat even slinken.
- Zorg voor voorverwarmde borden, schep wat van de heerlijke smeuïge risotto erin en verdeel er wat stukjes gorgonzola over. De gorgonzola zal smelten en die extra pittige romigheid doet het erg goed.
Labels:
groente,
Kaas,
Koken voor 2,
kruiden,
Pompoen,
Rijst,
Vegetarisch
woensdag 3 oktober 2012
Kip met ananas, paprika en cashewnoten
Al niezend , hoestend en proestend, een spoor van papieren zakdoeken achter me aan die overigens keurig in de prullenbak worden gedeponeerd om verdere verspreiding tegen te gaan, probeer ik te verzinnen wat we gaan eten. Het zal de verkoudheid wel met zich meebrengen maar ik wil iets fris, iets fruitigs en toch met wat pit. Een recept uit de oude doos, kip met verse ananas. En volgens mij heeft het geholpen want ik heb vandaag nog geen 1x keer geniest!
Je hebt nodig:
350 gram kipfilet - 2 plakken verse ananas van ongeveer 1 cm dik - een handvol ongezouten cashewnoten - 3 lenteuitjes - 1 rode peper (2 mag ook) -1 flinke ui - 2 el kokosrasp - 2 el vissaus - 2 1/2 à 3 el oestersaus - 2 teentjes knoflook - 1/2 rode paprika - 1/2 groene paprika - 2 el arachide of zonnebloemolie
Zo maak je het:
Je hebt nodig:
350 gram kipfilet - 2 plakken verse ananas van ongeveer 1 cm dik - een handvol ongezouten cashewnoten - 3 lenteuitjes - 1 rode peper (2 mag ook) -1 flinke ui - 2 el kokosrasp - 2 el vissaus - 2 1/2 à 3 el oestersaus - 2 teentjes knoflook - 1/2 rode paprika - 1/2 groene paprika - 2 el arachide of zonnebloemolie
Zo maak je het:
- Rooster de noten een paar minuten in een droge koekenpan tot ze licht gekleurd zijn. Haal ze eruit en houd apart.
- Rooster in dezelfde koekenpan snel de kokos tot het lichtbruin is. Pas op dit gaat heel snel omdat de pan al heet is. Haal eruit en houd eveneens apart.
- Snijd de ui in grove stukken, hak de knoflook fijn. Verwijder de zaadlijst van de peper(s) en snijd fijn.
- Snijd de kipfilet in stukjes evenals de paprika.
- Lenteui in ringetjes snijden
- Snijd de ananas in stukjes.
- Verhit de olie in wok of koekenpan en fruit hierin het mengsel van ui, knoflook en peper op middelhoog vuur. Schep het eruit.
- Roerbak nu de kip tot ze lichtbruin is, voeg de paprika toe en bak even mee.
- Voeg nu het uimengsel weer toe, schep het erdoor.
- Ananas, oestersaus, vissaus toevoegen en paar minuten meebakken
- Schep cashewnoten en lenteui erdoor. Even meewarmen.
- Verdeel over borden in het gezelschap van rijst en strooi er de geroosterde kokos over.
donderdag 27 september 2012
Rendang, Rijst, Boontjes, Ei
Simpeler kan de titel van dit stukje niet zijn maar achter deze eenvoud schuilt een explosieve beleving en wat van je tijd. Rendang vind ik één van de allerlekkerste stoofpotjes op aarde en zoals met alle stoofpotjes, het komt pas goed tot zijn recht wanneer je het een dag, zelfs twee, van tevoren al maakt, uren laat sudderen en je huis doordrenkt raakt met kruidigheid. Het loeivermogen van de afzuigkap ten spijt, die kan er niet tegenop. De boemboe uit een zakje van de toko of supermarkt is helemaal niet slecht en die gebruik ik zelf ook wel al voeg ik dan meestal wel het één en ander toe omdat de smaak voor mij bijna altijd te vlak is.
Het recept van deze rendang laat je smaakpapillen dansen, swingen, met een salto op de koop toe. Aangezien het niet van mezelf is en ik op het moment te lui ben om de hele waslijst aan ingrediënten over te typen stuur ik jullie door naar De Kokende Boekverkoper, ze verkoopt niet alleen boeken maar is tevens gespecialiseerd in de Indonesische keuken.
Deze rendang met zijn diepe, complexe smaak heeft gezelschap nodig. Een dikke vriend is rijst. Rijst heeft veel vrienden, een beetje een allemansvriend is het. In het gezelschap van boontjes voelt hij zich ook heel prettig.
Je neemt: 400 gram sperziebonen, 2 tomaten, 1 ui, 1 koffielepel sambal manis en een klein scheutje ketjap manis.
Verwijder de puntjes van de bonen en zet ze op met wat water. Breng aan de kook. Snijd de tomaten in partjes en snipper de ui. Voordat de bonen beetgaar zijn voeg je de ui en tomaten toe. Het kookvocht van de bonen moet grotendeels verdampt zijn. Laat meesudderen , breng op smaak met de sambal een klein scheutje ketjap. Warm even mee.
Een ei hoort erbij, ik schreef het al eerder. Meer varianten vind je dan ook hier. Ei blust brandjes zeker in combinatie met kokosmelk. Erg veel variaties zijn er, van zeer pittig (die dan uiteraard een minder blussend effect heeft) tot mild en licht zoet. Om alle smaken goed tot zijn recht te laten komen en er geen doolhof van te maken, maakte ik een heel simpele.
Kook 4 eieren hard, laat schrikken onder koud water en pel ze. Snipper een kwart ui. Verhit een heel klein scheutje olie. Fruit hierin de ui. Voeg een koffielepel sambal manis toe plus een halve eetlepel garam masala, Roer snel door en blus onmiddellijk af met 200 ml kokosmelk plus 1 eetlepel gembersiroop.Laat even pruttelen en proef. Breng eventueel verder op smaak met wat zout, peper, extra masala en/of gembersiroop. De smaak moet licht zoet zijn met een zweem van gembersiroop. Maak een aantal inkepingen in de eieren en leg ze in de saus. Tien minuutjes meepruttelen, langer mag ook.
Zie hier een maaltijd waar je voor het één echt even aan de slag moet, maar geloof me de rendang is meer dan de moeite waard. Daarbij komt dat je de rendang al 1 à 2 dagen van tevoren kunt maken. Op de dag zelf zet je het op een klein pitje en laat langzaam verwarmen. De rest is binnen een half uur klaar, gemakkelijker kan het niet.
Het recept van deze rendang laat je smaakpapillen dansen, swingen, met een salto op de koop toe. Aangezien het niet van mezelf is en ik op het moment te lui ben om de hele waslijst aan ingrediënten over te typen stuur ik jullie door naar De Kokende Boekverkoper, ze verkoopt niet alleen boeken maar is tevens gespecialiseerd in de Indonesische keuken.
Nog heerlijk aan het pruttelen |
Deze rendang met zijn diepe, complexe smaak heeft gezelschap nodig. Een dikke vriend is rijst. Rijst heeft veel vrienden, een beetje een allemansvriend is het. In het gezelschap van boontjes voelt hij zich ook heel prettig.
Je neemt: 400 gram sperziebonen, 2 tomaten, 1 ui, 1 koffielepel sambal manis en een klein scheutje ketjap manis.
Verwijder de puntjes van de bonen en zet ze op met wat water. Breng aan de kook. Snijd de tomaten in partjes en snipper de ui. Voordat de bonen beetgaar zijn voeg je de ui en tomaten toe. Het kookvocht van de bonen moet grotendeels verdampt zijn. Laat meesudderen , breng op smaak met de sambal een klein scheutje ketjap. Warm even mee.
Een ei hoort erbij, ik schreef het al eerder. Meer varianten vind je dan ook hier. Ei blust brandjes zeker in combinatie met kokosmelk. Erg veel variaties zijn er, van zeer pittig (die dan uiteraard een minder blussend effect heeft) tot mild en licht zoet. Om alle smaken goed tot zijn recht te laten komen en er geen doolhof van te maken, maakte ik een heel simpele.
Kook 4 eieren hard, laat schrikken onder koud water en pel ze. Snipper een kwart ui. Verhit een heel klein scheutje olie. Fruit hierin de ui. Voeg een koffielepel sambal manis toe plus een halve eetlepel garam masala, Roer snel door en blus onmiddellijk af met 200 ml kokosmelk plus 1 eetlepel gembersiroop.Laat even pruttelen en proef. Breng eventueel verder op smaak met wat zout, peper, extra masala en/of gembersiroop. De smaak moet licht zoet zijn met een zweem van gembersiroop. Maak een aantal inkepingen in de eieren en leg ze in de saus. Tien minuutjes meepruttelen, langer mag ook.
Zie hier een maaltijd waar je voor het één echt even aan de slag moet, maar geloof me de rendang is meer dan de moeite waard. Daarbij komt dat je de rendang al 1 à 2 dagen van tevoren kunt maken. Op de dag zelf zet je het op een klein pitje en laat langzaam verwarmen. De rest is binnen een half uur klaar, gemakkelijker kan het niet.
Labels:
ei,
groente,
kruiden,
Recept,
Rijst,
Rijsttafel,
Rundvlees,
Stoofpotje,
Wereldkeuken
donderdag 2 februari 2012
Kruidig, zoet en vrolijk; Pilav
Laatst vertelde ik over mijn ontdekking Sucuk, het kruidige turkse worstje dat een beetje aan chorizo doet denken en in allerlei gerechten te gebruiken is. Om in die sferen te blijven maakte ik er deze pilav bij, kruidig en een tikkeltje zoet door de abrikozen en rozijnen. Het paste prima bij elkaar.
Je hebt nodig:
2 kopjes rijst - 3/4 liter groentebouillon - 2 tl gemalen koriander - 1 tl kaneel - 1 tl kardemom - 1 tl gemalen komijnzaad - 10 gedroogde abrikozen - handje rozijnen - 2 uien - 1 rode paprika - 1 aubergine - zout - peper - scheutje olijfolie (geen extra vergine, die gebruiken we alleen maar voor dressing)
Zo maak je het:
- Snipper de uien
- Snijd de paprika fijn en de aubergine in blokjes en de abrikoosjes in kleine stukjes.
- Bak de aubergineblokjes met wat zout en peper in een scheutje olijfolie even aan en laat een minuutje of 5 smoren tot ze zacht zijn. Schep ze daarna uit de pan.
- Verhit in dezelfde pan nog een scheutje olijfolie, de aubergine zal het andere scheutje wel opgeslurpt hebben.
- Fruit hierin de ui en de paprika.
- Voeg de koriander, kaneel, kardemom en komijnzaad toe en bak even mee.
- Nu mag de rijst erbij, schep het goed om en bak even mee.
- Giet een scheutje bouillon erbij en roer tot de rijst de bouillon heeft opgenomen. Blijf dit herhalen tot de bouillon op is en de rijst gaar. Mocht de rijst nog niet helemaal gaar is voeg dan gewoon wat water toe.
- Voeg zodra de helft van de bouillon op is de abrikoosjes en rozijnen toe. Zo wellen ze mee in het vocht en geven er extra smaak aan.
- De laatste 5 minuten mag de aubergine erbij.
- Proeven of het geheel goed op smaak is, je disgenoten aan tafel roepen en lekker gaan eten.
Abonneren op:
Posts (Atom)