Wat boften we zondag toch met die heerlijke zon. Voor buiten lunchen was de tijd nog net niet rijp maar wat een vrolijke, feestelijke Paasdag.
Ik hou van Pasen, het is voor mij zo'n voorbode van kleur, wijd open deuren, de geur van net gemaaid gras, blote voeten, korte mouwen, buiten eten en buiten zijn.
Dat er soms snoeiharde tropische regens rondwaren met als gevolg volgelopen straten en tunnels, zwembad in de tuin en zoals het afgelopen jaar ook zwembad in de kelder, dat stoppen we gewoon heel ver weg,
Heerlijke lente, zalige zomer, laat de pret beginnen.
Eerste Paasdag is het hier altijd familiebrunchtijd. We trappen af met een dansende bubbel en daarna stuur ik grut met aanhang en neef en nicht de tuin in voor de nog steeds bestaande traditie eieren zoeken. Ja echt, dat moet. Zonder dat is het net niet helemaal echt Pasen volgens onze 26-jarige dochter. Zij hebben er lol in, wij hebben er lol in, mooier kan niet toch.
Traditiegetrouw bakte ik een stapel bagels. Heb nu het voor mij perfecte recept te pakken, joepie! Kookte eieren, van de kip en de kwartel, maakte een kipsalade met avocado, bakte cinnamonrolls, prakte een roomkaasdip, frutselde mini scotch eggs in elkaar, schoof beenham in de oven, kortom het was een bedrijvigheid van belang. Heerlijk, door drukte en andere zaken lang geleden.
En ik maakte miniquiches met ricotta, kaas, groene kruiden en wat tomaatjes. Om ze samen met de mini scotch eggs en wat kwarteleitjes te 'planten' in mijn Paastuintje. Pak gewoon een lekker groot dienblad, bekleed even met wat bakpapier, stort er een flinke hoeveelheid gemengde sla op, samen met cress en diverse scheuten.
Verdeel de quiches en wat je er verder op wil leggen een beetje nonchalant over de sla en zet het blad op tafel. Geef een dressing naar keuze voor de salade er apart bij, anders wordt het zo'n natte zooi.
Later bedacht ik me dat het er pas echt als een tuintje had uitgezien als ik eetbare bloemen erbij had gelegd. Die had ik dus niet, helaas pindakaas. En meteen een tip voor jullie :-)
Nu het recept voor de quiches. De mini scotch eggs vind je overigens hier. Vorig jaar testte ik ze al maar vergat ze vervolgens met Pasen te maken. Lekker slim.
Je hebt nodig voor 6 quiches:
120 gram bloem - 60 gram koude roomboter - 1 tl zout - 1 ei - 1 el zo koud mogelijk water. *Rusttijd van het deeg is minimaal 1 uur, langer is beter*
Voor de vulling:
4 eieren - 150 ml volle melk - 1 flinke tl Dijon mosterd - 4 eieren- 1 el fijngeknipte bieslook - 1 el klein gescheurde basilicum - 1 el fijn gehakte peterselie - 150 gram ricotta - 100 gram geraspte belegen kaas - 15 kerstomaatjes (verschillende kleuren zijn leuk) - zout en peper - 6 vormpjes met een doorsnede van 11 cm. Kleiner kan natuurlijk ook, dan heb je meer quiches ;-)
Zo maak je ze:
Snijd de boter in heel kleine stukjes. Klop een ei los. Zeef de bloem boven een kom. Zout en boter erbij.
Maak er met je vingertoppen een kruimelige toestand van. Niet kneden! Je kunt ook de keukenmachine met pulseknop gebruiken. Maar zeg nu zelf, het is een werkje van niks.
Giet het losgeklopte ei erbij plus een eetlepel water.
Vorm er met beide handen, terwijl je heel licht kneed een bal van het geheel. Ik stort het op mijn werkplek,, veeg alles met twee handen bij elkaar en druk het zachtjes tot een bal.
Verpak het in plastic folie en laat het minimaal een uur in de koelkast rusten. Nog gemakkelijker; maak het een dag van tevoren.
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Klop 4 eieren los met de melk en mosterd. Meng er ricotta en geraspte kaas door om vervolgens de kruiden erdoor te scheppen. Maal er peper over en een klein beetje zout.
Halveer de tomaatjes.
Haal het deeg uit de koelkast
Vet 6 quichevormpjes in.
Bestuif je werkblad met wat bloem en rol het deeg uit tot een dunne lap.
Leg er een vormpje op met de onderkant naar boven. Maak met een mes een cirkel rondom de vorm.
Niet strak er op maar met ongeveer een centimeter speling.
Leg je deeglapje in de vorm, druk lichtjes aan en op naar het volgende vormpje.
Als je daarmee klaar bent, verdeel je de vulling over de vormpjes, legt er vier halve tomaatjes op en schuif je ze de oven in
Een klein half uurtje later zijn ze klaar. Check na 25 minuten even, iedere oven is anders zoals je weet.
Laat ze een beetje afkoelen en je haalt ze in een wip uit de vormpjes.
Zijn zowel, warm als koud erg lekker.
Het recept voor de quiches stond in een Margriet maar dan met hüttenkäse in plaats van ricotta. Het ging me niet zozeer om het recept, een quiche maken zit wel in het systeem, maar om het bijbehorende idee. De quiches in een bedje van cress zetten. En dat bracht me dus naar mijn 'Paastuintje' .
Ook geschikt als lentetuintje, zomertuintje, herfst, laat je fantasie spreken!
Posts tonen met het label Voorgerecht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Voorgerecht. Alle posts tonen
dinsdag 7 april 2015
Miniquiche met ricotta en tomaat
Labels:
Buffet,
ei,
Feest,
Hartige taart,
Kaas,
kruiden,
Oven,
Pasen,
Recept,
Tomaat,
Vegetarisch,
Voorgerecht
woensdag 11 maart 2015
Over Salmagundi en Noorse vissalade
Wekelijks gaan er vele kookboeken door mijn handen en ik moet eerlijk bekennen dat ik over al die nieuwe uitgaven niet altijd even enthousiast ben. Onoverzichtelijke recepten, soms ronduit slechte lay-out, afgeraffelde indruk, een verkoopprijs die niet in verhouding staat tot de inhoud. Plak er maar een bekende kop op en het verkoopt wel, dat dus. Jammer, want voor vijf of meer euro minder zijn er soms, niet altijd, veel betere alternatieven. En ja dat vertel ik dan ook.
Ook spreekt logischerwijs niet ieder onderwerp mij aan. Of voegt het voor mij niet zoveel toe, kan ik er geen inspiratie uit halen. Heb ik niet zoveel met de auteur. Maar goed, smaken verschillen en dat mag ook. Iedere doelgroep zijn of haar favorieten. Da's mooi en zo blijft er ruimte voor allerlei schrijfsels en kooksels.
Over Salmagundi van Sally Butcher ben ik wel enthousiast, was ik al enthousiast aangezien ik de Engelse uitgave al kende. Een boek vol salades uit alle windstreken en evenzovele ingrediënten
Wat zo fijn is aan een salade, er zijn geen spelregels aan verbonden bij het samenstellen. Laat je fantasie de vrije loop of laat je leiden door de inhoud van je koelkast en voorraadkast.
De mogelijkheden zijn oneindig en het is niet zo moeilijk om iedere keer een andere salade op tafel te toveren. Mocht de inspiratie eens verdwenen zijn dan helpt dit boek je zeker weer op weg.
De hoofdstukken in het boeken kregen de titel van het belangrijkste ingrediënt, wel zo overzichtelijk.
Denk aan Rijst, Pasta & Graan, Vis, Kaas, Vlees, Kruiden & Bladgroenten en Groente. . Fruitsalades en salade als toetje ontbreken ook niet net als een hoofdstuk gewijd aan dressing en dipsauzen. Om af te sluiten met toppings, de knappertjes, de extra mondvermaakjes om het zo maar eens uit te drukken.
Voor vegetariërs wellicht niet zo geschikt maar als je het eens kunt lenen van iemand... doen want er zijn ook hele mooie vlees- en visloze recepten in te vinden. Verder kan ik jullie een ander boek van deze auteur aanbevelen; 'Veggiestan'.
Sally Butcher vertelt graag. Over haar winkel in Peckham, producten, de herkomst en inspiratiebronnen van haar recepten, de smaakcombinaties. En natuurlijk legt ze uit waar Salmagundi nu eigenlijk voor staat. Een 17e- eeuwse Engelse benaming voor een salade waar zo'n beetje alles in is verwerkt wat maar groeit, loopt, zwemt en vliegt. Onze maaltijdsalade van nu dus, daar combineren we immers ook naar hartenlust ingrediënten.
Het afgelopen weekend (wat was het zalig weer!!) kwamen er vrienden borrelen, een mooie gelegenheid om dit boek met zijn cover vol mozaïekjes eens te testen en vrienden plus husband voor proefkonijn te laten spelen.
Vonden ze helemaal niet erg.
Vrijdag maakte ik voor ons tweetjes uit Salmagundi een dragonsalade met gepaneerde kip. Wat is dragon toch een waanzinnig lekker kruid met zijn lichte anijssmaak. Ik gebruik het veel te weinig maar daar gaat verandering in komen.
Voor bij de borrel koos ik een bietensalade met gember, mango en munt. Husband houdt helemaal niet van munt maar riep deze frisse, zomerse salade uit tot winnaar.
Ook maakte ik een o zo simpele maar waanzinnig lekker roomkaasmengsel met uitgebakken en verkruimelde ontbijtspek, bieslook en limoensap. Blaadjes witlof erbij, crackers mag ook, smeren maar.
Toch geef ik jullie een ander recept, Noorse vissalade met mierikswortel. Heerlijk als gezellig voorgerechtje, onderdeel van andere hapjes, een buffetje of andere feestelijkheden.
Eenvoudig om te maken en je scoort er zeker te weten punten mee! Ik heb het overigens ietsiepietsie aangepast. Met name de hoeveelheid zure room, 2 1/2 dl vond ik echt iets too much.
Voor 4 à 6 personen heb je nodig:
250 gram kabeljauwfilet of andere stevige witvis - 150 gram gerookte forel - 2 blaadjes laurier - 2 sjalotjes - paar draadjes saffraan ( stuk of 5) - 2 eieren - 2 tomaten - 1 el appelciderazijn - 4 el zure room - 1 el geraspte mierikswortel ( of naar smaak, wij houden van de pittige scherpte maar dat geldt niet voor iedereen) - 2 el fijngehakte verse dille plus een beetje voor de garnering - zout en peper - 2 ferme sappige zoetzure augurken - ijsbergsla of little gem - 2 sneetjes zuurdesembrood, stevige volkoren of wat je zelf lekker vindt.
Zo maak je het:
Week de saffraan in 2 theelepels heet water.
Kook de eieren hard.
Snipper de sjalotjes en hak de dille fijn. Dit kun je allemaal doen als de kabeljauw in zijn waterbadje ligt of af ligt te koelen.
Leg de kabeljauw in een pan, giet er net zoveel koud water op tot het onderstaat. Leg er de blaadjes laurier bij. Laat het nu tegen de kook aan komen. Blijf erbij en pas op dat het niet gaat koken.
Laat zachtjes een minuut of 5 pocheren. Zet dan het vuur uit. Laat de vis in het hete water liggen, het gaart nu nog even door. Voel voorzichtig of het gaar is. Het moet nog stevig aanvoelen.
Schep het er met een schuimspaan uit, leg de vis op een bord en laat afkoelen.
De blaadjes laurier gooi je weg.
Verdeel de kabeljauw in stukjes en doe het samen met de gesnipperde sjalotjes in een kom.
Roer een dressing van het saffraanwater, de azijn en zure room. Vermeng met de fijngehakte dille, mierikswortel, zout en peper en schep het vervolgens door de vis.
Zet het nu afgedekt een uurtje in de koelkast. Langer mag ook.
Haal de vis uit de koelkast. Snijd de forel in stukjes en schep het erdoor. Proef even of er nog wat zout en peper bij moet.
Rooster vlak voor serveren het brood en snijd in 4 à 6 blokjes, beetje afhankelijk van hoe groot je plakken brood zijn.
Pel de eieren, gebruik zo'n handige eiersnijder voor mooie plakjes of een scherp mes.
Verdeel de tomaten in plakjes.
Verdeel de sla in handige eenhaps blaadjes of maak er als je het als voorgerecht serveert kommetjes van. Leg het op een schaal of bordjes.
Eerst komt het brood, daar leg je een plakje tomaat op, dan wat vissalade. Maak het af met een plakje ei, paar plakjes augurk en tot slot nog wat dille
Bron: Sally Butcher- Salmagundi, inspirerende salades uit het Midden-Oosten en verder. 2015,
272 blz, ISBN 978 90 452 0438 3, prijs 24,95
Dit boek is in eigen bezit, geen gesponsorde toestanden dus.
Ook spreekt logischerwijs niet ieder onderwerp mij aan. Of voegt het voor mij niet zoveel toe, kan ik er geen inspiratie uit halen. Heb ik niet zoveel met de auteur. Maar goed, smaken verschillen en dat mag ook. Iedere doelgroep zijn of haar favorieten. Da's mooi en zo blijft er ruimte voor allerlei schrijfsels en kooksels.
Over Salmagundi van Sally Butcher ben ik wel enthousiast, was ik al enthousiast aangezien ik de Engelse uitgave al kende. Een boek vol salades uit alle windstreken en evenzovele ingrediënten
Wat zo fijn is aan een salade, er zijn geen spelregels aan verbonden bij het samenstellen. Laat je fantasie de vrije loop of laat je leiden door de inhoud van je koelkast en voorraadkast.
De mogelijkheden zijn oneindig en het is niet zo moeilijk om iedere keer een andere salade op tafel te toveren. Mocht de inspiratie eens verdwenen zijn dan helpt dit boek je zeker weer op weg.
De hoofdstukken in het boeken kregen de titel van het belangrijkste ingrediënt, wel zo overzichtelijk.
Denk aan Rijst, Pasta & Graan, Vis, Kaas, Vlees, Kruiden & Bladgroenten en Groente. . Fruitsalades en salade als toetje ontbreken ook niet net als een hoofdstuk gewijd aan dressing en dipsauzen. Om af te sluiten met toppings, de knappertjes, de extra mondvermaakjes om het zo maar eens uit te drukken.
Voor vegetariërs wellicht niet zo geschikt maar als je het eens kunt lenen van iemand... doen want er zijn ook hele mooie vlees- en visloze recepten in te vinden. Verder kan ik jullie een ander boek van deze auteur aanbevelen; 'Veggiestan'.
Sally Butcher vertelt graag. Over haar winkel in Peckham, producten, de herkomst en inspiratiebronnen van haar recepten, de smaakcombinaties. En natuurlijk legt ze uit waar Salmagundi nu eigenlijk voor staat. Een 17e- eeuwse Engelse benaming voor een salade waar zo'n beetje alles in is verwerkt wat maar groeit, loopt, zwemt en vliegt. Onze maaltijdsalade van nu dus, daar combineren we immers ook naar hartenlust ingrediënten.
Het afgelopen weekend (wat was het zalig weer!!) kwamen er vrienden borrelen, een mooie gelegenheid om dit boek met zijn cover vol mozaïekjes eens te testen en vrienden plus husband voor proefkonijn te laten spelen.
Vonden ze helemaal niet erg.
Vrijdag maakte ik voor ons tweetjes uit Salmagundi een dragonsalade met gepaneerde kip. Wat is dragon toch een waanzinnig lekker kruid met zijn lichte anijssmaak. Ik gebruik het veel te weinig maar daar gaat verandering in komen.
Voor bij de borrel koos ik een bietensalade met gember, mango en munt. Husband houdt helemaal niet van munt maar riep deze frisse, zomerse salade uit tot winnaar.
Ook maakte ik een o zo simpele maar waanzinnig lekker roomkaasmengsel met uitgebakken en verkruimelde ontbijtspek, bieslook en limoensap. Blaadjes witlof erbij, crackers mag ook, smeren maar.
Toch geef ik jullie een ander recept, Noorse vissalade met mierikswortel. Heerlijk als gezellig voorgerechtje, onderdeel van andere hapjes, een buffetje of andere feestelijkheden.
Eenvoudig om te maken en je scoort er zeker te weten punten mee! Ik heb het overigens ietsiepietsie aangepast. Met name de hoeveelheid zure room, 2 1/2 dl vond ik echt iets too much.
Voor 4 à 6 personen heb je nodig:
250 gram kabeljauwfilet of andere stevige witvis - 150 gram gerookte forel - 2 blaadjes laurier - 2 sjalotjes - paar draadjes saffraan ( stuk of 5) - 2 eieren - 2 tomaten - 1 el appelciderazijn - 4 el zure room - 1 el geraspte mierikswortel ( of naar smaak, wij houden van de pittige scherpte maar dat geldt niet voor iedereen) - 2 el fijngehakte verse dille plus een beetje voor de garnering - zout en peper - 2 ferme sappige zoetzure augurken - ijsbergsla of little gem - 2 sneetjes zuurdesembrood, stevige volkoren of wat je zelf lekker vindt.
Zo maak je het:
Week de saffraan in 2 theelepels heet water.
Kook de eieren hard.
Snipper de sjalotjes en hak de dille fijn. Dit kun je allemaal doen als de kabeljauw in zijn waterbadje ligt of af ligt te koelen.
Leg de kabeljauw in een pan, giet er net zoveel koud water op tot het onderstaat. Leg er de blaadjes laurier bij. Laat het nu tegen de kook aan komen. Blijf erbij en pas op dat het niet gaat koken.
Laat zachtjes een minuut of 5 pocheren. Zet dan het vuur uit. Laat de vis in het hete water liggen, het gaart nu nog even door. Voel voorzichtig of het gaar is. Het moet nog stevig aanvoelen.
Schep het er met een schuimspaan uit, leg de vis op een bord en laat afkoelen.
De blaadjes laurier gooi je weg.
Verdeel de kabeljauw in stukjes en doe het samen met de gesnipperde sjalotjes in een kom.
Roer een dressing van het saffraanwater, de azijn en zure room. Vermeng met de fijngehakte dille, mierikswortel, zout en peper en schep het vervolgens door de vis.
Zet het nu afgedekt een uurtje in de koelkast. Langer mag ook.
Haal de vis uit de koelkast. Snijd de forel in stukjes en schep het erdoor. Proef even of er nog wat zout en peper bij moet.
Rooster vlak voor serveren het brood en snijd in 4 à 6 blokjes, beetje afhankelijk van hoe groot je plakken brood zijn.
Pel de eieren, gebruik zo'n handige eiersnijder voor mooie plakjes of een scherp mes.
Verdeel de tomaten in plakjes.
Verdeel de sla in handige eenhaps blaadjes of maak er als je het als voorgerecht serveert kommetjes van. Leg het op een schaal of bordjes.
Eerst komt het brood, daar leg je een plakje tomaat op, dan wat vissalade. Maak het af met een plakje ei, paar plakjes augurk en tot slot nog wat dille
Bron: Sally Butcher- Salmagundi, inspirerende salades uit het Midden-Oosten en verder. 2015,
272 blz, ISBN 978 90 452 0438 3, prijs 24,95
Dit boek is in eigen bezit, geen gesponsorde toestanden dus.
Labels:
Boekenkast,
Buffet,
Dressing,
Eetlust vindt,
ei,
Feest,
Hapjes,
Kerst,
Kookboek,
kruiden,
Pasen,
Recept,
Salade,
Tomaat,
Vis,
Voorgerecht,
Wereldkeuken
maandag 16 december 2013
Coquilles met venkel-sinaasappelpuree
Het is weer die tijd van het jaar. Verzinnen van wat nieuwe hapjes. Nu doe ik dat wel vaker maar zo rond Kerst doen we altijd een testdagje. Sommige creaties sneuvelen of behoeven aanpassing, anderen mogen meteen blijven. Husband speelt voor proefkonijn. Een geducht proefkonijn want deze meneer is niet van alle producten en ingrediënten op deze aardbol gecharmeerd. En daar houd je dan rekening mee niet waar. Althans zo veel mogelijk.
Deze coquilles met een pureetje van venkel, sinaasappel en witte wijn mogen op de menukaart van Huize Eetlust. En als hij het zegt dan doen we dat. Nu zijn coquilles ware verwennerijtjes, kleine cadeautjes mits goed bereid. Niet te lang bakken anders worden ze taai en o jee dat is zo zonde!
De allerlekkerste aten we in Normandië waar vrienden van ons wonen. 's Ochtends gaat hij ze halen op een half uurtje rijden van hun huis, 's middags liggen ze op ons bord. Verser kun je ze bijna niet hebben. In één woord verrukkelijk!
Je kunt het serveren als voorgerechtje, voldoende voor 4 personen, maar ook als amuse. Dan kun je uiteraard meerdere mensen van een hapje voorzien.
Je hebt nodig:
12 coquilles ( ik kocht ze al ontdaan van de schelp) - 1 venkel - 1 banaansjalotje - 1 sinaasappel - 1/2 glas droge witte wijn - 1 steranijs - 75 ml room - zout en peper - boter - scheutje olijfolie
Zo maak je het:
Snijd onder - en bovenkant van de venkel plus eventueel het buitenste deel. Beetje afhankelijk van hoe het eruit ziet. Vervolgens in kleine stukjes verdelen.
Snipper de sjalot.
Verhit in een klein pannetje 25 gram roomboter en smoor hierin de sjalot tot het glazig begint te zien.
Voeg de venkel en steranijs toe en bak een paar minuten zachtjes mee. Nu de wijn erbij plus het sap van een halve sinaasappel
Dekseltje erop en zachtjes laten stoven tot de venkel gaar en zacht is. Eventueel wat water toevoegen indien het vocht teveel verdampt.
Steranijs eruit halen, die mag weg.
Giet de room erbij plus nog een extra spriets sinaasappelsap en zet de staafmixer erop.
Zelf vind ik een beetje structuur erin lekker, het hoeft wat mij betreft geen Olvarit te worden
Breng verder op smaak met wat gemalen peper en een beetje zout.
Dep de coquilles goed droog en bestrooi ze met wat zout en peper. Verhit een koekenpan met een scheutje olijfolie met wat roomboter op hoog vuur. Leg de coquilles erin en bak ze één hooguit anderhalve minuut per kant. Ze moeten stevig aanvoelen maar nog wel meegeven dan zijn ze perfect
Leg op ieder bordje drie hoopjes venkelpuree, drapeer er een coquille op. Strooi er een heel klein beetje sinaasappelrasp over en wat venkelgroen.
Dit zelfde kun je natuurlijk ook doen op een amuselepel dan met 1 dotje venkelpuree en 1 coquille.
Deze coquilles met een pureetje van venkel, sinaasappel en witte wijn mogen op de menukaart van Huize Eetlust. En als hij het zegt dan doen we dat. Nu zijn coquilles ware verwennerijtjes, kleine cadeautjes mits goed bereid. Niet te lang bakken anders worden ze taai en o jee dat is zo zonde!
De allerlekkerste aten we in Normandië waar vrienden van ons wonen. 's Ochtends gaat hij ze halen op een half uurtje rijden van hun huis, 's middags liggen ze op ons bord. Verser kun je ze bijna niet hebben. In één woord verrukkelijk!
Je kunt het serveren als voorgerechtje, voldoende voor 4 personen, maar ook als amuse. Dan kun je uiteraard meerdere mensen van een hapje voorzien.
Je hebt nodig:
12 coquilles ( ik kocht ze al ontdaan van de schelp) - 1 venkel - 1 banaansjalotje - 1 sinaasappel - 1/2 glas droge witte wijn - 1 steranijs - 75 ml room - zout en peper - boter - scheutje olijfolie
Zo maak je het:
Snijd onder - en bovenkant van de venkel plus eventueel het buitenste deel. Beetje afhankelijk van hoe het eruit ziet. Vervolgens in kleine stukjes verdelen.
Snipper de sjalot.
Verhit in een klein pannetje 25 gram roomboter en smoor hierin de sjalot tot het glazig begint te zien.
Voeg de venkel en steranijs toe en bak een paar minuten zachtjes mee. Nu de wijn erbij plus het sap van een halve sinaasappel
Dekseltje erop en zachtjes laten stoven tot de venkel gaar en zacht is. Eventueel wat water toevoegen indien het vocht teveel verdampt.
Steranijs eruit halen, die mag weg.
Giet de room erbij plus nog een extra spriets sinaasappelsap en zet de staafmixer erop.
Zelf vind ik een beetje structuur erin lekker, het hoeft wat mij betreft geen Olvarit te worden
Breng verder op smaak met wat gemalen peper en een beetje zout.
Dep de coquilles goed droog en bestrooi ze met wat zout en peper. Verhit een koekenpan met een scheutje olijfolie met wat roomboter op hoog vuur. Leg de coquilles erin en bak ze één hooguit anderhalve minuut per kant. Ze moeten stevig aanvoelen maar nog wel meegeven dan zijn ze perfect
Leg op ieder bordje drie hoopjes venkelpuree, drapeer er een coquille op. Strooi er een heel klein beetje sinaasappelrasp over en wat venkelgroen.
Dit zelfde kun je natuurlijk ook doen op een amuselepel dan met 1 dotje venkelpuree en 1 coquille.
Labels:
Amuse,
Feest,
groente,
Hapjes,
Kerst,
Recept,
schaal en schelpdieren,
Venkel,
Voorgerecht
maandag 25 november 2013
Champignonragout in een handomdraai
Vrijdag kwam één van de vriendinnen lunchen. Nou ja lunchen, het liep al tegen half drie 's middags. Aangezien we elkaar al een tijdje niet gesproken hadden vonden we een vervroegde vrimibo, vrijdagmiddagborrel en niet de naam van een drankje zoals vriendin in eerste instantie dacht, wel kunnen. Het is per slot van rekening maar één keer per week weekend niet waar.
Iets warms smaakt altijd goed zeker nu het kouder wordt. Wat te denken van een ouderwets pasteitje. Je hoeft er niet uren voor in de keuken te staan, al helemaal niet als je paddenstoelen gebruikt en gewoon een bouillonblokje gebruikt om het snel op smaak te brengen.
Een pasteitje hoort voor mij echt bij vroeger. Bij Kerstavond, Oud en Nieuw, af en toe op de zaterdagavond als mijn ouders geen zin hadden om te koken. Ja dan kwam het gewoon uit een blikje.
Eerst het kleine dekseltje ophappen, dan voorzichtig een stukje uit het bakje snijden, je mond branden aan de gloeiend hete ragout. Categorie comfort food pur sang.
De bakjes maakte ik heel eenvoudig met kant en klaar bladerdeeg en een muffinplaat. Zo eentje voor 6 cakejes. Eigenlijk vind ik dat zo'n plaat in geen één keuken mag ontbreken want ze zijn zo ongelofelijk handig. Je kunt er kleine zoete of hartige broodjes in maken, eieren in een bakje, mini hartige taartjes, deegbakjes om naderhand te vullen met wat lekkers en natuurlijk muffins. En bladerdeegbakjes! Alleen niet erin maar erop.
Je draait simpelweg de plaat om, vet de uitstulpingen licht in en vouwt er de bladerdeeg die je een klein beetje bijsnijdt omheen. Inprikken en 10 minuutjes bakken in een oven van 200 graden. Voilà , rustieke bladerdeegbakjes. Je kunt ze van tevoren maken en voor gebruik even warmen in een oven van 150 graden.
Je hebt nodig voor 4 personen:
350 gram champignons of een mix, zelf gebruikte ik ook oesterzwammen - 1 niet te grote ui - 1 teentje knoflook - 1/2 glas droge witte wijn - scheutje olijfolie - peper en zout - paar takjes peterselie - 25 gram boter - 25 gram bloem - 200 ml melk - 1 groentenbouillonblokje - 4 pasteibakjes, voor de rustieke versie zie hierboven.
Zo maak je het:
Veeg de paddenstoelen eventueel schoon en snijd ze in plakjes. Snipper de ui en knoflook.
Verhit wat olijfolie in een koekenpan. Fruit de ui tot het glazig is, voeg dan de champignons toe. Bak tot ze beginnen te kleuren. Knoflook erbij en eveneens even meebakken. Door knof later toe te voegen voorkom je dat het aanbrandt en bitter wordt.
Blus af met de witte wijn. Maal er flink wat peper over en bestrooi met een klein beetje zout. Even laten sudderen.
Voor de ragout smelt je de boter. Roer er de bloem door en laat drie minuten zachtjes garen, zo voorkom je een meelsmaak.
Voeg nu scheutje voor scheutje de melk toe, gebruik een garde om te roeren zo voorkom je klontjes.
Verkruimel het bouillonblokje erboven. Voeg zoveel melk toe tot je de dikte hebt die je wenst. Het mag best wat dik zijn aangezien het champignonmengsel er nog doorheen moet en dat bevat ook vocht.
Zoals gezegd schep je de champignons erdoor plus fijngeknipte peterselie. Proeven en eventueel nog wat peper en zout toevoegen. Op laag vuur goed heet laten worden.
Bakjes uit de oven nemen, vullen met de ragout, wat peterselie erop voor de kleur en het heerlijke jaren zestig gevoel. Laat het u smaken!
Iets warms smaakt altijd goed zeker nu het kouder wordt. Wat te denken van een ouderwets pasteitje. Je hoeft er niet uren voor in de keuken te staan, al helemaal niet als je paddenstoelen gebruikt en gewoon een bouillonblokje gebruikt om het snel op smaak te brengen.
Een pasteitje hoort voor mij echt bij vroeger. Bij Kerstavond, Oud en Nieuw, af en toe op de zaterdagavond als mijn ouders geen zin hadden om te koken. Ja dan kwam het gewoon uit een blikje.
Eerst het kleine dekseltje ophappen, dan voorzichtig een stukje uit het bakje snijden, je mond branden aan de gloeiend hete ragout. Categorie comfort food pur sang.
De bakjes maakte ik heel eenvoudig met kant en klaar bladerdeeg en een muffinplaat. Zo eentje voor 6 cakejes. Eigenlijk vind ik dat zo'n plaat in geen één keuken mag ontbreken want ze zijn zo ongelofelijk handig. Je kunt er kleine zoete of hartige broodjes in maken, eieren in een bakje, mini hartige taartjes, deegbakjes om naderhand te vullen met wat lekkers en natuurlijk muffins. En bladerdeegbakjes! Alleen niet erin maar erop.
Je draait simpelweg de plaat om, vet de uitstulpingen licht in en vouwt er de bladerdeeg die je een klein beetje bijsnijdt omheen. Inprikken en 10 minuutjes bakken in een oven van 200 graden. Voilà , rustieke bladerdeegbakjes. Je kunt ze van tevoren maken en voor gebruik even warmen in een oven van 150 graden.
Je hebt nodig voor 4 personen:
350 gram champignons of een mix, zelf gebruikte ik ook oesterzwammen - 1 niet te grote ui - 1 teentje knoflook - 1/2 glas droge witte wijn - scheutje olijfolie - peper en zout - paar takjes peterselie - 25 gram boter - 25 gram bloem - 200 ml melk - 1 groentenbouillonblokje - 4 pasteibakjes, voor de rustieke versie zie hierboven.
Zo maak je het:
Veeg de paddenstoelen eventueel schoon en snijd ze in plakjes. Snipper de ui en knoflook.
Verhit wat olijfolie in een koekenpan. Fruit de ui tot het glazig is, voeg dan de champignons toe. Bak tot ze beginnen te kleuren. Knoflook erbij en eveneens even meebakken. Door knof later toe te voegen voorkom je dat het aanbrandt en bitter wordt.
Blus af met de witte wijn. Maal er flink wat peper over en bestrooi met een klein beetje zout. Even laten sudderen.
Voor de ragout smelt je de boter. Roer er de bloem door en laat drie minuten zachtjes garen, zo voorkom je een meelsmaak.
Voeg nu scheutje voor scheutje de melk toe, gebruik een garde om te roeren zo voorkom je klontjes.
Verkruimel het bouillonblokje erboven. Voeg zoveel melk toe tot je de dikte hebt die je wenst. Het mag best wat dik zijn aangezien het champignonmengsel er nog doorheen moet en dat bevat ook vocht.
Zoals gezegd schep je de champignons erdoor plus fijngeknipte peterselie. Proeven en eventueel nog wat peper en zout toevoegen. Op laag vuur goed heet laten worden.
Bakjes uit de oven nemen, vullen met de ragout, wat peterselie erop voor de kleur en het heerlijke jaren zestig gevoel. Laat het u smaken!
Labels:
Hapjes,
Kerst,
Lunch,
Oven,
paddestoelen,
Recept,
Vegetarisch,
Voorgerecht
vrijdag 25 oktober 2013
Risottokoekjes met paddenstoelen uit de oven
Er zijn mensen die niet van risotto houden, echt ze bestaan. Ik snap dat niet, het staat bij mij hoog in de top 10. Als er iets in de categorie comfortfood valt is het smeuïge risotto. Mijn echtgenoot denkt daar anders over helaas. Die vindt er niks aan. Dus als de man eens van huis is dan danst de risotto hier op tafel. Of lamsvlees.
Nu ben ik al niet zo'n ster in het op maat koken, risotto klaarmaken voor je eentje is al helemaal onmogelijk.
Gelukkig bestaan er arancini, risottoballetjes die je eerst een jas aantrekt en vervolgens frituurt of bakt.
Ik stopte ze in de oven en dat gaat ook uitstekend.
Mijn favoriet is eigenlijk wel met paddenstoelen en porcini oftewel eekhoorntjesbrood mag zeker niet ontbreken. Zoveel smaak als die afgeven, ik schreef het al eerder. Aangezien ik nog wat spekblokjes had liggen, heb ik die ook maar gebruikt maar meestal maak ik het helemaal vega.
Risotto maken is helemaal niet moeilijk, je moet alleen wel bij je pan blijven en een beetje geduld hebben. Dat is niet zo lastig op te brengen voor zoveel lekkers.
Ik heb gebruikt voor de risotto:
250 gram arboriorijst - 1 ui - 1 sjalotje -1 teentje knoflook - 250 gram kastanjechampignons - bakje gedroogde porcini (30 gram) - 1 takje rozemarijn - 100 gram spekblokjes - 1 glas droge witte wijn - 750 ml groente, paddenstoelen of kippenbouillon - 2 el olijfolie - 25 gram roomboter - 75 gram geraspte Parmezaanse kaas - 2 el fijngeknipte peterselie - spriets citroensap - peper uit de molen.
Zo maak je het:
Voor het paddenstoelenmengsel week je de porcini in een bakje met heet water gedurende 10 à 15 minuten. De champignons en eventuele andere soorten veeg je indien nodig schoon en snijd je in plakjes die je weer halveert.
Giet de porcini af in een zeef en druk er wat vocht uit. Snijd vervolgens ook in kleine stukjes.
Snipper het sjalotje.
Bak in een koekenpan de spekblokjes, ze hoeven niet krokant te zijn. Voeg sjalotje, paddenstoelen en fijngehakte rozemarijnnaaldjes toe. Draai er peper boven en bak zachtjes gedurende een minuut of tien. Zet weg tot gebruik.
De risotto:
Snipper de ui en knoflook.
Pak een pan met dikke bodem en verhit 2 eetlepels olijfolie. Fruit hierin de ui en knoflook op niet al te hoog vuur tot de ui glazig is.
Voeg de rijst toe, schep goed door. De rijstkorrels moeten bedekt zijn met een glanzend laagje.
De wijn erbij, roeren tot het bijna verdampt is en dat is snel. Nu twee grote soeplepels bouillon in de pan scheppen, roeren tot de rijst het vocht bijna heeft opgenomen.
Wederom twee grote soeplepels bouillon en zo ga je door tot de rijst gaar is. Een kwestie van veel tusendoor proeven. In tegenstelling tot hoe wij de rijst meestal koken, deze mag absoluut niet droogkoken. Het moet vochtig zijn anders krijg je nooit een smeuïg geheel.
Goed, de rijst is gaar, nu schep je het paddenstoelenmengsel erdoor plus een klont boter. Mascarpone wordt ook wel gebruikt, ook lekker! Geraspte Parmezaan erbij, de peterselie, een goede spriets citroensap om het geheel wat op te frissen. Door elkaar scheppen en gloeiendheet opdienen met op tafel nog extra Parmezaan om er zelf overheen te raspen.
En... smaakte de risotto? Mooi, gaan we nu verder met de risottokoekjes. Zoals gezegd, ik at in mijn eentje dus nog meer dan genoeg over voor de koekjes.
Zo maak je ze:
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Laat de risotto helemaal afkoelen. In de praktijk betekent dat de ene dag risotto eten, de andere dag de koekjes maken.
Schep een flinke eetlepel afgekoelde risotto uit de pan en vorm het tot kleine, vrij dikke hamburgertjes
Klop 2 middelgrote eieren los met een scheutje water. Strooi op een bord bloem en op een ander bord paneermeel.
Wentel ze eerst door de bloem, dan door het ei en vervolgens door de paneermeel. Zorg ervoor dat ze aan alle kanten goed bedekt zijn, ook de zijkanten.
Leg ze op de bakplaat en laat even rusten. Nu de oven in gedurende 30 à 45 minuten tot de koekjes knapperige korstjes hebben. Halverwege een keertje omdraaien.
Verrukkelijk met citroenmayo of een tomatensaus. Maak de volgende keer dus extra risotto en ga de dag erop aan de slag met deze risottokoekjes.
Je kunt er ook balletjes van maken en in het midden een beetje vulling stoppen als dikke tomatensaus of wat kaas dan zijn het echte arancini en vervolgens frituren of bakken. Maak de ballen dan wel groter.
Natuurlijk kun je hiervoor gewoon je eigen risottorecept gebruiken . Draai ballen of maak burgertjes met die ingrediënten die jij het allerlekkerste vindt
En..ze doen het geweldig op feestjes.
Nu ben ik al niet zo'n ster in het op maat koken, risotto klaarmaken voor je eentje is al helemaal onmogelijk.
Gelukkig bestaan er arancini, risottoballetjes die je eerst een jas aantrekt en vervolgens frituurt of bakt.
Ik stopte ze in de oven en dat gaat ook uitstekend.
Mijn favoriet is eigenlijk wel met paddenstoelen en porcini oftewel eekhoorntjesbrood mag zeker niet ontbreken. Zoveel smaak als die afgeven, ik schreef het al eerder. Aangezien ik nog wat spekblokjes had liggen, heb ik die ook maar gebruikt maar meestal maak ik het helemaal vega.
Risotto maken is helemaal niet moeilijk, je moet alleen wel bij je pan blijven en een beetje geduld hebben. Dat is niet zo lastig op te brengen voor zoveel lekkers.
Ik heb gebruikt voor de risotto:
250 gram arboriorijst - 1 ui - 1 sjalotje -1 teentje knoflook - 250 gram kastanjechampignons - bakje gedroogde porcini (30 gram) - 1 takje rozemarijn - 100 gram spekblokjes - 1 glas droge witte wijn - 750 ml groente, paddenstoelen of kippenbouillon - 2 el olijfolie - 25 gram roomboter - 75 gram geraspte Parmezaanse kaas - 2 el fijngeknipte peterselie - spriets citroensap - peper uit de molen.
Zo maak je het:
Voor het paddenstoelenmengsel week je de porcini in een bakje met heet water gedurende 10 à 15 minuten. De champignons en eventuele andere soorten veeg je indien nodig schoon en snijd je in plakjes die je weer halveert.
Giet de porcini af in een zeef en druk er wat vocht uit. Snijd vervolgens ook in kleine stukjes.
Snipper het sjalotje.
Bak in een koekenpan de spekblokjes, ze hoeven niet krokant te zijn. Voeg sjalotje, paddenstoelen en fijngehakte rozemarijnnaaldjes toe. Draai er peper boven en bak zachtjes gedurende een minuut of tien. Zet weg tot gebruik.
De risotto:
Snipper de ui en knoflook.
Pak een pan met dikke bodem en verhit 2 eetlepels olijfolie. Fruit hierin de ui en knoflook op niet al te hoog vuur tot de ui glazig is.
Voeg de rijst toe, schep goed door. De rijstkorrels moeten bedekt zijn met een glanzend laagje.
De wijn erbij, roeren tot het bijna verdampt is en dat is snel. Nu twee grote soeplepels bouillon in de pan scheppen, roeren tot de rijst het vocht bijna heeft opgenomen.
Wederom twee grote soeplepels bouillon en zo ga je door tot de rijst gaar is. Een kwestie van veel tusendoor proeven. In tegenstelling tot hoe wij de rijst meestal koken, deze mag absoluut niet droogkoken. Het moet vochtig zijn anders krijg je nooit een smeuïg geheel.
Goed, de rijst is gaar, nu schep je het paddenstoelenmengsel erdoor plus een klont boter. Mascarpone wordt ook wel gebruikt, ook lekker! Geraspte Parmezaan erbij, de peterselie, een goede spriets citroensap om het geheel wat op te frissen. Door elkaar scheppen en gloeiendheet opdienen met op tafel nog extra Parmezaan om er zelf overheen te raspen.
En... smaakte de risotto? Mooi, gaan we nu verder met de risottokoekjes. Zoals gezegd, ik at in mijn eentje dus nog meer dan genoeg over voor de koekjes.
Zo maak je ze:
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Laat de risotto helemaal afkoelen. In de praktijk betekent dat de ene dag risotto eten, de andere dag de koekjes maken.
Schep een flinke eetlepel afgekoelde risotto uit de pan en vorm het tot kleine, vrij dikke hamburgertjes
Klop 2 middelgrote eieren los met een scheutje water. Strooi op een bord bloem en op een ander bord paneermeel.
Wentel ze eerst door de bloem, dan door het ei en vervolgens door de paneermeel. Zorg ervoor dat ze aan alle kanten goed bedekt zijn, ook de zijkanten.
Leg ze op de bakplaat en laat even rusten. Nu de oven in gedurende 30 à 45 minuten tot de koekjes knapperige korstjes hebben. Halverwege een keertje omdraaien.
Verrukkelijk met citroenmayo of een tomatensaus. Maak de volgende keer dus extra risotto en ga de dag erop aan de slag met deze risottokoekjes.
Je kunt er ook balletjes van maken en in het midden een beetje vulling stoppen als dikke tomatensaus of wat kaas dan zijn het echte arancini en vervolgens frituren of bakken. Maak de ballen dan wel groter.
Natuurlijk kun je hiervoor gewoon je eigen risottorecept gebruiken . Draai ballen of maak burgertjes met die ingrediënten die jij het allerlekkerste vindt
En..ze doen het geweldig op feestjes.
Labels:
Feest,
Hapjes,
Oven,
paddestoelen,
Recept,
Rijst,
Voorgerecht
maandag 5 augustus 2013
Duitse Uienplaattaart
De neven en nichten gingen weer op culireis en wel naar Duitsland.
Na ons uitstapje naar Albanië kwam dit grote land uit de hoge hoed. Keus genoeg. Een cliché als Currywurst rolde natuurlijk meteen over tafel. Ook de Sauerkraut en de Kartoffelsalat.
Gelukkig duurde het nog even. De taken werden verdeeld en ik mocht een warm voorgerecht verzinnen.
Zoveel mensen, zoveel verschillende smaken en voorkeuren. De één is niet dol op dit, de ander vindt dat niet te pruimen, je moet er allemaal rekening mee houden.
Maar waar het allemaal om draait op zo'n avond is natuurlijk de gezelligheid, lekker bijkleppen, veel lachen en waar nodig een serieus randje. Het eten wordt met liefde gemaakt. Meer ingrediënten hebben we niet nodig.
Zwiebelkuchen oftewel uientaart, veel varianten kwam ik tegen. Uit Beieren, Franken. de Pfalz, de Harz, de Moezel en allemaal net wat anders. Deeg met gist, zonder gist,met kümmel en zonder, ham of spek, zo dun als een pizza of dikke punten. Keus genoeg dus. Eigenwijs als ik ben heb ik er weer een mengelmoesje van gemaakt, Het deeg van de één, vulling van de ander, kruiderijen uit weer een ander recept. Dan moet het wel een Duitse taart worden :)
De dikke punten doen we maar niet, er moet nog meer gegeten worden per slot van rekening. Maar een plaattaart kan altijd. Doordat er geen kaas wordt gebruikt is het ondanks boter, eieren, zure room en crème fraïche vrij licht.
Voldoende voor 12 personen als lunch, voorgerecht of snack. Snij het nog een keer doormidden en je hebt zelfs 24 stukjes om uit te delen.
Ik heb een bakplaat van 50x 30 cm gebruikt, heb je een kleinere oven dan gebruik je gewoon twee bakplaten.
Je hebt nodig voor het deeg:
500 gram bloem - zakje droge gist van 7 gram - 95 gram roomboter - 250 ml lauwe melk - 6 gram zout - 3 gram suiker
Voor het beleg:
ongeveer 1200 gram uien - 400 gram spekreepjes - 250 gram zure room - 250 gram crème fraîche - 4 eieren - 1/2 tl cayennepeper - 1/2 el oregano - nootmuskaat - 1 el karwijzaad (Kümmel) - peper en zout
Zo maak je het:
Kneed van de bloem, gist, boter in stukjes, de melk, het zout en de suiker een soepel deeg. Het gaat fijn in je keukenmachine of in de broodbakmachine. Bij de laatste gebruik je alleen de stand kneden.
Maak er een bal van, leg het in een kom, dek af met wat licht ingevet plasticfolie en laat rijzen tot he tin volume is verdubbeld. Dat duurt ongeveer een uurtje.
In dat uur ga je de uien schillen en in dunne ringetjes snijden die je vervolgens weer halveert. Zakdoeken bij de hand! Bak ze op een laag vuurtje in een klein scheutje olie zacht en glazig. Breng op smaak met wat zout en peper.
De spekblokjes in een droge koekenpan uitbakken, ze hoeven niet helemaal krokant te zijn. Laat ze uitlekken op een paar lagen keukenpapier.
Roer de crème fraîche en zure room los met de eieren. Klop tot een homogeen geheel en roer er vervolgens de oregano, kümmel en cayennepeper door. Rasp er wat nootmuskaat boven, niet te veel. Nog wat zwarte peper erboven malen.
Verwarm de oven voor op 175 graden. Als je hetelucht gebruikt verwarm je voor op 150 graden.
Bekleed de bakplaat met bakpapier. Rol het deeg uit tot een grote rechthoekige lap van maximaal een halve centimeter dik en leg het erin. Als je twee bakplaten gebruikt, deeg even halveren en vervolgens uitrollen. Snij het overtollige deeg weg
Maak een klein opstaand randje. Dek af en laat nog een kwartiertje rusten.
Verdeel de uien erover, vervolgens de spekblokjes en dan giet je langzaam het roommengsel erover.
Schuif in de oven en bak in ongeveer 45 minuten gaar. Kan iets langer zijn, of iets korter, dat is een beetje afhankelijk van je oven. Zodra het roommengsel gestold is kom je al aardig in de richting, zelf laat ik het dan nog een minuut of 10 in de oven staan zodat de bodem in ieder geval gaar is.
Laat een beetje afkoelen en snijd vervolgens in 12 stukken of 24. Warm smaakt het 't beste.
Knip er eventueel nog wat bieslook over.
Na ons uitstapje naar Albanië kwam dit grote land uit de hoge hoed. Keus genoeg. Een cliché als Currywurst rolde natuurlijk meteen over tafel. Ook de Sauerkraut en de Kartoffelsalat.
Gelukkig duurde het nog even. De taken werden verdeeld en ik mocht een warm voorgerecht verzinnen.
Zoveel mensen, zoveel verschillende smaken en voorkeuren. De één is niet dol op dit, de ander vindt dat niet te pruimen, je moet er allemaal rekening mee houden.
Maar waar het allemaal om draait op zo'n avond is natuurlijk de gezelligheid, lekker bijkleppen, veel lachen en waar nodig een serieus randje. Het eten wordt met liefde gemaakt. Meer ingrediënten hebben we niet nodig.
Zwiebelkuchen oftewel uientaart, veel varianten kwam ik tegen. Uit Beieren, Franken. de Pfalz, de Harz, de Moezel en allemaal net wat anders. Deeg met gist, zonder gist,met kümmel en zonder, ham of spek, zo dun als een pizza of dikke punten. Keus genoeg dus. Eigenwijs als ik ben heb ik er weer een mengelmoesje van gemaakt, Het deeg van de één, vulling van de ander, kruiderijen uit weer een ander recept. Dan moet het wel een Duitse taart worden :)
De dikke punten doen we maar niet, er moet nog meer gegeten worden per slot van rekening. Maar een plaattaart kan altijd. Doordat er geen kaas wordt gebruikt is het ondanks boter, eieren, zure room en crème fraïche vrij licht.
Voldoende voor 12 personen als lunch, voorgerecht of snack. Snij het nog een keer doormidden en je hebt zelfs 24 stukjes om uit te delen.
Ik heb een bakplaat van 50x 30 cm gebruikt, heb je een kleinere oven dan gebruik je gewoon twee bakplaten.
Je hebt nodig voor het deeg:
500 gram bloem - zakje droge gist van 7 gram - 95 gram roomboter - 250 ml lauwe melk - 6 gram zout - 3 gram suiker
Voor het beleg:
ongeveer 1200 gram uien - 400 gram spekreepjes - 250 gram zure room - 250 gram crème fraîche - 4 eieren - 1/2 tl cayennepeper - 1/2 el oregano - nootmuskaat - 1 el karwijzaad (Kümmel) - peper en zout
Zo maak je het:
Kneed van de bloem, gist, boter in stukjes, de melk, het zout en de suiker een soepel deeg. Het gaat fijn in je keukenmachine of in de broodbakmachine. Bij de laatste gebruik je alleen de stand kneden.
Maak er een bal van, leg het in een kom, dek af met wat licht ingevet plasticfolie en laat rijzen tot he tin volume is verdubbeld. Dat duurt ongeveer een uurtje.
In dat uur ga je de uien schillen en in dunne ringetjes snijden die je vervolgens weer halveert. Zakdoeken bij de hand! Bak ze op een laag vuurtje in een klein scheutje olie zacht en glazig. Breng op smaak met wat zout en peper.
De spekblokjes in een droge koekenpan uitbakken, ze hoeven niet helemaal krokant te zijn. Laat ze uitlekken op een paar lagen keukenpapier.
Roer de crème fraîche en zure room los met de eieren. Klop tot een homogeen geheel en roer er vervolgens de oregano, kümmel en cayennepeper door. Rasp er wat nootmuskaat boven, niet te veel. Nog wat zwarte peper erboven malen.
Verwarm de oven voor op 175 graden. Als je hetelucht gebruikt verwarm je voor op 150 graden.
Bekleed de bakplaat met bakpapier. Rol het deeg uit tot een grote rechthoekige lap van maximaal een halve centimeter dik en leg het erin. Als je twee bakplaten gebruikt, deeg even halveren en vervolgens uitrollen. Snij het overtollige deeg weg
Maak een klein opstaand randje. Dek af en laat nog een kwartiertje rusten.
Verdeel de uien erover, vervolgens de spekblokjes en dan giet je langzaam het roommengsel erover.
Schuif in de oven en bak in ongeveer 45 minuten gaar. Kan iets langer zijn, of iets korter, dat is een beetje afhankelijk van je oven. Zodra het roommengsel gestold is kom je al aardig in de richting, zelf laat ik het dan nog een minuut of 10 in de oven staan zodat de bodem in ieder geval gaar is.
Laat een beetje afkoelen en snijd vervolgens in 12 stukken of 24. Warm smaakt het 't beste.
Knip er eventueel nog wat bieslook over.
Labels:
Buffet,
Hartige taart,
Lunch,
NNOC,
Recept,
Snack,
Varkensvlees,
Voorgerecht,
Wereldkeuken
maandag 13 mei 2013
Romige fluweelzachte groene aspergesoep
Moederdag, een goed excuus om wat extra hard met potten en pannen te rammelen. Natuurlijk met asperges in de hoofdrol. Het seizoen is volop aan de gang en daar profiteren wij met graagte van.
Soep van groene asperges is kinderlijk eenvoudig om te maken. Het voordeel van groene asperges is dat je ze niet hoeft te schillen. De kontjes eraf en ze zijn klaar voor gebruik.
De prachtige witte asperges moesten nog wel even van hun velletje ontdaan worden, ook dat vind ik geen straf. Het vooruitzicht van asperges op mijn bord met ei, ham, paar krieltjes en een royale scheut botersaus maakt dit klusje meer dan goed.
Voor de soep gebruik ik 500 gram groene asperges.Vier houd ik apart, rol er een plakje rauwe ham om en gril ik. Staat leuk op de rand van het soepbord bedacht ik me. En een kleine bite is ook altijd lekker. Voorzichtig legde ik een asperge op de rand, het gleed pontificaal de soep in. Weg effect. De andere drie gedroegen zich beter.
De hoeveelheid is voldoende voor 5 bordjes:
500 gram groene asperges - 1 kleine ui - klein scheutje olijfolie -1 liter groentebouillon - 125 ml room - 4 of 5 plakjes rauwe ham
Zo maak je het:
Houd per persoon 1 asperge achter en draai ze in een plakje ham.
Snijd de houtige uiteindjes van de asperges eraf en gooi weg. Ook de kopjes snij je eraf maar die bewaar je, ze worden apart gegaard en op het laatst aan de soep toegevoegd. De rest van de groene asperges snijd je in stukjes.
Snipper de ui fijn en fruit het in een klein beetje olijfolie tot ze glazig zijn. Voeg de aspergestukjes toe, hussel even om en schenk vervolgens de bouillon erbij. Breng aan de kook, zet het vuur lager en laat zachtjes koken tot de asperges gaar zijn.
Pureer de soep met de staafmixer of in de blender. Voor extra fluweel in je bord zeef je de soep daarna even maar echt nodig is het niet . Giet de room erbij, goed roeren en warm de soep zachtjes door, het mag niet koken.
Breng de aspergekopjes aan de kook in een klein pannetje met water. Zodra het kookt zet je het vuur uit en laat je ze zacht worden.Vervolgens afgieten, even afspoelen met koud water om doorgaren te voorkomen en laat ze uitlekken.
Gril de asperges met ham een minuut of 8, beetje afhankelijk van de dikte van de asperge.
Verdeel de soep over de borden, leg er wat aspergekopjes in, drapeer een gegrilde asperge op de rand en zorg ervoor dat ze niet de soep inglijden....
Soep van groene asperges is kinderlijk eenvoudig om te maken. Het voordeel van groene asperges is dat je ze niet hoeft te schillen. De kontjes eraf en ze zijn klaar voor gebruik.
De prachtige witte asperges moesten nog wel even van hun velletje ontdaan worden, ook dat vind ik geen straf. Het vooruitzicht van asperges op mijn bord met ei, ham, paar krieltjes en een royale scheut botersaus maakt dit klusje meer dan goed.
Voor de soep gebruik ik 500 gram groene asperges.Vier houd ik apart, rol er een plakje rauwe ham om en gril ik. Staat leuk op de rand van het soepbord bedacht ik me. En een kleine bite is ook altijd lekker. Voorzichtig legde ik een asperge op de rand, het gleed pontificaal de soep in. Weg effect. De andere drie gedroegen zich beter.
De hoeveelheid is voldoende voor 5 bordjes:
500 gram groene asperges - 1 kleine ui - klein scheutje olijfolie -1 liter groentebouillon - 125 ml room - 4 of 5 plakjes rauwe ham
Zo maak je het:
Houd per persoon 1 asperge achter en draai ze in een plakje ham.
Snijd de houtige uiteindjes van de asperges eraf en gooi weg. Ook de kopjes snij je eraf maar die bewaar je, ze worden apart gegaard en op het laatst aan de soep toegevoegd. De rest van de groene asperges snijd je in stukjes.
Snipper de ui fijn en fruit het in een klein beetje olijfolie tot ze glazig zijn. Voeg de aspergestukjes toe, hussel even om en schenk vervolgens de bouillon erbij. Breng aan de kook, zet het vuur lager en laat zachtjes koken tot de asperges gaar zijn.
Pureer de soep met de staafmixer of in de blender. Voor extra fluweel in je bord zeef je de soep daarna even maar echt nodig is het niet . Giet de room erbij, goed roeren en warm de soep zachtjes door, het mag niet koken.
Breng de aspergekopjes aan de kook in een klein pannetje met water. Zodra het kookt zet je het vuur uit en laat je ze zacht worden.Vervolgens afgieten, even afspoelen met koud water om doorgaren te voorkomen en laat ze uitlekken.
Gril de asperges met ham een minuut of 8, beetje afhankelijk van de dikte van de asperge.
Verdeel de soep over de borden, leg er wat aspergekopjes in, drapeer een gegrilde asperge op de rand en zorg ervoor dat ze niet de soep inglijden....
zaterdag 16 februari 2013
Heel simpel; zelf Mosterdsoep maken
Jaren geleden dook het ineens in restaurants op, de mosterdsoep. Een smaaksensatie vond ik het, pittig en romig. Inmiddels is deze soep niet meer weg te slaan uit mijn keuken. Dat betekent niet dat er iedere week mosterdsoep op tafel staat. Soep vaak wel, wij zijn echte soepeters en nu het er op gaat lijken dat de winter zijn koffers weer moet pakken kreeg ik er ineens zin in. En dat terwijl ik aan het begin van de week nog zat te dubben om in het weekend wederom een grote pan snert te maken. Laat manlief dit trouwens maar niet horen want die kan iedere week erwtensoep eten, ook in de zomer.
Het maken van mosterdsoep is echt een fluitje van een cent. Met dit recept kun je dan ook naar hartelust variëren. Wil je de soep iets dikker? Snijd dan een aardappel in blokjes en laat het meekoken om daarna te pureren. Wat prei erdoor is ook erg smakelijk maar wij houden het meestal bij deze, heel lichtgebonden, met spekjes. Heel geschikt als voorgerecht of lunch.
Uiteraard is er heel simpel een vegetarische variant van te maken. Vervang de kippenbouillon door groente en de spekjes door een vega variant of knip er gewoon lekker wat tuinkers over, ook heerlijk!
Je hebt nodig:
1 kleine ui - 2 takjes tijm - 1 liter kippenbouillon - 125 ml room - 1 glas droge witte wijn - 4 el grove pittige mosterd - 25 gram boter - 1 el bloem.- 150 gram spekblokjes
Zo maak je het:
Snipper de ui. Smelt de boter en laat hierin de ui samen met de tijmblaadjes vijf minuten zachtjes garen tot de uien glazig zijn.
Voeg de bloem toe en bak een minuutje of twee mee zodat de bloem kan garen. Roer de mosterd erdoor en blus af met de witte wijn. Goed roeren zodat je een glad geheel krijgt.
Terwijl je blijft roeren giet je scheutje voor scheutje de bouillon erbij.
Breng zachtjes aan de kook en laat 10 minuten pruttelen, af en toe roeren.
Voeg langzaam de room toe, roeren en zet het vuur nu zo laag dat de soep niet meer kookt maar wel heet blijft. Zet er eventueel een plaatje onder.
Bak de spekblokjes uit tot ze knapperig zijn.
Verdeel de soep over borden of kommen en strooi er wat spekblokjes over die ongetwijfeld meteen naar de bodem zakken maar ze zijn in ieder geval wel lekker knapperig!
Het maken van mosterdsoep is echt een fluitje van een cent. Met dit recept kun je dan ook naar hartelust variëren. Wil je de soep iets dikker? Snijd dan een aardappel in blokjes en laat het meekoken om daarna te pureren. Wat prei erdoor is ook erg smakelijk maar wij houden het meestal bij deze, heel lichtgebonden, met spekjes. Heel geschikt als voorgerecht of lunch.
Uiteraard is er heel simpel een vegetarische variant van te maken. Vervang de kippenbouillon door groente en de spekjes door een vega variant of knip er gewoon lekker wat tuinkers over, ook heerlijk!
Je hebt nodig:
1 kleine ui - 2 takjes tijm - 1 liter kippenbouillon - 125 ml room - 1 glas droge witte wijn - 4 el grove pittige mosterd - 25 gram boter - 1 el bloem.- 150 gram spekblokjes
Zo maak je het:
Snipper de ui. Smelt de boter en laat hierin de ui samen met de tijmblaadjes vijf minuten zachtjes garen tot de uien glazig zijn.
Voeg de bloem toe en bak een minuutje of twee mee zodat de bloem kan garen. Roer de mosterd erdoor en blus af met de witte wijn. Goed roeren zodat je een glad geheel krijgt.
Terwijl je blijft roeren giet je scheutje voor scheutje de bouillon erbij.
Breng zachtjes aan de kook en laat 10 minuten pruttelen, af en toe roeren.
Voeg langzaam de room toe, roeren en zet het vuur nu zo laag dat de soep niet meer kookt maar wel heet blijft. Zet er eventueel een plaatje onder.
Bak de spekblokjes uit tot ze knapperig zijn.
Verdeel de soep over borden of kommen en strooi er wat spekblokjes over die ongetwijfeld meteen naar de bodem zakken maar ze zijn in ieder geval wel lekker knapperig!
zondag 27 januari 2013
Soep, gemaakt Wit Lof
Het valt me al jaren op, de 'v' verandert in een 'f', het is geen vis meer maar fis, van is fan, vragen wordt fragen en ga zo maar door. Eind jaren zeventig zette ik mijn eerste stappen op de middelbare school waar een juiste uitspraak er collectief ingestampt werd. Zeker bij de lessen Engels. The hot potato had de tijd van zijn leven. Ook het grote struikelblok 'the' of het woordje 'with' galmden klassikaal in de rondte. Geen de of se geen wit of wis , uiteindelijk kreeg een ieder het toch min of meer onder de knie al dan niet met een dubbele knoop in de tong van het krampachtig oefenen.
Een hommage aan de juiste pronunciation, soep gemaakt with love, witlofsoep.
Je hebt nodig voor 6 personen:
750 gram witlof - 1 flinke ui - 1 dunne prei - 100 gram roomboter - 2 el bloem - 1 liter kippenbouillon - 1/2 el grove mosterd - 6 plakjes serranoham -50 ml room (optioneel) - staafmixer/blender
Zo maak je het:
Maak de witlof schoon, verwijder kontjes en de buitenste blaadjes, snijd ze doormidden en haal het harde gedeelte er uit. Gooi kontjes en de kernen weg. Hak de rest van de witlof grof.
Schil de ui en snij eveneens grof. Dat geldt ook voor de prei.
Smelt in een flinke pan de roomboter en smoor hierin de witlof, ui en prei zo'n 5 minuten.
Roer er dan de bloem door en laat 2 minuten garen.
Een halve eetlepel grove mosterd erbij en wederom roeren.
Voeg, zeker in het begin, scheutje voor scheutje de bouillon toe. Goed roeren.
Breng de soep aan de kook, zet het vuur vervolgens weer laag en laat zachtjes een half uur pruttelen.
Pureer de soep met een staafmixer of in de blender. Gebruik je de blender? Pureer dan in delen.
Zet weg tot gebruik
Bak de plakjes ham zonder boter of olie toe te voegen krokant en laat even uitlekken op wat keukenpapier.
Roer de room door de soep en warm zachtjes door, het mag in geen geval koken.
Verdeel de soep over diepe borden, verkruimel de ham erover en geef er voor het echte witlof- ham- kaasgevoel eventueel nog een kaasstengel bij.
Een hommage aan de juiste pronunciation, soep gemaakt with love, witlofsoep.
Je hebt nodig voor 6 personen:
750 gram witlof - 1 flinke ui - 1 dunne prei - 100 gram roomboter - 2 el bloem - 1 liter kippenbouillon - 1/2 el grove mosterd - 6 plakjes serranoham -50 ml room (optioneel) - staafmixer/blender
Zo maak je het:
Maak de witlof schoon, verwijder kontjes en de buitenste blaadjes, snijd ze doormidden en haal het harde gedeelte er uit. Gooi kontjes en de kernen weg. Hak de rest van de witlof grof.
Schil de ui en snij eveneens grof. Dat geldt ook voor de prei.
Smelt in een flinke pan de roomboter en smoor hierin de witlof, ui en prei zo'n 5 minuten.
Roer er dan de bloem door en laat 2 minuten garen.
Een halve eetlepel grove mosterd erbij en wederom roeren.
Voeg, zeker in het begin, scheutje voor scheutje de bouillon toe. Goed roeren.
Breng de soep aan de kook, zet het vuur vervolgens weer laag en laat zachtjes een half uur pruttelen.
Pureer de soep met een staafmixer of in de blender. Gebruik je de blender? Pureer dan in delen.
Zet weg tot gebruik
Bak de plakjes ham zonder boter of olie toe te voegen krokant en laat even uitlekken op wat keukenpapier.
Roer de room door de soep en warm zachtjes door, het mag in geen geval koken.
Verdeel de soep over diepe borden, verkruimel de ham erover en geef er voor het echte witlof- ham- kaasgevoel eventueel nog een kaasstengel bij.
Labels:
groente,
kletspraat,
Recept,
Soep,
Voorgerecht,
Witlof
zondag 24 juni 2012
Romige Rucolasoep
Soep,soep,soep, ballen ballen ballen, kiele kiele kiele, hoi hoi hoi!
Jaren heb ik dit tijdens het lopen van de Avond4daagse gehoord want onze kinderen liepen op de basisschool trouw ieder jaar mee, dochterlief zelfs de volle acht jaar.
Het waren gezellige avonden, vaak met prachtig weer en soms dan ook een beetje te. De medaille of het speldje op de laatste avond was voor de lopertjes een welverdiende beloning.
Soep eten we regelmatig, ik ben dol op soep en deze romige rucolasoep stond gisteren op het menu tijdens een etentje met lieve vrienden.
Je hebt nodig voor 6 personen:
275 gram rucola - 1 liter groentebouillon (zelfgemaakt of blokje) - 200 gram bloemige aardappels (bijv. Malta) - 1 sjalotje - 1 teentje knoflook - 125 ml room - 2 el crème fraîche - 1 el olijfolie - 6 plakken gerookte zalm of 12 mooie krullen parmezaanse kaas - staafmixer
Zo maak je het:
Jaren heb ik dit tijdens het lopen van de Avond4daagse gehoord want onze kinderen liepen op de basisschool trouw ieder jaar mee, dochterlief zelfs de volle acht jaar.
Het waren gezellige avonden, vaak met prachtig weer en soms dan ook een beetje te. De medaille of het speldje op de laatste avond was voor de lopertjes een welverdiende beloning.
Soep eten we regelmatig, ik ben dol op soep en deze romige rucolasoep stond gisteren op het menu tijdens een etentje met lieve vrienden.
Je hebt nodig voor 6 personen:
275 gram rucola - 1 liter groentebouillon (zelfgemaakt of blokje) - 200 gram bloemige aardappels (bijv. Malta) - 1 sjalotje - 1 teentje knoflook - 125 ml room - 2 el crème fraîche - 1 el olijfolie - 6 plakken gerookte zalm of 12 mooie krullen parmezaanse kaas - staafmixer
Zo maak je het:
- Schil de aardappelen en snijd in vieren
- Velletje van sjalotje en knoflook verwijderen en fijnhakken.
- Verhit in een pan de olie en fruit hierin de knoflook en het sjalotje.
- Voeg de aardappels toe plus de bouillon
- Aan de kook brengen en de aardappels koken tot ze zacht zijn.
- Maak 6 kleine bosjes rucola en houd die apart.
- Snijd de rest grof, voeg toe aan de soep en kook een kleine 5 minuten.
- Vuur uit en pureer met de staafmixer.
- Roer room en crème fraîche erdoor. De crème fraîche kunt je het beste eerst even glad roeren met een lepel soep en dan toevoegen.
- Rol de bundeltjes rucola in een plak gerookte zalm en leg op de soep. Mocht je geen vis eten bind de bundeltjes dan samen met een sliert bieslook, leg in de soep en schik de krullen kaas erop.
vrijdag 20 april 2012
Gerookte zalm met radijs en avocado-crème
Pasen ligt alweer 2 weken achter ons maar in de koelkast lag nog steeds een pakje gerookte zalm. Het werd de hoogste tijd om die soldaat te gaan maken. Natuurlijk kon ik het gebruiken in combinatie met pasta, of er een clubsandwich van maken of een salade met een mieriksworteldressing. Lekker ouderwets op een toastje met wat kappertjes.
Zoals jullie zien heb ik dat allemaal niet gedaan. Het is wel een smakelijk voorgerechtje geworden al heb ik het met mijn dochter als lunch verorberd. Eten moet je toch en na het weekend vertrekt ze weer naar het buitenland dus dan mag het. Excuses weet ik altijd wel te verzinnen :)
Je hebt nodig voor 2 personen (lunch) :
1 pakje gerookte zalm (dat zijn ongeveer 10 kleine plakjes) - 1 rijpe avocado - 5 radijsjes - handje rucola - 1 limoen - peper en zout - 2 el olijfolie
Zo maak je het:
Zoals jullie zien heb ik dat allemaal niet gedaan. Het is wel een smakelijk voorgerechtje geworden al heb ik het met mijn dochter als lunch verorberd. Eten moet je toch en na het weekend vertrekt ze weer naar het buitenland dus dan mag het. Excuses weet ik altijd wel te verzinnen :)
Je hebt nodig voor 2 personen (lunch) :
1 pakje gerookte zalm (dat zijn ongeveer 10 kleine plakjes) - 1 rijpe avocado - 5 radijsjes - handje rucola - 1 limoen - peper en zout - 2 el olijfolie
Zo maak je het:
- Laat de zalm op kamertemperatuur komen
- Halveer de avocado, wip de pit eruit en schep het vruchtvlees eruit.
- Doe de avocado in een mengbeker, knijp er het sap van ongeveer een halve limoen over.
- Voeg om te beginnen 1 el olijfolie toe (ik gebruikte extra vergine) en zet de staafmixer erop. Het moet een smeuïge massa worden dus waarschijnlijk moet je nog iets olie toevoegen. Op smaak brengen met peper en zout en eventueel wat extra limoensap.
- Snijd de radijsjes zo dun mogelijk.
- Hak de rucola en breng op smaak met wat olijfolie, limoensap en peper en zout.
- Maak een rijtje van de radijsjes.
- Leg wat rucola parallel, rol de plakjes zalm op en zet het tegen de rucola aan
- Maak een streep avocado-crème. Voor wat extra kleur kun je bijvoorbeeld een kerstomaatje piepklein snijden en op de crème leggen.
Labels:
Feest,
Kerst,
Koken voor 2,
Lunch,
Pasen,
Recept,
Vis,
Voorgerecht
dinsdag 17 april 2012
Aspergesoep maken we gewoon zelf
In mijn post 'Welkom Koningin der groente' schreef ik al over het maken van aspergesoep. Dat is ook weer zo mooi aan de asperge, twee gerechten voor de prijs van één, dat moet ons Hollanders als muziek in de oren klinken niet waar. Eergisteren de overheerlijke asperges gegeten en gisteren bij de lunch de soep!
Bij het schillen van de asperges zet ik gewoon 2 pannen naast elkaar. In de één gaan de asperges, in de andere de schillen plus afgesneden uiteindjes.
Bij het schillen van de asperges zet ik gewoon 2 pannen naast elkaar. In de één gaan de asperges, in de andere de schillen plus afgesneden uiteindjes.
- Zodra de asperges geschild zijn, giet ik een liter water op de schillen en zet het op het vuur. Aan de kook brengen en vervolgens het vuur laag draaien. Nu maar langzaam een uurtje laten trekken. Dan mag het vuur uit maar ik laat de schillen erin zitten tot het praktisch is afgekoeld.
- Pak een zeef en een ander pannetje en giet de vloeistof door de zeef in het pannetje. Druk de slierten goed uit met de bolle kant van een lepel. Er komt nog heel wat vocht uit. Uiteindelijk heb je iets minder dan een liter bouillon over. Giet dat in een maatbeker. Spoel de pan om (onzinnige afwas willen we zo veel mogelijk vermijden), droog af en zet op het vuur.
- Roux maken: Smelt in de pan 30 gram boter, voeg 30 gram patentbloem toe, goed roeren en even laten 'sudderen'.
- Onder goed roeren beetje bij beetje de aspergebouillon toevoegen. Verder op smaak brengen met een 1/2 à 3/4 blokje groentebouillon.
- Nog wat asperges over? Snijd ze in stukjes en voeg toe. In kommen of borden scheppen, beetje bieslook erover knippen en klaar is de soep.
Labels:
Asperge,
groente,
Lunch,
Recept,
Soep,
Vegetarisch,
Voorgerecht
maandag 5 maart 2012
Waalrese mosterdsoep met gember en gerookte zalm
Een dagje wandelen en gezelligheid met vrienden levert ook altijd weer leuke recepten op en daar maak ik dan weer dankbaar gebruik van. Mosterdsoep vind ik heerlijk en maak ik dan ook zeker een paar keer per jaar. Het soepje wat voorzichtig vanuit Waalre naar Tilburg werd getransporteerd bevat verse gember en dat geeft er weer net een extra dimensie aan. Reden genoeg om het met iedereen te delen vind ik. Uiteraard met toestemming en let vooral ook even op het mooie bord...
Je hebt nodig voor 4 personen:
1 liter groentebouillon - 200 gram gerookte zalm - 2 el grove mosterd - 1 ui - stukje verse gember - 2 cl room - peper -verse dille - 3 el olijfolie - 2 el bloem
Zo maak je het:
Eet smakelijk en de groeten uit Waalre!
Je hebt nodig voor 4 personen:
1 liter groentebouillon - 200 gram gerookte zalm - 2 el grove mosterd - 1 ui - stukje verse gember - 2 cl room - peper -verse dille - 3 el olijfolie - 2 el bloem
Zo maak je het:
- Pel en snipper de ui
- Snijd de gember heel fijn
- Verwarm de olijfolie in een soeppan en fruit hierin de gember en ui tot de ui zacht en glazig is.
- Voeg de bloem toe en meng het goed door elkaar, even mee laten bakken.
- Scheutje voor scheutje de bouillon toevoegen, goed blijven roeren.
- Voeg de mosterd en room toe, meng het goed met de soep en breng het aan de kook.
- Voeg vlak voor het serveren de gerookte zalm toe.
- Even proeven en eventueel wat peper toevoegen.
- Verdeel de soep over 4 soepborden en knip er flink wat dille overheen.
Eet smakelijk en de groeten uit Waalre!
dinsdag 21 februari 2012
Zalmtartaar met appel en avocado in een glaasje
Het zal inmiddels wel duidelijk zijn dat er heel veel zaken zijn die ik ontzettend lekker vind. Rauwe zalm staat ook zeker in mijn top 5.
Een paar jaar geleden doken ineens de kleine gerechtjes in een glaasje op. Iedereen kent natuurlijk de garnalencocktail in een mooi wijnglas, in de jaren zeventig het toppunt van feestelijkheid. In mijn kast staan kleine likeurglaasjes die ik bij gelegenheid gebruikte om een mini-cocktailtje in te serveren. Maar een maatje groter is ook niet weg dus bracht de Sint of Kerstman ook voor mij die nieuwe hippe glaasjes voor mij mee zodat ik in ieder geval niet achter de trend aan hobbelde.
Laatst haalde ik ze maar weer eens tevoorschijn en wel om te vullen met dit heerlijke tartaartje in laagjes.
Je hebt nodig voor 4 glaasjes:
175 gram zalmfilet zonder vel - 1 rijpe avocado - 100 ml crème fraîche - halve groene appel (Granny Smith) - 1 limoen - peper - zout - paar takjes dille
Zo maak je het:
Een paar jaar geleden doken ineens de kleine gerechtjes in een glaasje op. Iedereen kent natuurlijk de garnalencocktail in een mooi wijnglas, in de jaren zeventig het toppunt van feestelijkheid. In mijn kast staan kleine likeurglaasjes die ik bij gelegenheid gebruikte om een mini-cocktailtje in te serveren. Maar een maatje groter is ook niet weg dus bracht de Sint of Kerstman ook voor mij die nieuwe hippe glaasjes voor mij mee zodat ik in ieder geval niet achter de trend aan hobbelde.
Laatst haalde ik ze maar weer eens tevoorschijn en wel om te vullen met dit heerlijke tartaartje in laagjes.
Je hebt nodig voor 4 glaasjes:
175 gram zalmfilet zonder vel - 1 rijpe avocado - 100 ml crème fraîche - halve groene appel (Granny Smith) - 1 limoen - peper - zout - paar takjes dille
Zo maak je het:
- Maak de crème fraîche op smaak met peper, zout en wat limoensap.
- Snijd de zalmfilet heel fijn
- Halveer de avocado, verwijder de pit en snijd 3/4 in blokjes of smalle reepjes. Bestrooi met peper, zout en knijp er wat limoensap over uit, voor de smaak maar ook om verkleuren te voorkomen.
- Verwijder van een halve appel het klokhuis en snijd eveneens in kleine blokjes of smalle reepjes. De schil kun je gewoon laten zitten.
- Vul de glaasjes met een laagje avocado, zalm, appel, zalm, avocado en zalm. Doe tussen ieder laagje een beetje (1 tl ongeveer) crème fraîche en bestrooi de zalm bovendien met wat verse dille en geef het nog een paar druppeltjes limoensap. Op de bovenste laag wat extra crème fraïche, steek er kleine plakjes avocado in van het kwart dat je overhebt en pruts er kleine takjes dille tussen.
vrijdag 30 december 2011
Mierikswortelroomsoepje met gerookte forelfilet
Dit supersimpele soepje heb je binnen een half uur op tafel staan. Ik heb het gemaakt als onderdeel van ons voorgerecht met de Kerst. Je kunt het ook in een glaasje serveren. In de zomer kun je deze soep ook koud serveren, lekker fris en toch pittig!
In een bord mag ook
Je hebt nodig voor 6 glaasjes of kleine bakjes/kommetjes:
500 ml kippen- of groentebouillon - 50 ml slagroom - 1 sjalotje - scheutje olijfolie - 50 ml droge witte wijn -125 gram gerookte forelfilet - 1/2 el geraspte mierikswortel (potje) - paar sprietjes bieslook of wat tuinkers
Zo maak je het
- Snipper het sjalotje
- Verwarm de olijfolie en fruit hierin het sjalotje.
- Een half glas droge witte wijn erbij. Een minuutje of drie zachtjes laten pruttelen
- Giet de bouillon erbij
- Roer er een eetlepel mierikswortel door
- Proef en voeg indien gewenst nog wat mierikswortel toe
- Voeg de room toe.
- Goed verwarmen maar niet aan de kook laten komen.
- Verdeel over de glaasjes of bakjes/kommetjes
- Leg er een paar stukjes forelfilet op
- Knip er wat bieslook overheen
- Klaar! Een kind kan de was doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)