In de Broodbijbel vond ik een recept wat me wel wat leek. Het duurt even maar dan heb je ook wat.
Je hebt nodig voor het gistdeeg:
7 gram verse gist - 0,76 dl water - 1 el ongebleekt meel
Voor het deeg:
7 gram verse gist - 1,5 dl lauwwarm water - 0,75 dl lauwwarme melk - 425 gram tarwebloem - 1 1/2 tl zout - 2 el gesmolten boter
Voor de korst:
1 eidooier - 1 el melk - zeezout of karwijzaad
Zo maak je het:
- We beginnen met het gistdeeg. Roer in een kommetje de gist romig in het water en roer er het meel door. Dek af met plastic folie en zet 2 uur weg op kamertemperatuur.
- Zeef boven een grote kom 350 gram bloem met het zout.
- Los voor het deeg 7 gram gist op in het water en roer de melk erdoor. Smelt 2 el boter.
- Voeg dit met het eerder gemaakte gistdeeg toe aan de bloem. 3-4 minuten goed roeren. Het wordt nog niet stevig. Houd alvast rekening met een plakboel!
- Zeef 75 gram bloem op een schoon werkblad.
- Stort het deeg op je werkblad en werk het meel beetje bij beetje erdoor. Dit duurt even maar uiteindelijk krijg je een mooi elastisch zacht deeg. Het moet zo stevig zijn dat je er een bal van kunt vormen.
- Doe dit in een ingevette kom, dek af met plastic folie en laat het op een warme plek 30 minuten rijzen tot het volume bijna verdubbeld is.
- Sla dan de luchtbellen eruit, maak er opnieuw een bal van en laat, wederom afgedekt, nog eens 30 minuten rijzen.
- Bedek 1 of 2 bakplaten (afhankelijk van de grootte) met bakpapier en strooi er royaal bloem over.
- Breng een grote pan met water aan de kook.
- Verwarm de oven voor op 190 graden.
- Verdeel het deeg in 10 stukken. Rol ieder stuk uit tot een sliert van ongeveer 45 cm die in het midden dikker is en aan de uiteinden dun.
- Vouw er een hoefijzervorm van en leg het op de bakplaat. Het gemakkelijkste is om de sliert al op de bakplaat te leggen en het dan in vorm te vouwen. Doe dit met alle stukken deeg en laat ze vervolgens 10 minuten rusten.
Na het pocheren, klaar voor de oven |
- Zodra het water kookt, zet je het vuur lager, het water moet zachtjes koken.
- Pocheer de pretzels een minuutje of 2 met 2 tegelijk. Je ziet ze gezellig groeien. Laat ze uitlekken op een theedoek.
- Beleg je bakplaat opnieuw met bakpapier en leg de pretzels er op.
- Meng de eidooier en de melk en bestrijk hiermee de pretzels. Bestrooi ze met zeezout of karwijzaad en bak in 25-30 minuten goudbruin. Afkoelen op een rooster en smikkelen maar
Bron: De Broodbijbel van Christine Ingram en Jennie Shapter, Veltman Uitgevers,
ISBN 9789048 303069
2 opmerkingen:
Hmm, laat mij nou altijd gedacht hebben dat pretzels zoutig waren .... niet dus. Ze zien er wel bijzonder lekker uit, eigenlijk zoiets als een bagel
Pretzels zijn zout door de korrels zeezout:)Bij het maken moest ik ook aan bagels denken, zal wel door het pocheren komen haha.
Een reactie posten